Op 1 september 1982 startte ik met de inservice-opleiding in het Sophia ziekenhuis in Zwolle. Na de vooropleiding van drie maanden kwam ik als leerling-verpleegkundige in dienst van het ziekenhuis. Op onderstaande foto heb ik voor het eerst het uniform aan. Na de opleiding die 3½ jaar duurde ben ik blijven werken in het Sophia ziekenhuis. In oktober 2001 maakte ik de overstap naar ziekenhuis Tjongerschans in Heerenveen. En daar werk ik nog steeds met veel plezier. Op 1 december vier ik dat ik 40 jaar verpleegkundige ben. De zorg draag ik een warm ❤️ toe. Ik vind het nog steeds een prachtig beroep.
We wandelen verder in het Waterloopbos. Het Waterloopbos is een voormalig terrein voor waterloopkundig onderzoek bij Vollenhove in de provincie Flevoland. Het was een proefterrein en nevenvestiging van het Waterloopkundig Laboratorium in Delft. Het gebied wordt gekenmerkt door restanten en ruïnes van bouwsels van het laboratorium. Nadat het zijn functie als plek voor grootschalige proefopstellingen van waterkeringen en dammen verloor ontwikkelde er zich een moerasbos. Bron is Wikipedia.
We komen aan bij een rij golfmachines. Dit vind ik een van de mooiste delen in het Waterloopbos. Het Waterloopkundig Laboratorium beschikte over 40 exemplaren. Het golfschot voor de machines kon heen en weer bewegen en ook roteren, waardoor een ander type golf kon ontstaan.
In het Waterloopbos vind je de schaalmodellen van zo’n dertig grote waterwerken uit de hele wereld. De Deltawerken zijn hier ontworpen, maar ook de havens van Rotterdam, Lagos, IJmuiden, Istanbul en Bangkok. Het Waterloopkundig Laboratorium deed jarenlang onderzoek in het Waterloopbos en bootste met water, stuwen, dammen en golfslagmachines de werkelijkheid na.
Zo rond 19 november hadden we temperaturen ver beneden het vriespunt. Vanaf dat moment gingen de bladeren eindelijk verkleuren. Dit waren de herfstkleuren waar ik op had gewacht. Op een prachtige zonnige herfstdag ging ik naar het Waterloopbos.
De goudkleurige bladeren staken prachtig af tegen de strakblauwe lucht.
Het Waterloopbos is een voormalig terrein voor waterloopkundig onderzoek bij Vollenhove in de provincie Flevoland. Het was een proefterrein en nevenvestiging van het Waterloopkundig Laboratorium in Delft. Het gebied wordt gekenmerkt door restanten en ruïnes van bouwsels van het laboratorium. Nadat het zijn functie als plek voor grootschalige proefopstellingen van waterkeringen en dammen verloor ontwikkelde er zich een moerasbos. Bron is Wikipedia.
Zoals overal is men ook in dit bos druk bezig met de bomenkap.
Met de komst van kouder weer hebben we ook de vogelvoederplaatsen weer voorzien van voer. Op een zonnige ochtend streek er een grote bonte specht neer op de voederplaats.
Vanuit de woonkamer maakte ik een fotoserie. Er zat voor meneer en mevrouw Huismus niets anders op dan zich te behelpen met de kruimeltjes op de rand van de voederplaats.
De specht liet hier nog mooi even het rode ‘keppeltje’ zien.
De voederplaats is afgeschermd in verband met de grote graaiers zoals eksters en kraaien. Ze zijn in staat om de voederplaats binnen een paar minuten helemaal leeg te eten. Door de overkapping kunnen we dat voorkomen. De grote bonte specht past wel door de mazen van deze overkapping. We zijn er inmiddels achter dat je ook de specht best tot de groep van grote graaiers kunt rekenen…
In onze tuin zijn meerdere vogelbadjes aanwezig. Zo hangt er in onze voortuin een vogelschaal aan de sering. Op een mooie dag midden november ging er een roodborstje in de schaal zitten.
Hoewel ik consequent de vogelbadjes verschoon vergeet ik deze schaal nog wel eens. In de schaal zat oud water en er dreven allemaal blaadjes in. Dat leek het roodborstje niet te deren. Het vogeltje nam een uitgebreid bad. Ik had de spiegelreflexcamera met het 100-400 zoomobjectief bij de hand. Vanachter het raam maakte ik een fotoserie.
Ik had de ISO opgeschroefd naar 1250 zodat ik een korte sluitertijd kon bewerkstelligen
Bij een aantal foto’s bleek de sluitertijd nog niet kort genoeg, soms ging het roodborstje nog sneller dan de sluitertijd van 1/640…
Een paar weken geleden was ik op stap met mijn fotomaatje, Jan. We kozen voor de Ecokathedraal in Mildam. Toen we daar met de auto aankwamen bleek ‘de parkeerplek van Jan’ bezet te zijn. Er is daar geen officiële parkeerplaats, men wordt geacht een eind verderop te parkeren. Voor iemand die niet goed ter been is zoals Jan is het niet te doen om eerst een halve kilometer te moeten lopen voordat hij aan de wandeling in de Ecokathedraal kan beginnen. Gelukkig had hij deze keer een privéchauffeur mee en was het nu geen probleem. Bij de Ecokathedraal is Jan uitgestapt en ben ik verder gereden naar de parkeerplaats. Vanaf daar heb ik in een rap tempo de halve kilometer afgelegd.
Toen ik weer bij de Ecokathedraal aankwam trof ik daar een paar vrolijke mannen aan. Deze man is een van de vrijwilligers in de Ecokathedraal. Hij was hout aan het sprokkelen. Om die reden had hij de auto geparkeerd op het enige illegale parkeerplekje. Jan heeft meteen de parkeerkwestie met hem besproken en heeft gevraagd of er een invalideparkeerplaats kan komen. De man vond het een goed idee en zou de vraag meenemen naar de groep vrijwilligers.
We namen afscheid van de man en wandelden de Ecokathedraal in. De bouwsels in het voorhof van de Ecokathedraal had ik nog niet met eigen ogen gezien. Ondanks dat er mooi zonnig weer was voorspeld kwam daar helaas niets van terecht. We moesten het doen met een grijze dag.
Behalve het ontbreken van zonnig weer bleek ook dat de echte herfstkleuren nog niet aanwezig waren. We hebben ons echter prima vermaakt. Gelukkig zorgde Jan met zijn rode vest voor de nodige kleur. 🙂
Een eindje verder doemde een huisje op. Door het windstille weer werd het mooi weerspiegeld in het water. Dit huisje is het Kooihuis. Dit is tevens de plek waar alle materialen worden opgeslagen.
De groep onder begeleiding van de kooiker en zijn kooikerhondje arriveerden ook bij het Kooihuis. Het kooikerhondje had zijn werk goed gedaan en werd beloond met een bot.
Aan de achterkant van het Kooihuis keek ik samen met gezins- en familieleden uit over de vijver met de tamme eenden.
Bij het Kooihuis werden we hartelijk ontvangen door andere vrijwilligers dan die van de excursie. We konden kiezen tussen warme chocolademelk met slagroom of een ´Penneutje´. Voor de jongeren was er gelegenheid om marshmallows te warmen bij het vuurtje. Kortom het was een gezellig samenzijn.
Ik praatte bij met kapitein, Roelof Muis. Roelof Muis en ik zijn geboren en getogen in buurtschap Wetering. Ik ken hem dus al van kinds-af-aan. Roelof heeft in de Kooi van Pen heel veel werk verzet. Hij was o.a. betrokken bij het uitbaggeren van de plas en de sloten.
En toen was de mooie ochtend voorbij en werd het tijd om terug te keren naar de auto’s. De mensen konden kiezen of ze met de boot teruggingen of te voet. Om mensen die slechter ter been zijn de gelegenheid te geven om met de boot terug te gaan gingen wij weer wandelend terug.
Vrijwilligers van de Kooi van Pen, heel veel dank voor deze prachtige excursie.
Vandaag wandelen we verder in de eendenkooi, de Kooi van Pen.
We kwamen uit bij een aanlegsteiger. De boot kwam net aanvaren. Op deze plaats vond de wisseling van de groepen plaats. De ene groep stapte uit de boot en ging te voet verder. Wij stapten in de boot en vervolgden de excursie vanaf het water.
Tijdens de wisseling van de wacht had de kooiker een moment van rust. Daarbij werd de pijp aangestoken.
Op de boot zat ik op het voorste bankje. Zo had ik ruim zicht. Erika, staand op de voorplecht, was vanaf dat moment onze gids.
In de Kooi van Pen komen otters voor. Deze kooi was de eerste plek in Nederland waar in 2002 waar de eerste drie otters, voorzien van zenders, zijn uitgezet. Tijdens de jarenlange herintroductieprogramma werd er in de eendenkooi vele plassen en vaarten uitgebaggerd. Verder werd er door gewijzigde waterinlaat de kwaliteit van het water optimaal. De otter is onder water een oogjager en helder water is noodzakelijk om een vis te achtervolgen. Na de eerste uitgezette otters in de Kooi van Pen volgden er meer uitzettingen van visotters vanuit het buitenland (31 in totaal) in andere gebieden in Nederland. Nu 19 jaar later leven er in Nederland ca 450 otters en hiermee is de status van levensvatbare populatie bereikt.
Zoals ik al eerder heb geschreven wordt deze eendenkooi onderhouden door een grote groep vrijwilligers. Het doel is om de eendenkooi als cultureel erfgoed te onderhouden. Daarnaast wil men door goed landschapsbeheer de biodiversiteit terugbrengen in dit gebied. Het gebied waar de grote vuurvlinder zich thuisvoelt.
Hieronder volgt een stukje geschiedenis over de Kooi van Pen. In dat verhaal wordt ook duidelijk hoe de groep vrijwilligers tot stand is gekomen.
De oprichter en kooiker Jan-Harmens Pen werd opgevolgd door zijn zoon Harm-Jans Pen en later door kleinzoon Jan Pen. In Tweede Wereldoorlog is de Kooi van Pen verkocht aan het rijk in het kader van de grootschalige inpoldering die gepland stond voor heel Noordwest Overijssel. In die tijd werd kooiker Jan Pen geholpen door Joost ter Meer, die later als kooiker de eendenkooi pachtte van Staatsbosbeheer. Joost ter Meer was een oom van mij. Dat was de reden dat ik als kind tijdens excursies voor familie en vrienden al in de eendenkooi kwam.
Joost ter Meer werd opgevolgd door Wim ten Klooster. Wim was in dienst van Staatsbosbeheer en pachtte de eendenkooi. Hij combineerde het werk bij Staatsbosbeheer met het werk binnen de eendenkooi. Vanwege andere prioriteiten binnen Staatsbosbeheer moest hij zijn werk als kooiker stoppen en kon alleen hobbymatig zijn werk blijven doen in de eendenkooi. In 2008 is Wim ten Klooster als officieel kooiker en pachter van de eendenkooi gestopt. In die tijd waren er nog maar weinig vangsten in de overgebleven 7 vangpijpen. Voor 1 persoon waren de 5 kooiplassen met 18 vangpijpen niet meer te onderhouden als hobby.
In 2004 is er een vrijwilligersgroep gevormd om de eendenkooi te behouden als cultuurhistorisch monument. Onder leiding van de kooiker Wim ten Klooster werden de vrijwilligers van 2004 t/m 2007 opgeleid voor het onderhoudswerk in de eendenkooi. Na het stoppen van de kooiker werkten de vrijwilligers zelfstandig aan de onderhoudswerkzaamheden met ondersteuning van Staatsbosbeheer. De vrijwilligersgroep is sinds 2010 als officiële vrijwilligersgroep van Staatsbosbeheer, de terreineigenaar van de Kooi van Pen. In overleg met Staatsbosbeheer worden de werkzaamheden afgestemd die in de eendenkooi moeten plaatsvinden.
Door het steeds groter worden van de groep vrijwilligers is het noodzakelijk geworden de werkzaamheden groepsgewijs uit te voeren en dit vroeg om meer aansturing en professionalisering. Een gevolg hiervan is dat in 2015 de ‘Stichting Vrijwilligersgroep Kooi van Pen’ is opgericht. Bron is deze site.
In het vorige bericht plaatste ik informatie over eendenkooien in het algemeen, over de wilde eend en over de discussie op de jacht op wilde eenden. Zie deel 2 op mijn weblog. Vandaag beschrijf ik hoe het vangen van wilde eenden in een eendenkooi in zijn werk gaat. Daarvoor gebruik ik een demonstratie in de eendenkooi, de Kooi van Pen. Deze eendenkooi is met 35 HA, 5 kooiplassen en 18 vangpijpen een van de grootste van Europa. Deze eendenkooi is van Staatsbosbeheer en wordt onderhouden door vrijwilligers. Deze eendenkooi is niet bedoeld voor het vangen van wilde eenden voor consumptie. Deze eendenkooi is een aantal dagdelen in een weekend in het najaar geopend voor publiek. Vanwege de enorme belangstelling is inschrijven noodzakelijk.
Rond de vijver staan rieten schermen. Ze zijn zo geplaatst dat de eenden niet zien wat er achter de schermen gebeurt…
Voor het lokken van wilde eenden gebruikt men lokeenden. Deze tamme eenden zijn de vaste bewoners van de kooi. Overdag is de eendenkooi hun rustgebied. Drie uur na zonsondergang gaan de tamme eenden de polder in om eten te zoeken. Daar ontmoeten ze wilde eenden die er moe en hongerig van hun trektocht vanuit Scandinavië of Rusland neerstrijken. Als de tamme eenden bij zonsopgang terug naar de kooi vliegen om te rusten volgen de wilde eenden hen. Ook toevallig overvliegende troepen wilde eenden die worden aangetrokken door het geluid van de kwetterende tamme soortgenoten worden zo naar de plas gelokt.
Als er wilde eenden op de plas dobberen gebaart de kooiker zijn kooikerhond om naar het scherm te lopen wat het dichtst bij de plas ligt. De commando’s worden met gebarentaal gegeven, omdat bij het minste geluid de eenden wegvliegen.
Op een teken van de kooiker loopt het kooikerhondje een keer om het rieten scherm heen. De eenden die op de plas dobberen zien het hondje tevoorschijn komen en weer verdwijnen achter de schermen. Eenden zijn erg slimme beestjes. Hun zwakke punt is dat ze ook erg nieuwsgierig zijn. Tamme eenden zijn gewend aan het kooikerhondje, maar wilde eenden komen af op zijn wuivende staart.
Zo zwemmen ze steeds verder de smaller wordende vangpijp in. Als de kooiker vervolgens aan de kant van de vijver achter de eenden opdoemt, kunnen ze alleen nog maar vooruit. Door het gaas wat over de vangpijpen is gespannen kunnen ze niet wegvliegen. En als ze aan het eind van de vangpijp komen klapt de kooiker het deurtje achter ze dicht.
Vandaag gaan we verder met de serie over de eendenkooi. Joke, een van de volgers, schreef in een reactie in deel 1: ‘Ben heel nieuwsgierig want 100% snap ik dat niet’. In de volgende delen over de eendenkooi hoop ik duidelijk te maken wat de functie van een eendenkooi is en hoe het vangen van wilde eenden in zijn werk gaat.
Om het een en ander beeldend uit te leggen ging ik op zoek op internet. Daar vond ik een plattegrond van een eendenkooi. Hoe een eendenkooi er uitziet is afhankelijk van de streek waar de kooi ligt en het materiaal dat beschikbaar is. In principe zijn de volgende onderdelen op alle eendenkooien aanwezig. Bron is deze site.
De vangpijp, een doodlopende sloot met een overkapping van beugels waarover een net is gespannen. De vangpijp wordt ook wel keel genoemd.
De kooiplas, het centrum van de eendenkooi.
De sating, langs de rand van de kooiplas een plek waar overdag de eenden rusten en hun verenkleed onderhouden.
De borst.
Het kooibos. Het kooibos omsluit de eendenkooi en zorgt voor rust, broedgelegenheid en producent van het bouwmateriaal voor de eendenkooi.
Het vanghokje. Aan het einde van iedere vangpijp staat het vanghokje waarin de eenden uiteindelijk gevangen worden.
Kennel. Hier verblijven de honden van de kooiker.
Het makhok. Hier worden de jonge eenden mak gemaakt en wennen hier aan kooiker en kooikerhond.
Het kooihuisje, het huisje waar de kooiker zijn voer en materiaal opslaat.
Het boothuis, hier ligt de roeiboot die gebruikt wordt bij het onderhoud van de kooi vanaf het water.
Broedkorven. Nest gelegenheid voor de eenden van de makke stal.
Observatiehut. Zicht op de plas zonder zelf gezien te worden.
Het pomphuisje, vroeger werd het waterpeil op hoogte gehouden door een watermolen, tegenwoordig met een diesel- of electropomp.
Rond 1530 waren eendenkooien en kooikers heel normaal in Nederland. In de eendenkooien werden wilde eenden gevangen voor de consumptie. De eendenkooi was voor een boer toen een gemakkelijke en leuke manier om iets bij te verdienen, omdat eenden toen hoog geprijsd waren. Na de tweede wereldoorlog was er een omslag. Aan het boerenbedrijf werd veel meer verdiend dan aan het eenden vangen. En zo verdwenen er steeds meer eendenkooien.
Totaal zijn er nog ruim 100 eendenkooien in ons land. Er zijn nog maar een paar eendenkooien die ook daadwerkelijk in gebruik zijn. Hoewel tegenwoordig de meeste eenden gevangen worden voor onderzoek zijn er nog steeds eendenkooien die eenden vangen voor consumptie. De consument heeft liever een eend die gevangen is in een eendenkooi dan een eend die geschoten is met een schot hagel. Zie ook dit dit artikel uit 2015. Het gaat echter niet goed met de populatie wilde eenden in ons land. De discussie is dan ook of men wel moet blijven jagen op de wilde eend. Zie dit artikel.
Het jaar 2020 was het jaar van de wilde eend. In de afgelopen paar jaar is er onderzoek gedaan naar de afname van de wilde eend in ons land. In juli 2022 is het rapport met de uitkomsten gepubliceerd. Met name de kuikenoverleving blijkt in de afgelopen decennia gedaald. Op basis van historische gegevens lijkt het erop dat deze overleving zelfs is gehalveerd ten opzichte van de jaren 50 van de vorige eeuw. Ook in vergelijking met andere landen waar de populaties Wilde Eenden wel stabiel zijn, is de Nederlandse kuikenoverleving laag. Doorrekeningen met het populatiemodel bevestigen dat de kuikenoverleving bepalend is voor de ontwikkeling van de aantallen van de Wilde Eend in Nederland. Geen van de andere variabelen kon de afname van het aantal Wilde Eenden verklaren. Bron is deze site.
Na de algemene informatie over eendenkooien en de wilde eenden en de discussie over de jacht op wilde eenden richten we ons nu weer op de Kooi van Pen. Met 35 HA, 5 kooiplassen en 18 vangpijpen is deze eendenkooi een van de grootste van Europa. Deze eendenkooi is van Staatsbosbeheer en wordt onderhouden door vrijwilligers. Deze eendenkooi is niet bedoeld voor het vangen van wilde eenden voor consumptie. De volgende keer ga ik schetsen hoe het vangen van de wilde eenden in zijn werk gaat.