IJsvogel, in glas-in-lood

Vorige week wandelde ik door ons dorp en toen kwam ik langs een atelier. In de voortuin stond een ijsvogel. Deze ijsvogel kon ik niet laten staan, dus heb ik mezelf getrakteerd. Deze ijsvogel kreeg geen plekje aan de rand van de vijver, maar in de nieuwe bloemenborder…

De ijsvogel in het zonnetje.

Toen ik inzoomde zag ik door het glas wat bewegen.

Ik stapte voorzichtig om de ijsvogel heen en zag dat het een atalanta was.

De atalanta heeft vast geweten dat ijsvogels geen vlinders eten…

Grote vuurvlinder

Op zaterdagmiddag is het niet gelukt om de grote vuurvlinder te vinden. Ik kreeg toen wel andere mooie onderwerpen voor de lens zoals de zilveren maan waarover ik gisteren schreef. Op zondagmiddag gingen mijn man en ik samen fietsen. Als we samen gaan fietsen dan ga ik in principe geen foto’s maken. Toch deed ik voor de zekerheid de handzame Nikon bridgecamera in de fietstas. We fietsten door de Weerribben. Er stond een groepje mensen langs de kant van de weg. Jullie raden het vast al… inderdaad de grote vuurvlinder vloog daar rond. Met de Nikon maakte ik enkele foto’s. Mijn man zag deze unieke vlinder voor het eerst. Door de naam dacht hij dat de vlinder veel groter zou zijn. Dat idee had ik ook voordat ik de vlinder voor het eerst in het echt zag.

De grote vuurvlinder is een uiterst zeldzame standvlinder die uitsluitend voorkomt in drie laagveengebieden in Noordwest-Overijssel en Zuidoost-Friesland en wel in De Weerribben, in De Wieden en in de Rottige Meente. Zo staat er geschreven op de site van de Vlinderstichting. Ik denk overigens dat de vlinder momenteel alleen vliegt in De Weerribben. De ondersoort batava, die in de Weerribben vliegt komt nergens anders ter wereld voor!

Toen we na onze fietstocht aan het eind van de middag weer thuiskwamen ben ik opnieuw naar dat plekje gegaan, maar dan met de auto. Ik nam mijn Canon spiegelreflexcamera en het 70-200 mm zoomobjectief mee. Ik kon er zelfs twee tegelijk fotograferen. Op dat moment had ik tegenlicht, de zon schitterde in het water.

Als je de vlinder eenmaal hebt gevonden dan laat deze zich vrij eenvoudig fotograferen. Ze zijn niet schuw en niet onrustig.

De grote vuurvlinder zoekt het voedsel het liefst op de kattenstaart, maar een moerasrolklaver is prima als tussendoortje.

Omdat ik op zondag eind van de middag met tegenlicht moest fotograferen ging ik maandagochtend opnieuw naar die plek. Toen had ik de zon in de rug.

Met de zon in de rug hoopte ik dat de vlinder de vleugels ging spreiden naar de zon en dus naar mijn camera gekeerd. Mijn hypothese kwam uit…

Een foto waarbij ik meer heb uitgezoomd om zo een indruk te geven van de vegetatie waarin de grote vuurvlinder zich bevindt. De kattenstaarten staan op de oever van een sloot. Bij het fotograferen moet je goed uitkijken dat je niet de sloot inglijdt.

Als je op zoek gaan naar de grote vuurvlinder dan moet je dus kijken op plaatsen waar kattenstaart bloeit. Blijf dan wel op de paden, neem dus een tele-objectief mee. Dat het een kleine vlinder is kun je goed zien op onderstaande foto. De vlinder foerageert samen met een citroenpendelvlieg.

Het foerageren doet de vlinder overwegend met gesloten vleugels. Pas als de grote vuurvlinder de vleugels spreidt ziet men waar deze vlinder de naam aan heeft te danken, de kleur is als vuur…

Het is mij zelfs gelukt om er eentje in vlucht te vangen. Dat vergde overigens wel veel geduld.

Zilveren maan

Zaterdag ging ik aan het einde van de middag naar natuurgebied, de Weerribben. Ik maakte eerst een flinke rondwandeling om zo aan voldoende stappen te komen. Op de bekende plekjes speurde ik naar de grote vuurvlinder, maar ik zag er niet één. Ik denk dat het te hard waaide. Na een tijdje kwam ik bij een veldje waar de zilveren maan zich in de regel laat zien. Al snel zag ik de vlinder laag verscholen in de vegetatie. Het kwam vast door de wind dat de vlinder zo laag ging zitten.

De zilveren maan is een zeldzame standvlinder die vooral voorkomt in de kop van Overijssel, in Friesland en op Terschelling. Elders in Nederland zijn hier en daar nog kleine populaties.

Met een voorvleugellengte van 18-22 mm is het een kleine vlinder. Door de mooie tekening op de bovenkant en onderkant van de vleugels vind ik het een mooi verschijning.

De zilveren maan heeft een behaard koppie, het is net een oud mannetje met een hangsnor.

Na enige tijd ging het minder hard waaien. Dat was ook het moment dat de vlinders hogerop gingen zitten om voedsel te verzamelen.

Ik was blij dat ik dit moment had afgewacht.

En wat de zeldzame grote vuurvlinder betreft, laat je morgen verrassen…

Bijen in de wilde bloemenborder

In een van de borders in onze tuin stond tot vorig jaar een gunnera en vooral heel veel zevenblad. Om van het zevenblad af te komen heb ik de gunnera uitgegraven. Vervolgens heb ik de bovenste laag inclusief de wortels van het zevenblad afgegraven. Dat was een enorme klus, want de border is toch zo’n 14 m² groot. Daarna heb ik de overgebleven zevenblad en met wortel met een riek consequent uitgestoken. Het lijkt erop dat ik de strijd met het zevenblad heb gewonnen. Om dit proces van het zevenblad te vervolgen heb ik de border ingezaaid met wilde bloemen. Ook andere (on)kruiden mogen er groeien en bloeien zolang het maar geen zevenblad is…

We zijn blij met de nieuwe inrichting van deze border. Zittend onder veranda zoomde ik met de 100-400 objectief op de border. Door de beperkte scherpte/diepte ontstond deze foto.

In de border staat Bernagie of ook wel komkommerkruid genoemd. De bloemen zijn enorm geliefd bij de bijen. Ik heb mij daar met de camera een tijdje heerlijk uitgeleefd. De uitdaging zocht ik ook nu weer in het vastleggen van de vliegende bijen.

Gezellige huismussen

In deze tijd van het jaar zijn er steeds minder zingende vogels te horen. Veel vogels zingen om hun territorium te verdedigen tegen concurrerende vogelmannen en in de smaak te vallen bij de vrouwen. Nu loopt het broedseizoen voor veel soorten op z’n einde en de zangvogels vallen stil. De vroege broedsels zijn al uitgevlogen, van andere worden de jonge vogels nog even gevoerd. De komende weken beginnen sommige zelfs al aan de trek naar het zuiden. In onze tuin is geen koolmees of pimpelmees meer te zien. Er scharrelt nog een enkele merel rond en gelukkig laten ze hun zang ook nog wel horen. Het zijn vooral de huismussen die zorgen voor het nodige vertier in onze tuin.

De huismussen ‘opereren’ het liefst in een groep. Ze scharrelen graag op het dak, onder de zonnepanelen rond de schoorsteen. Ze hebben o.a. een nestje onder de dakpannen. Het ene broedsel is nog niet uitgevlogen en ze zijn alweer met het volgende bezig.

Ze scharrelen hun kostje bij elkaar in de bloemenborders, tussen de mais en in de bomen. Ze pikken een graantje mee bij de kippen. En van tijd tot tijd nemen ze een zandbadje naast het kattenkruid.

Door de vijver is er altijd voldoende water voor handen. Als door verdamping het niveau in de vijver te laag is en ze niet vanaf de rand kunnen drinken, gebruiken ze de helling. Verder staan er in onze tuin op diverse plaatsen drinkwaterbakjes.

En als laatste, een mus in de vijgenboom. Kortom, we zijn blij met al die gezellige huismussen in de tuin.

Kikkers bij de waterlelies en een witoogeend

Langs het Commissaris Cramerpad in Dwingelderveld liggen meerdere vennen. In een van die vennen bloeien waterlelies in diverse kleuren. De roze variant is een echte blikvanger. Mijn ervaring is dat de meeste fietsers afstappen om er van te genieten en ze te fotograferen.

Op een bewolkte dag fietste ik over dat pad. Hoewel ik al meerdere keren aan de rand van dit ven heb gestaan maakte ik ook nu daar een tussenstop.

Tussen en op de bloeiende waterlelies ontdekten we een aantal kikkers.

Terwijl ik bezig was met het fotograferen van de kikkers, streek er een eend neer op het water. Ik zoomde in op de eend en maakte enkele foto’s. Pas later op de computer kwam ik erachter dat het witoogeend was, een bijzondere gast.

De witoogeend broedt voornamelijk in Oost Europa en verder oostwaarts. In Europa is de soort een schaarse broedvogel, die erg in aantal is afgenomen en als bedreigd wordt beschouwd. In heel Europa vertoont witoogeend een afnemende trend. In Nederland is de witoogeend een toevallige (niet jaarlijks voorkomende) broedvogel, en overigens een zeer schaarse doortrekker en wintergast. In alle provincies kunnen witoogeenden voorkomen. Ze zijn over het algemeen tamelijk schuw. Witoogeenden komen vaak voor in concentraties duikeenden. Vogels kunnen soms lang op één plaats blijven hangen. Soms komt het voor dat witoogeenden, bij gebrek aan een partner van dezelfde soort, met andere duikeenden hybridiseren. Bron is de site van Waarneming.

Grauwe klauwier

De laatste jaren breng ik ieder jaar een bezoek aan het gebied waar de grauwe klauwier broedt. Ik hoefde niet lang te wachten totdat het mannetje zich liet zien. De witte stipjes op de foto zijn mugjes.

Dit jaar heb ik voor het eerst een vrouwtje op de foto gezet.

Het mannetje had een lekker hapje bemachtigd.

Even later trof ik het dat het mannetje zijn staart mooi liet zien.

Terwijl ik daar stond kwam er een echtpaar langs. Zij waren ook echte natuurliefhebbers. Ze kwamen uit Zuid-Limburg en waren op vakantie in Drenthe. We hebben een tijdje gezellig staan te praten. Toen de lucht steeds dreigender werd gingen we ieder ons weegs.

Zonnedauw en zonneharpen in Dwingelderveld

Op een mooie avond pakte ik mijn fiets en reed ik naar het Dwingelderveld. Daar aangekomen zag ik dat het Familiepad weer vrij toegankelijk was. Dit pad was een tijdje afgesloten omdat hier een paartje kraanvogels zat te broeden. Ik schreef daarover in dit bericht.

Op het Familiepad mag je alleen wandelen dus nam ik mijn fiets aan de hand. Regelmatig zette ik mijn fiets op de standaard om een foto te maken van het mooie uitzicht. De dopheide stond in bloei. Verder trof ik een paartje kieviten en een familie grote Canadese gans.

O.a. bij dit vennetje stond zonnedauw.

Met de 100-400 mm objectief heb ik ingezoomd op de zonnedauw.

Op deze vlonder heb ik langere tijd gestaan om te genieten van het uitzicht, de vogels en de kwakende kikkers.

Ik heb daar de zonsondergang afgewacht. Het werd geen spectaculaire roodgekleurde lucht, maar het was wel mooi. Er verschenen naar boven gerichte zonneharpen.

Insecten in het Woldlakebos

Het Woldlakebos is geen traditioneel bos. Er staan wel veel bomen, maar het is met name een drassig stuk natuur met vele slootjes. Het Woldlakebos is een ideaal gebied voor libellen en vlinders. Er komen in het Woldlakebos meer dan 40 soorten libellen voor. In de vele sloten en plassen voelen de larven zich prima thuis en langs de brede paden zijn voldoende insecten te vinden voor de volwassen libellen.

Op een ochtend was ik al heel vroeg in het Woldlakebos. Als eerste kwam ik deze pantserjuffer tegen.

Even later zag ik een viervleklibel aan een rietstengel hangen.

Voor het fotograferen van de insecten had ik mijn spiegelreflex met de 100-400 mm zoomlens meegenomen. Voor het vastleggen van het landschap nam ik mijn handzame Nikon bridgecamera mee.

Ook een klein geaderd witje kruiste mijn pad.

Een groene glazenmaker vloog voor mij langs en streek neer op een rietstengels. Als ik deze niet eerst had zien vliegen dan had ik deze niet ontdekt. Door zijn kleur ging deze libel op in de omgeving.