Libellen en andere insecten in de Weerribben

Met een vriendin tevens (natuur)fotografe ging ik op vrijdag 3 juli op stap naar de Weerribben. Voor mij was het een thuiswedstrijd, maar voor mijn vriendin uit Drenthe waren dit nieuwe plekjes. We startten in het Woldlakebos.

We gingen specifiek op zoek naar libellen en wel naar witsnuitlibellen. Eigenlijk waren we aan de late kant, want het seizoen voor bijvoorbeeld de gevlekte witsnuitlibel loopt ten einde. Dat is dan ook wel te zien aan de slijtage aan de vleugels. Ze waren onrustig en lastig te fotograferen, ik heb er slechts eentje acceptabel op de foto kunnen krijgen.

Gewone oeverlibel, een vrouwtje.

Er vloog een paringsrad van libellen voorbij. Ze landden op het pad een eindje bij ons vandaan. Door in te zoomen met de bridgecamera kon ik ze vastleggen. Geen mooie ondergrond dan wel achtergrond, maar toch krijgt deze foto hier een plekje. Het lukt mij zelden om een paringsrad van libellen vast te leggen. Volgens mij gaat het hier om de gewone oeverlibel.

De libellensoort die we veelvuldig zagen vliegen was de bloedrode heidelibel en dan met name jonge mannetjes. Slecht één keer zag ik een volgroeid mannetje vliegen en landden. Gelukkig kon ik deze vastleggen. Tussen de libellen door heb ik ook nog een hommel en een paartje rode weekschildkevers (soldaatjes) vastgelegd.

Tot slot de ‘grote’ ogen van een lantaarntje.

De bewolking nam toe. De lucht zag er eventjes dreigend uit, maar we hielden het droog.

Aan het eind van onze wandeling troffen we toevallig wederom Marijke. De natuurfotografe uit Kalenberg. Nadat we een aantal wetenswaardigheden hadden uitgewisseld vervolgden we onze weg.

Wordt vervolgd. 

Gevlekte witsnuitlibel

Onlangs maakte ik een fotokuier in De Weerribben. Mijn doel was om vlinders en libellen vast te leggen. Vlinders heb ik nauwelijks gezien, libellen daarentegen die vlogen er genoeg. Maar rondvliegen betekent nog niet stilzitten en poseren. Het viel dan ook niet mee om ze vast te leggen. Toch had ik geluk er streek een witsnuitlibel neer op een paaltje die de route aangaf van het Zompies Zoekpad.

Om welke witsnuitlibel het ging dat vond ik pas later om de computer. Volgens mij is het de gevlekte witsnuitlibel een mannetje. Het mannetje van de gevlekte witsnuitlibel heeft op het achterlijf grote vlekken, waarvan de laatste heldergeel is.

In West-Europa is de soort zeldzaam – ook in Nederland, maar er leven enkele grote, stabiele populaties in de laagveengebieden van Noordwest-Overijssel. Elders in West-Europa ontbreken zulke populaties vrijwel geheel, wat Nederland een internationale verantwoordelijkheid geeft. In de laagveengebieden moeten verlandingsvegetaties, die belangrijk zijn voor de ontwikkeling van de larven, in stand blijven. Bron is deze site. Of kijk voor meer informatie en foto’s op de site van Johannes Klapwijk.

De libel richtte met enige regelmaat zijn achterlijf omhoog. Ik kan op internet niet vinden waarom hij dat doet. Misschien deed de libel dat door een gevoel van dreiging.

Het leek net of de witsnuitlibel een lichtje in zijn mond had. Ik denk dat het kwam door het zonlicht wat door de facetogen naar binnen viel.