Bloeiende heide en hunebedden onder een dreigende lucht

In deze periode bloeit de heide, daarom ging ik het weekend naar de heide in Havelte. Als eerste wandelde ik naar de hunebedden. Zo te zien hadden meer mensen hetzelfde plan, het was er druk.

Op die dag hadden we wederom echt Hollands weer, een wisselvallig weerbeeld met af en toe een bui…

Een gedeelte van de heide nabij de hunebedden was voor een deel afgerasterd in verband met een kudde Drentse heideschapen. Als heide niet wordt begraasd, dan zou alles al snel dichtgroeien met grassen, struiken en op termijn zelfs grote bomen. De heide zou binnen tienallen jaren helemaal verdwijnen. Schapen houden de heide open. Ze eten gras zoals het pijpenstrootje tussen de heide weg en verorberen malse jonge boompjes voordat die de kans krijgen te groeien. Ze knabbelen trouwens ook graag aan de heidestruiken zelf. Dat is juist goed, het stimuleert de groei.

De lucht begon er steeds dreigender uit te zien. In de verte was het gerommeld van onweer te horen. Ik ben nog nooit zo snel over de heide gedraafd. Ik wilde klaar zijn met de fotoserie voordat de bui zou losbarsten.

Het was nog wel een stukje lopen naar de parkeerplaats. De schapen zochten alvast een plekje om te schuilen. Ze voelden de bui vast al hangen…

Bij de hunebedden was de rust weergekeerd.

Ik had geluk, 2 minuten nadat ik in de auto was gestapt barste de bui los.

Koninginnenpage

We waren gebleven in de tuin van het bezoekerscentrum in de Wieden. Ik was daar naartoe gegaan in de hoop een koninginnenpage te zien en te fotograferen.

De vlinderopbrengst was teleurstellend laag, laat staan dat de koninginnenpage zich liet zien. Zoals ik in het vorige bericht schreef waren de witjes het beste vertegenwoordigd. Na een tijdje streek er een distelvlinder neer op het gras. Ondanks dat het geen fotogeniek plekje was mocht deze vlinder toch op de foto. Een distelvlinder had ik dit jaar nog niet voor de lens gehad.

De enorme vlinderstruik pal naast het hoofdgebouw is in de regel de plek waar de koninginnenpage is te vinden. Helaas was de vlinderstruik bijna uitgebloeid. Ik wisselde het wandelen langs de diverse huisjes met tuinen af met het zitten wachten aan de picknicktafel.

Ondertussen fotografeerde ik een atalanta en distelvlinder die foerageerden op de vlinderstruik.

Plotseling kwam daar een koninginnenpage aanvliegen. Mijn geduld werd beloond. Voor deze fotosessie had ik gekozen voor de 150-600 mm zoomlens in plaats van de macrolens. Dat bleek een verstandige keuze. De koninginnenpage zat namelijk hoog in de vlinderstruik, omdat daar de laatste bloemen zaten.

Het viel me gelijk op dat bij deze koninginnenpage de slippen onderaan de vleugels waren verdwenen. De vleugelslippen fungeert als afleiding voor vijanden die insecten eten. Als de vlinder zich met gesloten vleugels stilhoudt, doen de puntige uitstulpingen denken aan antennes. Doordat antennes altijd aan de voorzijde van een insect gelegen zijn, valt een vijand de verkeerde kant aan. Als de vleugelslip beschadigd raakt kan de vlinder overigens gewoon verder vliegen.

Deze koninginnenpage werd geen plekje op de vlinderstruik gegund. Ze werd voortdurend belaagd door witjes. Amper twee minuten mocht deze vlinder zich tegoed doen aan de vlinderstruik en toen vloog ze weg om vervolgens niet meer terug te komen.

Scheefbloemwitje?

Afgelopen zaterdag ging ik voor de vierde keer naar bezoekerscentrum de Wieden in de hoop de koninginnenpage te zien en te fotograferen. Deze keer werkte het weer goed mee.

Ook waren er nog voldoende bloemen in bloei in de prachtig aangelegde tuin. Deze tuin wordt door vrijwilligers van Natuurmonumenten onderhouden.

Toen ik aankwam zag ik helaas geen koninginnenpage. Ik besloot te wachten en wandelde daar wat rond. We hebben het al heel vaak geschreven, maar het is een dramatisch vlinderjaar. De enige vlindersoort die het dit jaar wel redelijk goed doet dat zijn de witjes. De witjes waren dan ook als beste vertegenwoordigd in de tuin van het bezoekerscentrum.

Toen ik op de computer bezig was met het archiveren van de foto’s bracht ik met hulp van Obsidentify de koolwitjes op naam. Tot mijn verbazing gaf Obsidentify aan dat onderstaand witje een scheefbloemwitje was.

Op Waarneming heb ik gekeken of het scheefbloemwitje in het noordelijk deel van ons land voorkomt en dat kreeg ik daar bevestigd. Op deze site verdiepte ik mij in de kenmerken. De stip is hol in plaats van rond. Als je een denkbeeldig lijntje trekt tussen de bovenkant van de zwarte stip op de vleugel naar de onderkant van de zwarte vleugelpunt loopt dat lijntje bij klein koolwitje naar boven (en gaat dwars door een cel heen). Bij het groot koolwitje loopt die lijn duidelijk naar beneden toe en ook deze kruist cellen. Het gedachtenlijntje bij scheefbloemwitje loopt min of meer horizontaal en volgt min of meer de ader langs de cellen. Het zou een scheefbloemwitje kunnen zijn. Wie het weet mag het zeggen. Bij nader inzien denk ik dat de holle stip/vlek groter en vierkanter moet zijn.

En of de koninginnenpage zich nog liet zien, daarover een volgende keer…

Eten en gegeten worden

In het Woldlakebos fotografeerde ik de Kempense heidelibel. Pas op de computer zag ik dat een libel net een prooi naar binnen werkte. Helaas is de foto niet scherp op het oog, maar op het borststuk van de libel.

Even verderop hing een libel wat als prooi heeft gediend voor een spin.

Eten en gegeten worden, dat is de natuur.

Kempense heidelibel

We zijn weer terug van een paar weken vakantie in de Achterhoek. De komende tijd zal ik daar wat van laten zien. Maar nu eerst neem ik jullie mee naar het Woldlakebos. Die fotoserie maakte ik gisteren aan het eind van de middag. Ik fotografeerde daar de Kempense heidelibel. Een vrouwtje.

En een mannetje. De Kempense heidelibel (Sympetrum depressiusculum) is zeer zeldzame libel, die slechts op een paar plaatsen in Nederland voorkomt. Oorspronkelijk werd de libel vooral in de Noord-Brabantse streek De Kempen gevonden, met name in natuurgebied De Plateaux-Hageven. In 2013 is er ook een populatie in het Overijsselse nationaal park Weerribben-Wieden ontdekt. Bron is deze site.

Het viel nog niet mee om deze fotoserie te maken. Ik was namelijk, heel onverstandig, nog gekleed in een korte broek en shirt met korte mouwen waarmee ik de hele dag in de tuin had gewerkt. Ik werd belaagd door muggen die het opgedroogde zweet vast lekker vonden. 😉

Een ringslang in onze vijver

In onze achtertuin hebben we een forse vijver.

Onlangs ontdekte onze zoon in die vijver een zonnende ringslang. Dat was een grote verrassing. Ik ben benieuwd of jullie de ringslang zien liggen op een blad van de waterlelie. Ik zal een handje helpen, de slang ligt ongeveer in het midden van de vijver.

Ik vind het wel bijzonder dat we een ringslang in onze vijver hebben. We wonen wel dichtbij nationaal park Weerribben-Wieden waar ze veel voorkomen, maar dat grenst niet aan onze tuin. Een ringslang is absoluut niet gevaarlijk toch moet ik wel wennen aan het idee. Als de ringslang maar niet binnen komt buurten….

Futen met jongen tussen de watergentiaan

Vanaf de kijkhut in de Jan Durkspolder reden we naar de kijkhut aan De Leijen. Terwijl Jan wisselde van schoeisel maakte ik alvast onderstaande foto.

We wandelden over het pad naar kijkhut Blaustirns waarbij je uitkijkt over De Leijen.

Voor de kijkhut zwommen futen met jongen in een decor van watergentiaan.

Het ene jong leek wat gemakzuchtig. Deze bedelde voortdurend bij een ouder om voedsel.

Het andere jong ondernam wel pogingen om een kostje bij elkaar te scharrelen. Het leek erop dat die activiteiten werden beloond. Ondanks dat dit jong niet bedelde om voedsel kreeg hij toch een visje overhandigd. Helaas was ik net te laat om de overdracht te fotograferen.

Het gezinnetje compleet in één beeld. Lang duurde het niet of een ouder dook weer onder op zoek naar…

De ouder kwam boven met een stok. Een ‘vishengel’ zei een andere fotograaf gekscherend. Het kan zijn dat het mannetje indruk wilde maken op het vrouwtje. ‘Kijk eens wat ik nu heb gevangen voor je’. Of misschien wilde de fuut beginnen met de bouw van een volgende nest. We het weet mag het zeggen…

Voordat wij in de kijkhut kwamen hadden twee andere fotografen de ijsvogel gespot. Ondanks geduldig wachten hebben wij de ijsvogel niet gezien. Het werd tijd om de terugreis te aanvaarden om onze fotokuier af te sluiten met een kopje koffie bij Aafje.

Reeën in de Jan Durkspolder

Onlangs nam Jan mij mee naar de vogelkijkhut in de Jan Durkspolder. Er was een dreigende lucht, maar vooralsnog hielden we het droog.

In de kijkhut nestelde ik mij links van een fotograaf met een grote ´toeter´.

Hij wees mij op een tureluur die op de oever zijn kostje bij elkaar scharrelde.

Plotseling kwam er uit de begroeiing aan de linkerkant een reebok tevoorschijn. Hij stak het water over en verdween tussen het riet tegenover de kijkhut om daar te foerageren.

Vlak daarna nam een reegeit dezelfde route.

Een tijdje later koos ik een plekje met de blik naar het zuiden. Zo had ik zicht op een langstrekkende bui.

Er vloog een visdief met een visje in de snavel. Ze vloog daarmee een paar keer langs het jong wat op een paal zat te wachten. Volgens de experts (fotografen in de kijkhut) deed de ouder dat expres om het jong te stimuleren om zelf te gaan vissen. Dat de ouder de vis toch echt zelf ging opeten dat kun je zien aan de kop van de vis die al in de keel van de visdief zat.

Na een tijdje hield de reegeit het voor gezien, ze nam de weg terug naar de begroeiing aan de linkerkant. Halverwege haar wandeling maakte ze voor onze ogen een sanitaire stop.

We zaten net goed en wel in de auto toen het heel hard begon te regenen. Terwijl ik de auto startte maakte Jan een hele mooie fotoserie van de druppels op het autoraam in combinatie met fietsers. Zie dit bericht.

Buxusmot, buxuxhaag en blauwe glazenmaker

Een paar weken geleden ontdekte onze zoon tegen de balk van de veranda een mot. Als snel kwamen we erachter dat het de buxusmot was.

Ik wees hem op onze wegkwijnende buxushaag en liet hem de rupsjes van de buxusmot zien. We waren al van plan om deze haag te rooien, maar hebben gewacht tot de tuinvogels hun jongen hadden grootgebracht. De vogels pakten namelijk deze rupsen om hun jongen te voeden.

Terwijl ik op zoek was naar rupsen van de buxushaag om ze aan onze zoon te laten zien, zag ik tot mijn verbazing een blauwe glazenmaker aan de haag hangen.

In het vorige bericht schreef ik over de gasten die bij ons logeerden in verband met het Dicky Woodstock Popfestival. Ze wilden mij wel helpen om de buxushaag te rooien. Het was nog best een klus voor ze, een dergelijke zware klus is namelijk geen dagelijks werk voor deze studenten. 😉

Koereiger in De Auken

Ik heb de vaart er wat uit op mijn weblog, te druk met andere zaken. Onze dochter en schoonzoon hebben sinds kort een ander huis en daar ben ik al een paar weken druk aan het klussen. Verder hebben we dit weekend 7 jonge mannen te logeren in verband met het Dicky Woodstok Popfestival.

Maar vandaag gaan we dan toch verder met ons uitstapje. Vanaf het bezoekerscentrum De Wieden gingen onze zoon en ik naar vogelkijkhut De Auken. Hij was daar nog nooit geweest en dat maakt zo’n uitstapje extra leuk.

We betraden de kijkhut en hadden het volgende uitzicht. Onze zoon observeerde door zijn verrekijker de vele vogelsoorten die daar broeden.

De vorige keer schreef ik al dat de vogels te ver weg zaten voor mijn 400 mm telelens. Ook nu was het weer wachten totdat er een vogel langs de kijkhut zou vliegen. We hadden geluk, er kwam een koereiger langs.

Even later scheerde een purperreiger over het water.

Na een tijdje wandelden we weer terug naar de auto. Onderweg kon ik nog een klein geaderd witje fotograferen. Met een vliegende bijvangst.