Tijdens ons verblijf op Texel ben ik op een ochtend vroeg op stap gegaan. Ik reed met de auto naar de Waddendijk om daar een zonsopkomst te fotograferen. Die fotoserie is hier te zien. De auto had ik bovenop de dijk geparkeerd, zo had ik mooi zicht naar alle kanten. De molen kleurde mooi door de opkomende zon.
Er was een dreigende lucht en er vielen een paar spetters. Het volgende moment was er een regenboog ontstond er een regenboog.
Weer een paar minuten was er een volledige regenboog te zien. Met de groothoeklens kon ik deze ook helemaal in beeld brengen.
Wat een feest om dat mee te maken.
Mooi om te zien hoe de lucht voortdurend veranderde.
Wat de dreigende wolken, die vanuit het noorden kwamen aandrijven, zouden brengen heb ik maar niet afgewacht. Met een voldaan gevoel reed ik terug naar het ontbijt in het vakantiehuis.
Op de laatste dag van ons verblijf op Texel keek ik om 7 uur uit het raam. Het zag er veelbelovend uit. Ik kleedde mij snel aan, pakte mijn fotospullen en sloop het vakantiehuis uit. Ik reed naar Het Wad, want aan die kant zou de zon opkomenā¦
Ik parkeerde de auto bovenop de Waddendijk. Zie Google Maps. Tot mijn verrassing was er een gat in de bewolking precies op de plek waar de zon opkwam. Het was een feest om daar te zijn. Met uitzicht op een oneindig landschap. Het was genieten!
Na de kleurrijke zonsopkomst kwam er een dreigende lucht. Dat was voor mij het moment om terug te keren naar het ontbijt in het vakantiehuis.
Binnendijks gebeurde ook iets moois, maar dat laat ik jullie morgen zien.
Tijdens die paar dagen op Texel mocht een wandeling in De Slufter natuurlijk niet ontbreken. De Slufter is het bekendste en een uniek natuurgebied op Texel.
De Slufter staat in open verbinding met de Noordzee. Na een aantal mislukte pogingen om er een landbouwpolder van te maken, werd aan het begin van de 20e eeuw besloten het zeegat open te laten. Het Sluftergebied bestaat uit een krekenstelsel dat soms na een storm onder water staat. Je vindt er zouttolerante planten als zoutmelde, zeekraal, de geurige zeealsem en het lamsoor, waarvan de bloemen in de zomer het hele gebied paars kleuren.
Het grootste deel van De Slufter wordt als vogelbroed en -rustgebied beheerd. Alleen het zuidelijke gedeelte is vrij toegankelijk. Je kunt vanaf de Sluftertrap het pad volgen tot aan het strand. In het noordelijke stuk broeden veel vogels, zoals eidereend, bergeend en kluut. In de Sluftergeul leven zeedieren als krabben, garnalen en platvis. Bron is deze site.
En ook in de Slufter zag ik een tureluur.
Op de heenreis namen we de trap om het duin over te steken. Bij het beginpunt wandelden we over het slingerende voetpad over de duin terug naar de auto.
Tijdens ons verblijf op Texel maakten we, zoals gebruikelijk, een wandeling op het strand bij de vuurtoren. Het weer werkte op dat moment niet mee. Er was een dicht wolkendek en er waaide een stevige koude wind uit het noordoosten.
Het kon Nora niet deren, zij rende zich warm tijdens het spelen met andere honden. Toen we weer richting de vuurtoren wandelden piepte de zon door het wolkendek. Wij besloten eerst koffie te gaan drinken in de gezellige strandtent.
Tijdens de koffie brak het wolkendek helemaal open. Tussen de laatste foto in bovenstaande serie en de eerste foto hieronder zat 33 minuten. Omdat het zo mooi weer was geworden maakten we een tweede wandeling en wel richting de golfbreker.
Vanaf de golfbreker liepen we weer terug richting de vuurtoren. Eenmaal terug bij de strandtent zagen we dat het buitenterras inmiddels ook goed was bezet.
Tijdens ons verblijf op Texel zag ik diverse soorten eenden. Daarvan was de meest bijzondere de wintertaling. De wintertaling staat op de rode lijst als kwetsbaar. De wintertaling zat ver weg en dus moest ik behoorlijk inzoomen met mijn Nikon bridgecamera.
Andere soorten eenden die ik tijdens ons kort verblijf op Texel zag waren eidereenden, bergeenden, kuifeenden en smienten.
Tijdens mijn ritje op Texel met de camera“s op de passagiersstoel reed ik van Den Burg naar Oosterend. Rijdend over de Oosterenderweg zag ik aan de rechterkant een wulp in het weiland staan. Wat een verrassing. Die wilde ik wel graag op de foto zetten. Het was een drukke doorgaande weg dus moest ik wel even goed kijken naar een geschikt plekje om de auto neer te zetten. Dat lukte. Zie Google Maps. Ik moest wel uit de auto om de wulp te fotograferen. Aanvankelijk stapte de wulp bij mij vandaan, maar even later kwam de wulp toch weer mijn kant op. De fotoserie is gemaakt met de Nikon bridgecamera.
De volgende ochtend maakte ik een ritje binnendijks aan de kant van De Wad. Plotseling zag ik een steltloper foerageren. Toen ik inzoomde zag ik dat het een tureluur was. Het leek net alsof tureluur aan het wadlopen was. Het slib bleef aan de pootjes plakken. Eventjes door het water en de pootjes waren weer schoon.
Na de fotosessie bij de schapen met hun lammetjes reed ik door naar het Doolhof op De Hoge Berg. Aan de oostzijde van het Doolhof ligt De Zandkuil. Zie Google Maps. De Zandkuil is het enige insectenreservaat van Nederland. Het gebied, een oude zandafgraving van slechts 0,74 hectare groot, ontstond in 1742. Sinds 1925 is het terrein officieel natuurreservaat en wordt het beheerd door Natuurmonumenten. Omdat het zand in De Zandkuil zo stevig is, kunnen graafwespen en graafbijen hier prima holletjes graven. In de verschillende soorten zand die de zandkuil rijk is, zijn meer dan veertig soorten wespen en bijen te tellen. Andere insecten, zoals libellen en vlinders, vertoeven eveneens graag in het gebied. Bron is deze site.
De Hoge Berg is 15 meter hoog en is een stuwwal uit de voorlaatste ijstijd. De Hoge Berg loopt grofweg van de dorpen Oost tot aan Den Hoorn. Tussen Den Burg en Oudeschild is het kenmerkende heuvellandschap met de tuinwallen, drinkkolken en schapenboeten aanwezig. Aan de oostkant liggen een aantal bosjes, waarvan het Doolhof de bekendste is. Bij het Doolhof parkeerde ik mijn auto en begon ik aan de wandeling.
De geschiedenis van het bosje op De Hoge Berg begint in 1764 toen commissaris en commies Cornelis Roepel een stuk land van 17 are kocht op de Hoge Berg. Vanaf dit punt had men een prachtig uitzicht op de Rede van Texel. Bovendien is er een klein heuveltje in het gebied. Van dit heuveltje gaan verhalen op Texel dat er een grote kei in verborgen zou liggen. De kei heet de Engelse Steen omdat hij helemaal onder de Noordzee door zou lopen tot in Engeland.
Roepel maakte er een mooi landgoedje van met een sterrebos en een wandellaan. In 1784 werd het verkocht aan de heer Kikkert. Deze maakte er een uitspanning en legde er een klein doolhof aan. In 1840 kwam het bos in bezit van de gemeente Texel. In die tijd werd het een geliefd gebied voor uitstapjes en dat bleef het een hele tijd.
Het doolhof verdween en werd een bos, met een clubhuis van een sociĆ«teit. Het bosje wordt vermeld in de Camera Obscura van Hildebrand in het gedeelte over Teun de Jager, als ‘Nietig overschot van vroegere woudpracht’. Met Pinksteren was het ‘Bossiesdag’. Toen ging de Texelse jeugd naar het Doolhof. Deze gewoonte is door de kerken van Den Burg aan het eind van de twintigste eeuw weer opgepakt. Bron is Wikipedia. De echte liefhebber van geschiedenis kan op deze site nog meer informatie vinden.
Een typisch element in het Doolhof is ‘De Zeven Pannenkoeken’. Dit is een steile heuvel met zeven treden. In het begin van de 21ste eeuw heeft Staatsbosbeheer ‘De Zeven Pannenkoeken’ hersteld. De treden zijn uitgevoerd in cortenstaal en werden gemaakt door lasbedrijf Rob Bakker uit Oudeschild. Bron is deze site.
Er was mij verteld dat er op de Hoge Berg sneeuwklokjes zouden staan. Wat mij niet was verteld dat het bos vol stond met krokussen. Dat was een verrassing en een feest om te lopen te midden van een kleurrijk tapijt. Er waren zelfs al een paar hommels driftig op zoek naar stuifmeel. Dit waren voor mij de eerste hommels van dit jaar. Het voorjaar komt eraan!
Na de wandeling met ons vieren in de haven van Oudeschild hebben we ons opgesplitst. Ik ben alleen in de auto verder gegaan met de camera“s naast mij op de passagiersstoel. Als je over Texel rijdt of fietst dan is de witte toren in Den Hoorn een baken in het landschap. Ik heb onder de rook van Den Hoorn een stop gemaakt om deze, ietwat scheefstaande, kerk met toren op de foto te zetten.
Wat verder opvalt op Texel zijn de weilanden vol met schapen. Texel is de gemeente met het grootste aantal schapen, ongeveer 24.000. In het voorjaar zijn de schapen vergezeld van lammetjes.
Deze foto’s van de schapen en lammetjes zijn gemaakt in het Hoge Berg-gebied. De weilanden worden hier omringd door tuinwallen oftewel tuunwallen. Deze tuunwallen zijn in dit gebied bewaard gebleven omdat dit gebied werd aangewezen als landschapsreservaat. De tuunwallen zijn als perceelafscheidingen beschermd verklaard. Er worden zelfs nieuwe exemplaren aangelegd. Tuinwallen zijn namelijk niet alleen handig en mooi; ook hebben ze een hoge natuurwaarde. Bron is deze site.
Een lammetje was met een stokje aan het spelen. Een koddig gezicht.
Na de onderbreking door de fotoseries van de sneeuw ga ik vandaag weer verder met de fotoseries die ik maakte tijdens ons verblijf op Texel. Een paar weken geleden waren we een halve week op Texel. We hebben het prima getroffen met het weer. Op de eerste dag maakten we een wandeling door de haven van Oudeschild.
Terwijl we uitkeken over De Waddenzee kwam er net een boot terug van een zeehondentocht. Even later voer de supersnelle Bruuzer de haven uit op weg naar de zeehonden op het eiland de Razende Bol.
Na mijn fotosessies in de sneeuw op landgoed De Eese, bij de Hunebedden en in Darp was ik tegen koffietijd weer thuis. Eenmaal thuis wilde ik nog een fotoserie maken van tuinvogels voordat de zon de sneeuw had doen smelten. Ik strooide voer bovenop de sneeuw. De tuinvogels deden zich al snel tegoed aan het voer op de smeltende sneeuw.
Speciaal voor de vinkjes strooide ik voer op de grond. Een mannetje en vrouwtje vink hadden het voer snel ontdekt. Het maakt de mussen niet uit waar het voer wordt gestrooid of opgehangen, zij eten aan iedere dis.