Lepelaar in broedkleed

Na ons bezoek aan de Twitterhut en de oeverzwaluwen stelde ik onze zoon voor om nog even naar de Rietweg te rijden om te kijken of daar nog lepelaars foerageerden. We hadden geluk!

Al foeragerend scharrelden ze steeds verder in onze richting. Een van de lepelaars was in broedkleed. De lepelaar heeft dan een opvallend dikke, afhangende kuif, een gele borstband en geel op het uiteinde van de snavel.

Terwijl ik de lepelaars fotografeerde vloog er een aalscholver door het beeld. Na het tijdje hielden de lepelaars het voor gezien en vlogen weg in noordelijke richting.

Op internet vond ik een leuke site over de lepelaar. Klik hier.

Oeverzwaluwen

Vorige week vrijdag ben ik aan het eind van de middag op stap geweest met onze zoon. Hij studeert Ecology. We delen beiden de liefde voor de natuur. Als eerste gingen we naar de vogelkijkwand. Zie Google Maps.

Er waren geen spectaculaire waarnemingen. Een paar zwanen gaven een lichte rimpeling in het spiegelgladde wateroppervlakte.

Vervolgens reden we naar kijkhut de ‘Twitterhut’. Zie Google Maps. Ook hier hadden we stil water. Bij de Twitterhut staat een oeverzwaluwwand.

Bij de wand was het een drukte van belang. Oeverzwaluwen vlogen af en aan. Op de oeverzwaluwwand staat een gedicht wat geschreven is door Heleen Bosma.

vederlicht is onze ziel
van dons en zijdezacht
we zijn een stipje in het zwerk
een knipoog naar de zwaartekracht

Met de 100 – 400 mm zoomde ik in op de oeverzwaluwen.

Zwartewatersklooster

We gaan verder met de fotokuier die Jan en ik vorige week samen maakte. Vanaf het eco-aquaduct reden we naar de vogelkijkhut De Olde Maten. Jan heeft daar een mooi bericht over geschreven op zijn weblog. Vandaar reden we verder en kwamen we aan in buurtschap Zwartewatersklooster. Zie Google Maps.

Zwartewatersklooster ligt op een rivierduin tussen Hasselt en Zwartsluis. Het is een kleine woonkern met 12 erven, voornamelijk boerderijen. Vanuit de auto zagen we deze in het oog springende boerderij. Hier moest wel even een foto van gemaakt worden. Het bleef niet bij deze boerderij, we zagen nog meer interessants om te fotograferen.

Via een informatiebord kwamen we achter de geschiedenis van dit plekje en de oude boerderijen. Van 1233 tot ca. 1580 stond op deze plaats het Zwartewaterklooster…


Na de reformatie werd de kapel van het klooster verwoest en werden de drie overgebleven kloosterpanden ingericht tot boerderijen. De oudste drie boerderijen dateren uit 1786 en zijn deels met bouwmateriaal uit het voormalig klooster opgetrokken. Deze boerderijen werden rond 1780 afgebroken omdat ze in slechte staat waren en ten noorden van de kloosterplaats opnieuw opgebouwd op de plaats waar zij nu nog staan.

Terwijl we daar rondliepen en foto’s namen kwam een van de bewoners naar ons toe. We maakten een praatje. Hij wees ons op de beschadigde boom voor het huis. Die boom is meerdere keren geraakt door auto’s die de bocht te ruim namen.

Een weekje later, op een prachtige dag, ben ik opnieuw naar deze omgeving gereden. Op de dag dat Jan en ik daar samen waren hebben we de begraafplaats overgeslagen en die wilde ik toch wel bezoeken. Mijn eerste stop was aan de Zwartewaterkloosterweg ten oosten van het buurtschap. Zie Google Maps. Op onderstaande foto kun je zien dat ook het achterhuis wordt bewoond. Dubbele bewoning is in die contreien geen uitzondering, ook in het nabijgelegen Rouveen komt dat veel voor.

Op de begraafplaats hebben bewoners van Zwartewatersklooster, De Velde en Roebolligerhoek het recht van begraven. De begraafplaats ligt op een heuvel. Op de begraafplaats staat een huisje voor opslag (vroeger het lijkenhuisje) en een aantal enorme bomen.

Waarschijnlijk gaat de geschiedenis van deze begraafplaats terug tot de eerste dagen van het Benedictinessenklooster in de 13e eeuw. Nu is het kerkhof het gemeenschappelijke eigendom van de bewoners van ’t Klooster en de omliggende buurtschappen. De gemeente of de kerk hebben er niets mee te maken, de bewoners regelen hun zaken zelf. Sinds 1969 is het de Stichting Begraafplaats Zwartewatersklooster. 

In buurtschap Zwartewatersklooster, ook wel simpelweg ’t Klooster genoemd, vindt de familienaam Ten Klooster zijn oorsprong. Toen het in 1811 verplicht werd om een geslachtsnaam aan te nemen, kozen de bewoners van dit gehucht voor de achternaam Ten Klooster, naar de plek waar ze woonden. Veel is er sindsdien niet veranderd. Na 200 jaar wonen er nog steeds Ten Kloosters in Zwartewatersklooster. Het kan niet uitblijven dat de naam Ten Klooster de meest voorkomende naam is op deze begraafplaats. Dat wordt bevestigd op deze site. Begeleid door vogelgezang maakte ik een rondgang over de begraafplaats. In diverse teksten op de grafstenen lees je dat men zich geborgen weet bij God…

Als afsluiting van deze serie wil ik aandacht besteden aan een van de oude beroepen van de Ten Kloosters… Noordwest Overijssel was vanouds een streek waar veel eendenkooien waren. Sinds mensenheugenis zijn de Ten Kloosters actief als kooiker. Op een topografische kaart uit 1900 vind je naast de boerderijen ook de eendenkooien De Hutte en De Oude Kooi op de kaart. In een boek over eendenkooien uit 1944 wordt melding gemaakt van een aantal “oude, echte kooikersgeslachten die reeds vele jaren de vangerij beoefenen: […] De Ten Kloosters uit het Hasseltsche, die zich ook reeds over Friesland verspreid hebben”

Wie meer wil lezen over de geschiedenis van deze omgeving kan terecht op deze site en deze site. Deze sites heb ik tevens als bron gebruikt.

Rijp en grondmist op Koningsdag

Vanochtend werd ik om kwart over zes wakker. Ik keek naar buiten en besloot meteen op pad te gaan. Ik heb er van genoten.

Rond koffietijd was ik weer thuis. En van dat kopje koffie genoten we heerlijk buiten in het zonnetje. Eindelijk.

Ik kwam weer met voldoende foto’s thuis, maar dat is voor later. Morgen gaan we eerst naar Zwartewatersklooster…

Eco-aquaduct

Vorige week was ik op stap samen met Jan. Jammer genoeg treffen we het de laatste tijd niet met het weer als we samen op stap gaan. Ook nu was het een bewolkte dag waarbij een grijze lucht de boventoon voerde. Ook al werkt het weer niet mee, we maken er altijd het beste van. Na de koffie gingen we eerst naar een monument in Blesdijke. Daar kom ik op een later moment op terug.

Na de fotosessie in Blesdijke reden we naar mijn zus. Daar hebben we tijdens de lunch gezellig bijgepraat. Toen we weer in de auto zaten stelde ik voor om naar natuurgebied De Olde Maten te gaan. In het tv-programma Binnenste Buiten van 16 februari werd er aandacht besteed aan dit gebied. Zie Google Maps.

Olde Maten en Veerslootlanden – een gebied tussen Zwartsluis en Staphorst – vormt samen met de Weerribben, de Wieden en de Rottige Meente het grootste aaneengesloten laagveengebied in West-Europa. Om de natuurwaarden in stand te houden en te ontwikkelen, is de hoofdfunctie in het gebied (natte) natuur.

Uniek in dit gebied is het eco-aquaduct. Een dergelijk bouwwerk van twee kruisende watergangen is nergens anders in Nederland te vinden. En volgens boswachter Egbert Beens is het uniek in de hele wereld. Dit eco-aquaduct is aangelegd in 2014.

Door het eco-aquaduct is het mogelijk dat er in een groot gebied een verschillend waterpeil wordt gerealiseerd en dat dieren zonder barrières de weg en het kanaal kunnen passeren. Onder andere de otter, waterspitsmuis, ringslang, heikikker en bittervoorn kunnen zich hierdoor in een groter gebied bewegen.

Het waterpeil voor de natuur wordt zo gescheiden van die voor de landbouw. De natuur heeft belang bij een hoger waterpeil en de landbouw juist bij een lager peil. De Natte As van circa 25 meter breed en een stelsel van sloten, zorgt ervoor dat het water in het natuurgebied tot in de kern kan doordringen. Door de scheiding van de waterpeilen ontstaat tevens water van andere kwaliteit, wat noodzakelijk is om de natuurdoelen te halen. Er zijn maatregelen uitgevoerd om de ontwikkeling van zogenaamde ‘blauwgraslanden’ mogelijk te maken, een bijzonder soortenrijke plantengemeenschap van schraal nat grasland. Ook zijn delen voor weidevogels aangelegd en is het maaiveld omlaag gebracht naar grondwaterpeil door te plaggen en er zijn nieuwe boksloten gegraven.

Op het bruggetje hing een bord met de tekst: ‘Brug te ver’. Ik was heel benieuwd waarom dat bordje daar hangt. Op internet vond ik daarover het volgende. Als het aan de burgemeester en wethouders van de gemeente Staphorst ligt wordt het cultuurlandschap De Olde Maten en Veerslootlanden geen Nationaal Park. Deze status is voor Staphorst een ‘Brug te ver’. De Rottige Meenthe in Zuid-Friesland wordt wel een nationaal park en sluit aan op de Weerribben-Wieden, ook een nationaal park en ook oud cultuurlandschap. De ontbrekende schakel zijn de Olde Maten en Veerslootslanden als het om de status nationaal park gaat. Dit gebied sluit weer bijna naadloos aan op de noorderburen. Als het aan Staphorst ligt, blijft dat zo. Geen nationaal park, maar gewoon natuurbeheer en niet meer dan dat.

Het tv-programma van Binnenste Buiten kun je hier bekijken. Verder heb ik deze, deze, deze, deze en deze bron gebruikt.

Levendbarende hagedis

Op de dag dat ik de parende ringslangen fotografeerde zag ik ook een hagedis wegschieten. Ik had al gelezen op het informatiebord dat in de Delleboersterheide de levendbarende hagedis voorkomt. De waarneming werd op dat moment bevestigd door een andere fotograaf.

Even later zagen we aan de andere kant van de vlonder een levendbarende hagedis in het zonnetje liggen. Met 400 mm trok ik de hagedis zo goed mogelijk dichterbij. Eenmaal thuis zag ik op de foto’s dat ik iedere keer een ander deel van de hagedis scherp in beeld had gebracht. Dat komt door de beperkte scherpte/diepte bij 400 mm.

In Nederland komen vier soorten hagedissen voor en wel de hazelworm, de zandhagedis, de levendbarende hagedis en de muurhagedis. Levendbarende hagedissen zijn eierlevendbarend. De eieren komen in het moederlichaam tot ontwikkeling en komen tijdens of zeer kort nadat ze zijn afgezet, uit. De legselgrootte is sterk afhankelijk van de grootte van het vrouwtje en varieert tussen de drie en acht jongen met een gemiddelde van 5,6. De hoogste in de vrije natuur vastgestelde leeftijd bedraagt acht jaar. Gemiddeld worden echter leeftijden van drie tot vier jaar bereikt.

Hagedissen zijn reptielen. De huid van hagedissen is bedekt met schubben. Die schubben beschermen de dieren tegen uitdroging. Daarom kunnen hagedissen zelfs in de woestijn leven. Hagedissen hebben meestal vijf tenen en nagels. Hagedissen leggen eieren in een holletje onder de grond. Uit de eieren komen kleine hagedisjes die er net zo uit zien als de volwassen hagedissen. Als bron heb ik deze site en deze site gebruikt.

Bonte vliegenvanger nestelt in onze tuin

Vorige week zag ik een ´anders dan anders´ vogeltje in onze achtertuin. Al snel had ik door dat het een bonte vliegenvanger was. Een dag later stond ik voor het raam naar de achtertuin te kijken. Toen zag ik het vogeltje met nestmateriaal naar een van de vele nestkastjes vliegen. Dat was een grote verrassing. Met de camera en het zoomobjectief heb ik mij verdekt opgesteld in de tuin en daar is deze serie uit voortgekomen.

Meerdere jaren verkende een bonte vliegenvanger een van de nestkastjes, maar tot het bouwen van een nestje in een kastje is het nooit gekomen. Dit jaar lijkt daar verandering in te komen…

De mannetjes van de bonte vliegenvanger hebben regelmatig twee vrouwtjes. Ze krijgen dit voor elkaar door na de paring met het eerste vrouwtje honderden meters verderop weer te gaan zingen om een tweede vrouwtje aan te trekken. Voor de zogenaamde ‘bijvrouwtjes’ is dit nadelig, Bij hen vliegen 20 % minder jongen uit dan bij het eerste vrouwtje. Het fenomeen dat een mannetje meerdere vrouwtjes heeft heet polygynie. Poly = veel en gunè = vrouwen. De Nederlandse term luidt ‘veelwijverij’.

Parende ringslangen

Afgelopen maandag was het prachtig weer. Ik besloot om weer naar de Delleboersterheide te gaan. Misschien zou ik weer ringslangen te zien krijgen. Tijdens de wandeling daar naartoe kwam ik een vrouw tegen die me vertelde dat er ringslangen lagen te paren. Ook vertelde ze aan welke kant ze lagen. En inderdaad vlak naast de vlonder lag in het struweel een kluwen slangen. Een fascinerend gezicht.

Bij ringslangen is paren een groepsgebeuren. De mannetjesslangen strengelen zich met zijn allen om het vrouwtje heen in de hoop met haar te kunnen paren. Ondanks de soms massale aanwezigheid van opgewonden mannetjes bepaalt het vrouwtje uiteindelijk zelf met welk mannetje ze daadwerkelijk paart. Het vrouwtje is over het algemeen een stuk groter dan de mannelijke soortgenoten. Het was lastig te zien hoeveel slangen er nu precies lagen. Soms kwam er een slang bij en even later verliet een andere slang de groep. Op het hoogtepunt telde ik vijf slangenkoppen.

Aan de andere kant van de vlonder lag een slang te zonnen. Toen de slang de kop optilde kon ik deze goed in beeld brengen. Ongeveer een meter van de slang ging een kikker in zitten. De kikker zat ‘verscholen’ achter een paar stengels. De kikker koos wel een gevaarlijk plekje, want ringslangen eten voornamelijk kikkers, padden en salamanders maar soms ook visjes, muizen en hagedissen. Op deze site kun je zien hoe een ringslang een pad verorbert. Het was wel sneu voor de kikker geweest, maar voor de fotoserie had de ringslang de kikker best mogen opeten…

Om een beter beeld te geven van de parende ringslangen heb ik meerdere filmpjes gemaakt. Deze heb ik aaneengesmeed tot één filmpje van ruim 4 minuten. Het begon eerst nog rustig, maar gaandeweg ging het er steeds heftiger aan toe…

Gaai bij de doppinda’s

Vorige week werd onze tuin bezocht door een gaai.

De gaai had zijn oog laten vallen op het netje met doppinda´s.

Het volgende moment werden de doppinda´s belaagd.

Als de gaai zich iedere dag tegoed zou doen aan de doppinda´s dan zou het netje snel leeg zijn. Het bleef echter bij die ene keer.