Robotmaaier

Een paar weken geleden hebben we een robotmaaier laten installeren. Het moest er nu toch maar van komen. Wij worden ook een dagje ouder. Ook al maait de robotmaaier de beide grootste gedeeltes er blijft voor mij nog genoeg werk over…

Op een regenachtige middag kwam ‘Meneer Strak Gazon’ om de installatie te realiseren. Met behulp van een machine werd er een gleuf gevreesd en tegelijkertijd de draad in de grond gelegd. Door de korte draaicirkel kon hij moeiteloos om de obstakels manoeuvreren.

Om de robotmaaier ook in het tweede gebied te laten maaien moesten er draden onder het pad worden doorgelegd. Omdat ik ervaring heb als ‘stratenmaker’ heb ik die klus op mij genomen. Het was een kwestie van stenen eruit wippen, draad eronder leggen en de stenen er weer in vleien. Mijn man maakte de foto van mij.

Met klepje omhoog werd er proef gedraaid. Door de goede samenwerking was de klus binnen het uur klaar.

Een paar weken na de installatie maakte ik onderstaande serie. Het geheel ligt er strak bij. Doordat de robotmaaier het gras laat liggen fungeert dat als voedende mulchlaag. Men verzekerde mij dat het gazon daar alleen maar mooier van wordt. Op dit moment hebben we namelijk nog veel mos in het gazon. Om ongelukken met jonge egels te voorkomen laten we de robot alleen overdag maaien.

Hoe de robotmaaier functioneert als de appels en peren van de bomen vallen is nog spannend. Ik houd jullie op de hoogte. 😉

Fitis en nog meer bij het Braandemeer

Op een mooie dag ging ik naar het Braandemeer. Zie Google Maps. Ik was er nog nooit eerder geweest, maar ik had op Waarneming gezien dat daar een blauwborst was gespot. Ik parkeerde mijn auto aan de kant van de weg nabij een bruggetje. Daar zag ik een aanwijsbord dat de weg wees naar een vogelkijkhut. Dat was een verrassing.

Vanaf het bruggetje was het niet ver lopen naar de vogelkijkhut. Het uitzicht vanuit de hut was in eerste instantie teleurstellend. Ik had verwacht dat ik vrij zich over het water zou hebben.

Vlakbij de kijkhut bloeiden wilgen. Al snel bleek dat de katjes in trek waren bij diverse vogels. Met wat geduld kreeg ik een fitis meerdere keren goed in beeld.

Toen ik weer terug wandelde naar de auto fotografeerde ik een tjiftjaf, twee pimpelmeesjes en een boompieper.

Vlak voordat ik in de auto stapte kwamen er fietsers langs waarbij de dames in Staphorster klederdracht waren gekleed. De klederdracht komt steeds minder vaak voor, de jonge generatie vindt dit teveel gedoe. Ik vind het altijd een mooi gezicht.

Blankenham

Na de fotoserie van de kievit in buurtschap Nederland reed ik via Baarlo naar Blankenham. Daarbij reed ik over de dijk die loopt van Blokzijl naar Kuinre. Ik noem deze dijk altijd de Blankenhammerdijk, maar kijkend op Google Maps kwam ik erachter dat deze dijk drie andere namen heeft en wel de Kuinderdijk, Blokzijlerdijk en Hammerdijk. Deze dijk vormde tot 1942 de scheiding tussen de Zuiderzee (en later het IJsselmeer) en het vaste land.

Bij de linkerfoto kijken we naar het oosten, naar het oude land. Bij de rechterfoto kijken we naar het westen, naar het nieuwe land. Zie Google Maps.

Mijn volgende stop was bij het hoogwaterkanon en het kruithuisje. Bij hoogwater werden de bewoners gewaarschuwd met kanonschoten…

  • 1 seinschot : wanneer het waterpeil van de Zuiderzee met 2.30 meter was gestegen t.o.v. het normale peil.
  • 2 seinschoten : bij een verdere stijging met 50 cm tot een hoogte van 2.80 meter.
  • 3 seinschoten: zodra het water tot aan de kruin van de dijk stond.
  • 4 seinschoten : bij een dijkdoorbraak.

Blankenham is ontstaan toen de buurschap IJsselham zich in tweeën splitste. Oorspronkelijk kreeg het de naam In den Hamme. Later werd het vernoemd naar Frederik van Blankenheim, bisschop van Utrecht. Op 26 juni 1418 gaf deze bisschop de Blankenhammiggers het recht een eigen kerk te stichten, omdat de inwoners te ver van de kerk van IJsselham woonden. In september 2022 maakte ik samen met mijn fotomaatje een rondje om de kerk. Die serie is hier te zien.

In Blankenham staan idyllische huisjes tegen de dijk ‘geplakt’. Bang zijn voor overstromingen hoeft niet meer, de zee is nu ver weg. Door de eeuwen heen zijn er vele dijkdoorbraken geweest. In 1825 bijvoorbeeld brak de dijk door op maar liefst zes plaatsen. Na elke dijkdoorbraak ontstond er achter de dijk een diep gat waarin het water bleef staan, kolken of wielen genoemd. Op die plekken was de dijk niet meer te dichten. Om de kolk heen werd dan een nieuw stuk dijk aangelegd. Vandaar dat de dijk zo’n slingerend verloop heeft. Voor de huidige bewoners is het leuk wonen aan een privékolk. Voor de motorrijders is deze slingerende dijk een feestje…

In onze tienerjaren fietsten we wel eens over deze dijk en dan stopten we om naar het huis van Kayak te kijken. Kayak was een symfonische rockgroep uit de zeventiger jaren. Wij vonden dat toen heel interessant. We waren toen in de veronderstelling dat de hele groep daar woonde.

Tijdens mijn rit een paar weken geleden was ik wel benieuwd waar dat huis stond. Ik had echter geen idee. Speurend op internet vond ik de hoes Royal Bed Bouncer met daar achterop het adres. Verder speurend op internet kwam ik erachter dat op dat adres niet de groep Kayak woonde, maar de manager Frits Hirschland. Op deze site kun je erover lezen. Vervolgens ging ik op Google Maps kijken op welk adres dat nu was. En wat wil het toeval…. op dat adres heb ik onderstaande foto gemaakt.

Boomkikkers

Een paar dagen voor onze gezamenlijke fotokuierdag opperde mijn fotomaatje, Jan om op zoek te gaan naar boomkikkers. Jan had een tip gekregen over een locatie waar we ze zouden kunnen vinden. En zo reden we op die bewuste dag naar een natuurgebied…

Eenmaal in het natuurgebied begonnen we op enige afstand van elkaar te zoeken. In het verleden had ik al meerdere keren urenlang gezocht naar boomkikkers en ze niet gevonden. Ook voor deze dag had ik er weinig fiducie in tot het moment dat ik Jan hoorde roepen: “Jetske, een boomkikker!” ik sprintte naar hem toe.

En warempel, tussen het groen zat een evenzo groen boomkikkertje. Deze groene kleur zonder vlekken of strepen is kenmerkend voor de boomkikker. Je oog moet er maar net op vallen. Alle eer aan mijn fotomaatje.

De structuur van de huid deed mij denken aan een sinaasappel. Aan zijn pootjes en vingers zitten zuignapachtige hechtschijfjes, waarmee hij in de takken klimt. De boomkikker is kleiner dan de gewone kikker. Ze zitten het liefst in het zonnetje op het blad van een braamstruik. 

Hij heeft een voorkeur voor een kleinschalig landschap, waar hij zich ophoudt in de struweelzone van bosranden, houtwallen en moerasgebieden. Voor de voortplanting dienen wateren met een goed ontwikkelde oever- en watervegetatie vlakbij te zijn.

Tussen de groene rug en lichte buik bevindt zich, op de flanken, een bruinzwarte band. Hij heeft oranje ogen met een horizontale pupil en een goed zichtbaar trommelvlies. En hij kan zijn kleur veranderen van lichtbruin tot donkergroen. Mannetjes hebben een hele grote kwaakblaas onder de kin, die alleen zichtbaar is als er gekwaakt wordt. De boomkikker kan 5 cm groot worden. Jonge boomkikkers hebben hetzelfde uiterlijk als volwassen dieren.

Terwijl Jan even verderop naast de auto zat bij te komen op een viskrukje maakte ik onderstaande foto.

Een eindje verderop vond ik nog een boomkikker. Deze boomkikker kreeg tot twee keer toe bezoek van een klein insect.

Terwijl ik de de boomkikker in bovenstaande tweeluik op de foto zette, zag ik pakweg 30 cm verderop iets bruins liggen. Het bleek een levendbarende hagedisje te zijn. Het opgerolde beestje was niet groter dan een forse regenworm.

Kievit in het zonnetje

In een plasdrasweiland in het plaatsje Nederland stond een kievit in ruststand.

Vanuit de auto maakte ik enkele foto’s. Die kievit vond dat blijkbaar niet zo’n goed idee en stapte er vandoor. De kievit draaide zijn verenkleed naar de zon en op dat moment waren de iriserende kleuren mooi te zien.

De kievit stapte in alle rust richting een plas en stak de plas over. De kievit vond het welletjes en ging op de vleugels. Ik vervolgde mijn weg naar mijn volgende doel.

De voortuin in bloei

Voordat de voorspelde regen-, hagelbuien en harde wind zou losbarsten maakte ik vanochtend nog snel een fotoserie van de bloeiende voortuin.

De blauwe boshyacint is in de meerderheid. Er staat één wit exemplaar en één paars exemplaar tussen al het blauw.

Tegen de muur bloeit de Judaspenning. De naam Judaspenning komt van de ronde zaaddozen die lijken op penningen (munten). Het verhaal gaat dat Judas de muntstukken die hij uit zijn verraad gekregen had heeft weggeworpen en dat op die plek Judaspenning ging groeien…

Verder staat er een enorme witte sering en een paarse sering in bloei. Beide struiken zijn geplant door de vorige eigenaar en dus ruim 30 jaar oud.

Aan de voet van de hoogstamperenboom staat een grote pol met daslook. Uiteraard maai ik keurig om alle bloeiende planten heen. Omdat het zo heerlijk ruikt tik ik met de maaier wel een paar blaadjes van de daslook aan. ;-

Blauwborst

Meerdere keren ben ik naar De Weerribben gereden en heb daar uren in mijn mobiele kijkhut zitten wachten op de blauwborst. Eindelijk kwam het mannetje tevoorschijn en zong hij het hoogste lied. Hij liet daarbij de mooie gekleurde staart zien. Zo weet hij in ieder geval indruk te maken op een vrouwtje.

Van een natuurfotograaf leerde ik dat iedere vogel zijn vaste zangpost heeft. De blauwborst koos een boom ver bij mij vandaan. Ik moest dus maximaal inzoomen en nadien de foto kroppen om bovenstaande resultaat te krijgen. Dat was anders bij de kneu, deze ging bovenin de boom zitten die het dichtst bij mijn auto stond.

Op een overzichtsfoto heb ik de bomen gemarkeerd. In de boom bij de linker pijl zat de kneu. In de andere twee bomen zaten de blauwborsten.

Hieronder is een compilatie van de zingende en vervolgens wegvliegende blauwborst te zien.

Als ik buiten ben, in de tuin of in de natuur, gebruik ik regelmatig de app Merlin. Met die app neem je vogelgeluiden op en dan kun je zien welke vogels er op dat moment aanwezig zijn. Aan onderstaand overzicht is te zien dat het plekje in De Weerribben een mooi resultaat opleverde.

Tot slot nog een paar foto’s van de blauwborst terwijl hij laag tussen het riet en het struweel zat.

Bruine kiekendief

Op een vrije dag ben ik vroeg in de ochtend naar De Weerribben gereden om foto’s te maken. Toen ik naast de auto stond hoorde ik het geluid van de snor. De snor dankt zijn naam aan de snorrende zang. Het gezang is prima te horen, maar de snor zien is een tweede. Op een bepaald moment vloog de snor naar een andere plek in het riet en toen kreeg ik de vogel in het vizier. De foto is niet geweldig, maar vanwege de waarneming laat ik deze hier toch zien.

Niet veel later fotografeerde ik een torenvalk en een koereiger. De koereiger, een van de zeldzamere reigersoorten, wordt steeds vaker gezien in ons land.

Wat later op de ochtend maakte ik een fotoserie van deze jagende kiekendief.

Tuinvogels tussen de bloesem

Mooie zonnige dagen worden afgewisseld met bewolkte en/of buiige dagen. Op dagen dat het weer niet echt meewerkt strooien we nog vogelvoer op de voederplaats. Meneer en mevrouw Vink maakten daar dankbaar gebruik van.

Op een mooie dag is kan ik zo genieten van de vogels in de tuin. De drang om te paren en te nestelen is dan volop aanwezig.

Met de camera maak ik dan graag een rondje door de tuin. Nu de hoogstamfruitbomen nog niet volop in blad zitten, zijn de vogels tussen de bloesem beter te zien. In volgorde: pimpelmees, vink, koolmees, spreeuwen, pimpelmees en bonte vliegenvanger.

De ijsvogel; staafjes en kegeltjes en het knipvlies

Na de fotosessie in het plasdrasgebied, Surhuizemermieden reden we naar onze volgende bestemming. Daar hoopten we de ijsvogel te zien. Na overleg kwamen Jan en ik erachter dat we daar niet veel tijd konden doorbrengen. Twee minuten voor de gestelde eindtijd kwam het mannetje aanvliegen. Hij streek neer op een perfecte plek. Wat een geluk!

Door een foto uit deze serie werd mijn interesse gewekt en zocht ik op internet naar meer informatie over de ogen van de ijsvogel.

Net als bij mensen bestaat het netvlies van vogels uit staafjes en kegeltjes. Staafjes dienen om licht en donker te onderscheiden en door de kegeltjes worden kleuren en details gezien. Dagactieve vogels hebben meer kegeltjes. Nachtactieve vogels hebben juist meer staafjes, zij kunnen weinig tot geen kleur onderscheiden. Nachtvogels compenseren dit door een beter gehoor. 

Vogels hebben verschillende soorten kegeltjes in verschillende samenstellingen. Zo hebben ijsvogels meer rode kegeltjes waardoor de schittering van het water wordt weggenomen. Ze kunnen zo van bovenaf goed in het water kijken. Vogels die veel onder water jagen hebben juist meer blauwe en groene kegels, daardoor kunnen ze onder water de vissen en andere prooien beter zien.

Na een paar minuten vloog het mannetje naar een hek. Vanaf dat punt keek hij steeds in het water of er een visje gevangen kon worden.

Op onderstaande foto heb ik ‘per ongeluk’ het oog met het knipvlies gefotografeerd en zo kom ik op het volgende stukje anatomie…

In tegenstelling tot de mens heeft een vogel drie oogleden. Naast een onderste en bovenste ooglid hebben ze ook een derde ooglid, het zogenaamde knipvlies. Omdat het hoornvlies altijd vochtig en schoon moet zijn, wordt er regelmatig door traanklieren vocht op het hoornvlies ‘gedruppeld’. Het afvegen van dit vocht gebeurt niet door met de oogleden te knipperen, maar door het sluiten van het knipvlies. Dit knipvlies ‘klapt’ vanaf de snavelzijde over de ogen. Het vlies is doorzichtig en daardoor kunnen ze voortdurend hun omgeving in de gaten houden.

Bij de ijsvogel heeft het knipvlies nog een tweede functie. Als de ijsvogel onder water duikt om een vis te vangen beschermt de vogel zijn ogen door het sluiten van het knipvlies.