Vishevel bij Roptazijl

Vanaf Harlingen reed ik naar de Waddendijk. Ik kwam aan in Roptazijl. Roptazijl is een buurtschap wat ligt op de grens van de gemeenten Harlingen en Waadhoeke. Zie Google Maps. In Roptazijl staat gemaal Ropta. Het gemaal wat gebouwd is in 1973 loost het water vanuit het achterland via de Roptavaart op de Waddenzee.

Op het erf van het gemaal staat een kunstwerk. Dit kunstwerk verwijst naar de vishevel wat in 2001 op deze plaats is aangelegd. De vishevel is onderdeel van het project ‘Ruim Baan voor Vissen’. Dit project zorgt voor de verbetering van de vismigratie en de visstand. Men zorgt voor zwemroutes langs sluizen, gemalen, stuwen, dijken en dammen, zodat vissen makkelijker kunnen migreren tussen de zoute Waddenzee en de zoete binnenwateren. 

Roptazijl is een van de beste intreklocaties voor trekvis en daarom is op deze plaats een vishevel aangelegd. De vishevel werkt als volgt.

  • Vissen die het zoete water in willen worden aangetrokken door het zoete water wat uit het gemaal de Waddenzee instroomt.
  • Er verzamelt zich een grote hoeveelheid vissen voor het gemaal.
  • Het gemaal wordt stilgezet.
  • Met een kleine pomp wordt er zoet water in een inzwembak gepompt. Deze bak staat in verbinding met de zee.
  • De vissen zwemmen de bak in.
  • Als deze bak vol met vis zit wordt deze afgesloten van de zee.
  • Dan wordt de buis tussen de bak met vissen en het zoete water vacuüm gezogen waardoor er een zogenaamde hevel ontstaat.
  • Het water met daarin de vissen stroomt in het zoete water, in de Roptavaart. Bron is het informatiepaneel.

Na de fotosessie bij het kunstwerk en het Roptagemaal beklom ik de Waddendijk.

Vanaf de dijk had ik een prachtig uitzicht.

Vanwege deze maatregel zoals de aanleg van een vishevel ben ik wat dieper in de materie gedoken. Daarbij kwam ik uit op het verhaal van de paling (aal). De Europese paling is een ernstig bedreigde soort. Tijdens de afgelopen veertig jaar namen de aantallen af met maar liefst 98 procent. Door het treffen van diverse maatregelen gaat het gelukkig weer beter met de palingstand in bijvoorbeeld het IJsselmeer. Er zijn vangstverboden voor glasaal langs de Europese kusten (die gingen illegaal voor veel geld naar het verre oosten). Er worden hindernissen weggenomen door vispassages te plaatsen zodat de aaltjes van zout naar zoet kunnen trekken. De palingvissers zijn gebonden aan een quotum. Daarnaast zetten vissers de geslachtsrijpe schieraal die naar de paaigebieden trekt met bakken vol over de dijk. Bron is deze site.

De bijzondere levenscyclus van de paling is als volgt:

  • Een geslachtsrijpe paling (zilverpaling of schieraal) zwemt vanuit de rivier stroomafwaarts naar de zee. Ze zwemmen naar het voortplantingsgebied in de Sargassozee. Tijdens die tocht van 7.000 km eten ze niet. Na die tocht en de paring zijn ze dan ook uitgeput en gaan ze daar dood.
  • Uit het eitje van de paling komt een zogenaamde wilgenbladlarve. Deze larven reizen met behulp van de Atlantische Golfstroom in ongeveer twee jaar tijd naar de Europese kusten.
  • Als de larve de Europese kust bereikt transformeert ze tot een glasaaltje. De glasaal is nog steeds doorzichtig, maar minder afgeplat.
  • Vanuit de riviermonding trekt ze actief zwemmend de rivier op en krijgt steeds meer kleur. Nu ziet ze er al meer uit als een paling, zij het in miniformaat. In deze levensfase noemen we de jonge paling elver. Als ze eenmaal een geschikt leefgebied vindt in de rivier, is de trek voorbij.
  • De paling blijft nu voornamelijk op één plek en maakt slechts korte uitstapjes om te jagen of zich te verschuilen. Ze groeit op tot gele paling en blijft tussen de drie en de twintig jaar in deze levensfase, afhankelijk van de omgevingsomstandigheden.
  • Eenmaal geslachtsrijp, verandert ze in een zilverpaling of schieraal met een lichte buik en donkere rug. Ook vergroten de ogen. De paling is nu klaar om opnieuw stroomafwaarts te trekken, naar de Sargassozee. Bron is deze site.

Op internet vond ik een interessant filmpje dat de mysterie rond de bevruchting opheldert.

Ten slotte nog iets over de consumptie van paling. Ik lust geen paling en na het lezen van het volgende ga ik er ook niet aan beginnen. De vette paling kan namelijk vol zitten met giftige stoffen als dioxines en pcb’s. Onze rivieren zitten vol met dioxines en pcb’s. Jarenlang kwamen deze stoffen vrij bij verbrandingsprocessen en sloegen ze neer op de bodem van de rivier. Inmiddels zijn deze stoffen verboden. Op de rivierbodem voedt de paling zich met algen en bodemdieren en zo krijgt de vette vis verhoudingsgewijs veel van dit gif binnen. Dioxine breekt niet af en wordt opgestapeld in het vet van de aal. Wat de gevolgen zijn voor de paling is niet bekend. Er zijn wel aanwijzingen dat een teveel van dit soort stoffen effecten kunnen hebben op de vruchtbaarheid van de vis. Bij de mens kunnen dioxines op termijn kanker veroorzaken en de hormoonhuishouding verstoren. Bron is deze site. De mannen op onderstaande foto gingen niet vissen voor hun eigen bedrijf, ze gingen sportvissen. Al snel bleek dat ze op deze locatie niets zouden vangen en zochten ze hun heil elders.

Harlingen

Vorige week zaterdag was ik in Harlingen om daar een tweedehands objectief op te halen die ik via Marktplaats had gekocht. Het is een Canon 16-35 mm. Met dit objectief heb ik meer groothoekbereik en dat is handig bij het fotograferen van o.a. landschappen. Ik besloot het objectief meteen uit te proberen in Harlingen. Met enige schaamte moet ik bekennen dat ik deze stad alleen ken van de veerboot naar Terschelling. Hoog tijd dus om de stad eens te gaan verkennen.

Het was windstil en prachtig weer. Onderstaande foto is gemaakt bij de buitenhaven.

Vanaf de buitenhaven wandelde ik naar Het Wad.

Na het genietmoment op Het Wad wandelde ik weer terug naar de haven.

Van de buitenhaven liep ik naar de binnenhaven.

Na de wandeling door de binnenhaven en het centrum liep ik weer terug naar de auto. Toevallig voer net de snelboot naar Terschelling langs. Omdat ik toch in het hoge noorden was reed ik vanaf Harlingen naar de Waddendijk, maar daarover later meer.

Kramsvogels, koperwieken en spreeuwen

Na mijn fotoserie in Kalenberg reed ik het dorp uit. In het land langs de weg zag ik een grote groep vogels zitten. Ik zette mijn auto aan de kant van de weg. Op het moment dat ik stopte vloog de groep vogels op en streken een eind bij mij vandaan weer neer in het weiland.

Ik had helaas mijn Canon 100-400 mm thuis gelaten, maar gelukkig had ik mijn Nikon bridgecamera in de fototas zitten. Door de zoeker van die camera zag ik dat het een groep kramsvogels, koperwieken en spreeuwen was.

Ik bleef staan met het zijraam naar beneden, daarbij zat ik aan de goede kant van de auto. Na verloop van tijd scharrelden er enkele vogels weer wat meer mijn kant op. Door met de Nikon maximaal in te zoomen kon ik onderstaande fotoserie maken. Het was voor mij al lang geleden dat ik een dergelijke groep in het weiland zag. We hebben in een hele koude winter wel kramsvogels en koperwieken bij de voedertafel in de tuin gehad.

Kalenberg

Vanaf de Hoogeweg reed ik door naar het dorpje Kalenberg. Vlak voor het dorp maakte ik een foto van de kletsnatte landerijen. Dat ik op de terugweg daar een mooie waarneming zou doen dat kon ik toen nog niet bevroeden, maar daarover de volgende keer.

Kalenberg bestaat voor een groot gedeelte uit lintbebouwing. De huizen aan de oostkant staan aan de weg en de huizen aan de westkant staan aan een fiets-/wandelpad. De huizen op onderstaande foto staan aan de kant van het pad. Die bewoners kunnen hun woning alleen te voet, per fiets of met de boot bereiken. In het centrum van het dorp is een bruggetje aanwezig. Zie Google Maps. De bewoners die ver bij het centrum vandaan wonen parkeren hun auto tegenover hun huis en maken de oversteek per boot.

Ik ben opgegroeid in een naastgelegen buurtschap. Kalenberg heeft om meerdere reden een speciaal plekje in mijn hart. Mijn vader is daar opgegroeid. Ik zat daar op de kleuterschool. Vanaf mijn 16e had ik daar een bijbaan op een rondvaartboot. Kalenberg ligt in Nationaal Park Weerribben-Wieden. Het nationale park is het grootste aaneengesloten laagveengebied van Noordwest-Europa. Kalenberg is in binnen- en buitenland befaamd om het Kalenberger riet. Het riet wordt gebruikt voor het dekken van rieten daken. Het toegangsbord was nieuw voor mij. Op het bord staat een blad van de gele plomp oftewel een pompeblad. Een plant die veel voorkomt in de Kalenbergse wateren. Naast het pompeblad staat een watermolen. Deze worden gebruikt om het rietland te voorzien van water.

Na mijn stop aan de zuidkant van het dorp reed ik door naar het noorden. Daar heb ik mijn auto geparkeerd op de loswal aan het einde van het dorp. Aan deze wal kunnen grotere boten worden afgemeerd voor het laden en lossen van groot materieel. Materieel wat vervoerd moet worden naar plekken die niet per auto zijn te bereiken. Aan de wal lag een ponton met daarop onderdelen voor een prefab woning.

Vlak voordat ik Kalenberg uitreed maakte ik nog een foto van het natte rietland. Er was al volop riet gemaaid. Het lijkt me nog een hele klus om het riet uit dat rietland te krijgen.

Wordt vervolgd.

Dreigende wolkenluchten

Het weerbeeld in januari kenmerkt zich door grijze dagen, dagen waarop het de hele dag plenst van de regent, dagen met volop zonneschijn en dagen met felle winterse buien met tussendoor opklaringen. Kortom het is een echte Hollandse ‘wintermaand’. De dagen waarop buien en opklaringen elkaar afwisselen leveren vaak de mooiste wolkenluchten op. Na dagen binnenzitten of beter gezegd binnen liggen, was ik op een middag zover dat ik er weer even uit kon. De dreigende wolkenluchten waren zo fascinerend dat ik de drang om een ommetje te maken niet meer kon weerstaan.

Bijna alle foto’s zijn gemaakt aan de Hoogeweg. De eerste foto is gemaakt op de plek waar Jan en ik half december de schaatsers fotografeerden.

Wordt vervolgd.

Sperwer

En als je dan veel vogels in de tuin hebt dan kan het niet anders dan dat er gasten langskomen met ‘verkeerde’ bedoelingen. En zo gebeurde het dat er een sperwer een kijkje kwam nemen bij een van de voederplaatsen. Mijn man zag de sperwer voor het raam langs vliegen. De sperwer landde op de grond naast het voederhuisje. De sperwer kwam er al snel achter dat daar niets viel te halen en ging vervolgens op de coniferenhaag zitten naast het voederhuisje. Mijn fotomaatje, Jan was bij ons op bezoek. Vanwege rugklachten zou er van een fotokuier niets komen dus hebben we er een ziekenbezoek van gemaakt. Zowel Jan als ik hadden de camera binnen handbereik. We begonnen vanachter het raam driftig met fotograferen. Op onderstaande foto is de weerspiegeling in het raam te zien. Bij het verder inzoomen viel dat probleem weg.

Even leek het erop dat de sperwer achter de coniferenhaag zou verdwijnen, maar dat gebeurde gelukkig niet. Vanaf de coniferenhaag hield hij de omgeving goed in de gaten. Even later ging hij naar de andere kant van het voederhuisje om te kijken of daar nog vogeltjes waren. De vogeltjes waren natuurlijk al lang gevlogen. Het volgende moment koos de sperwer een hogere uitkijkpost en streek neer in de appelboom. Als laatste koos de sperwer ons hek als plekje om naar vogeltjes te speuren. Omdat ik niet op de goede plek in de woonkamer stond heb ik daar geen foto’s van kunnen maken. Jan had meer geluk en die foto’s kun je op zijn weblog bewonderen. Bijzonder om te zien hoe de kleur verschilt tussen de sperwer op de haag of in de boom.

Met dank aan mijn man die de sperwer als eerste ontdekte! Het gebeurt wel vaker dat een sperwer zich in onze tuin laat zien. De laatste keer was op 4 mei in 2021. Toen had een sperwer een prooi bemachtigd. Klik hier voor die serie inclusief een filmpje.

Groenling

Het was op 12 december dat een groenling zich liet zien op onze voedertafel. Dankzij de grafieken van Jan zag ik dat de temperatuur in die periode onder het vriespunt lag. Groenlingen zijn merendeels standvogels. Na het broedseizoen trekken ze in groepjes rond. Sommige trekken vanaf september tot eind november naar Frankrijk en het Iberisch Schiereiland of zelfs naar Marokko. In ons land overwinteren Scandinavische vogels. De voorjaarstrek loopt van maart tot in mei. Sinds die keer halverwege december heb ik ze ook niet weer gezien. Misschien komen ze alleen maar op de voedertafel tijdens een periode met vorst.

Stiekem hoop ik nog wel op een mooi laagje sneeuw. Een laagje sneeuw op de voedertafel met daarop het vogelvoer en daarbij de foeragerende vogeltjes dat vind ik zo’n echt mooi winters decor. Misschien laat de groenling zich dan ook weer zien.

Een huismus, ‘Je bent al genoeg’

Vanwege mijn gedwongen rust heb ik voor dit bericht een foto van een huismus gekozen…

Doordat ik aan huis ben gebonden moet ik mijn tijd anders indelen dan gebruikelijk. Ik heb daarom mijn e-reader weer eens ter hand genomen. Het voordeel van een e-reader is dat je ook liggend op de zij prima kunt lezen. Een paar dagen geleden werd ik getipt door een collega praktijkopleider over een boek. Een must-read. Gisteren heb ik het e-book gekocht en ben meteen begonnen met lezen. Het is een boek van Thijs Launspach en heet ‘Je bent al genoeg’. Hoe houd je je staande in een wereld van prestatiedruk, gelukterreur en idioot hoge verwachtingen? Herken je het gevoel dat er altijd wel iets is om ontevreden over te zijn? Het wordt tijd dat we onszelf, en de mensen om ons heen, ontdoen van al die torenhoge verwachtingen. In dit boek beschrijft Launspach hoe het anders kan. Ik durf wel te stellen dat ik op mijn leeftijd mijzelf geen hoge verwachtingen meer opleg. Maar als moeder en praktijkopleider behoor ik wel tot de wereld waarin onze kinderen en onze stagiaires zich moeten handhaven. In die hoedanigheid kan ik hen helpen om die lat niet steeds hoger te leggen. ‘Kijk naar het hetgeen wat je al hebt bereikt. Wees daar trots op!’