Oeverpieper, torenvalk en een hybride gans in de Slufter

Op de tweede dag van ons verblijf op Texel hadden we prachtig weer. We besloten om een wandeling te gaan maken in de Slufter.

Er zat een vogeltje op het bord. Even later zag ik dezelfde soort op de grond. Deze had net een lekker hapje gescoord. Ik dacht dat het een graspieper was, maar vond deze pieper wat te fors voor een graspieper. Met behulp van Obsidentify en internet kom ik tot de conclusie dat het een oeverpieper is. De Scandinavische ondersoort littoralis trekt vanuit het noorden om langs de Nederlandse kust te overwinteren.

Er streek een torenvalk neer op een van de palen. De torenvalk ging bezig met het verzorgen van het verenkleed. Pas op de computer zag ik dat er vlak achter de torenvalk een oeverpieper op de draad zat. Die durft! Even later vloog de oeverpieper er vandoor, ook dat zag ik pas op de computer.

We wandelden verder richting de zee. In een grote plas wat is afgezet vanwege rustgebied zwom een gans met een witte kop en hals. Obsidentify zei dat het een kruising is tussen een sneeuwgans en een keizergans.

Geïnteresseerd zocht ik verder op internet. Het zou ook nog een sneeuwgans kunnen zijn die in de blauwe fase zit, maar die zijn zeldzaam in Nederland. Het meest waarschijnlijk is het een hybride vorm tussen een sneeuwgans en een brandgans. Zie deze site voor meer informatie. Het leek erop dat de gans zich prima thuis voelde tussen de wilde eenden.

Het was geen gemakkelijke tocht door de Slufter. Ik had twee Canon body’s, twee objectieven en een statief mee. De ene combinatie was voor de panoramafoto’s en de ander met de 150-600 mm voor de vogels. Het slib was spiegelglad, het was dus regelmatig glibberen. Desondanks hebben we wel genoten van dit unieke gebied.

Lepelaar, tureluur, wintertaling, bergeend, scholekster en een bijzon

In dit bericht volgt een verzameling vogels wat in de regel wegtrekt naar warme gebieden, maar steeds vaker overwintert in Nederland. Ze overwinteren in de Zeeuwse Delta of in het Waddengebied. Deze vogels fotografeerde ik in de derde week van oktober op Texel.

We beginnen bij de lepelaar. Tijdens mijn tocht langs de Waddenzee zag ik tot mijn grote verbazing drie lepelaars foerageren op het Wad. Op het moment van fotograferen wist ik nog niet dat een aantal lepelaars kiest voor een overwintering in Nederland. Zie ook de site van De Visdief.

Op Het Wad, maar ook binnendijks zag ik een aantal tureluurs foerageren. Het overgrote deel van de Nederlandse tureluurs overwintert in Zuid-Europa en West-Afrika. Een aantal vogels blijft hangen in de Waddenzee of in de Zeeuwse Delta om pas bij aanhoudende vorst verder naar het zuiden te trekken. De wintertaling lift mee in dit rijtje omdat ik deze per ongeluk heb gefotografeerd samen met de tureluur. In oktober trekt de wintertaling richting Middellandse zee en midden- en oostelijk Afrika.

In de zomer is de kluut veelvuldig te zien op Texel. Ik had niet verwacht dat ik ze in de herfst nog zou treffen. De kluut trekt in het najaar weg naar Zuidwest-Europa en Noordwest-Afrika. Ook de kluut overwintert steeds vaker in Nederland. Deze groep kluten werd geflankeerd door smienten en slobeenden.

Vroeger verzamelden de West-Europese bergeenden zich allemaal in de Duitse Waddenzee, maar sinds de jaren negentig van de vorige eeuw trekken er meer en meer eenden naar het Nederlandse Waddengebied. ‘s Winters blijven de bergeenden in de Waddenzee rondhangen. Tenzij het echt koud wordt, dan vertrekken ze naar Frankrijk en Engeland. In het voorjaar keren ze weer terug naar hun broedgebied.

Scholeksters overwinteren in het Wadden- en Deltagebied of trekken weg naar Zuidwest-Europa. Scandinavische vogels trekken nog verder, naar Afrika. Onder de overwinteraars in Nederland vallen veel slachtoffers bij lang aanhoudende strenge vorst. Dan kan ook massale vorsttrek optreden. In februari-maart worden de broedplaatsen in het binnenland weer bezet.

Na de fotoserie bij de Waddenzee ging ik weer terug naar het hotel in De Koog. Onderweg in Waalenburg zag ik een bijzon. Het was niet een hele duidelijke bijzon, maar toch vind ik het altijd bijzonder om te zien. En als de bijzon ook nog weerspiegeld wordt in het water dan is het dubbel genieten.

Wulp en watersnip

Na de fotosessie bij de slobeenden en de smienten reed ik door naar de Waddendijk. Over de Lancasterweg reed ik binnendijks van het zuiden naar het noorden. Ik reed in een rustig tempo zodat ik ook nog om mij heen kon kijken.

Bij Wagejot zag ik een wulp in het gras staan. Gelukkig kon ik daar mijn auto direct tot stilstand brengen zonder dat ik anderen tot last was. Mijn camera met 150-600 mm lag naast mij voor het grijpen. De snavel met de doorkijkjes heb ik nog nooit eerder zo gezien, laat staan gefotografeerd.

De wulp was kennelijk niet gecharmeerd van mijn auto en ging al snel op de vleugels. De wulpen die in ons land broedden zijn al lang vertrokken. De trektijd van die wulpen begint al in juni (dat zijn de vogels waarvan het nest is mislukt). De meeste trekken weg naar Zuidwest-Europa en Engeland. Ze worden tussen juli en april afgelost door grote aantallen afkomstig uit een gebied tot ver in Rusland. In het najaar raakt bij ons het diepe binnenland leeg, terwijl de kustgebieden juist volstromen met wulpen.

Terwijl ik mijn aandacht richtte op de wulp zag ik ineens een watersnip op de oever staan. Deze had ik vanuit een rijdende auto nooit kunnen ontdekken. Wat trof ik dat weer mooi.

Nadat ik de eerste foto’s van de watersnip had gemaakt ging deze toch wat verder bij mij vandaan richting in het water. In de regel vertrouwen ze op hun schutkleur en blijven ze staan waar ze staan. Deze vertrouwde het toch niet helemaal, net alsof de watersnip door had dat een bruin gemêleerd verenkleed toch wel opvalt in het groen.

Slobeenden en smienten

Na de wandeling op het strand op Texel ben ik alleen verder op stap gegaan langs diverse natuurgebieden. Als eerste reed ik naar Waalenburg. Daar maakte ik de eerste stop om deze weerspiegelende schapen te fotograferen. Op de voorgrond is nog net een beetje van het maaisel te zien wat aan de kant van de weg lag.

Iets verderop zag ik weer iets wat mijn aandacht trok.

Het waren slobeenden. De auto bleek een prima kijkhut te zijn. Met de 150-600 mm zoomlens kon ik ze mooi naar mij toe halen en daarbij kwamen ze steeds verder mijn kant op zwemmen. Op de eerste foto zwemt rechts een mannetje en links (volgens mij) een juveniel. De tekening op de borst van het mannetje vind ik heel mooi, het zijn net lange wimpers. Op de laatste foto van de galerij zwemt een vrouwtje.

Door de handige snavelvorm kan de slobeend een bepaalde hoeveelheid water tot zich nemen en deze vervolgens filteren. Het voedsel dat zich in dit water bevindt blijft dan achter zoals slakjes, kleine kreeftjes en insecten. Maar ook plankton en zaden van planten blijven in de snavel achter. Dit geeft de slobeend een groot voordeel tijdens minder voedselrijke periodes.

Iets verderop foerageerde een groep smienten. De smient wordt om zijn kenmerkende roep ook wel ‘fluiteend’ genoemd. In Nederland broeden slechts enkele paartjes, maar in de winter is de smient talrijk aanwezig. Smienten komen vanuit Scandinavië en Siberië naar Nederland om te overwinteren. Een aanzienlijk deel van de Noordwest-Europese populatie overwintert hier: het zijn er honderdduizenden. Toen de smienten de wal opgingen om daar hun voedsel bij elkaar te scharrelen kon ik ze mooi vastleggen.

Op het Texelse strand

De eerste paar dagen verbleven we in een hotel in De Koog. Nadat we ons hadden geïnstalleerd in de hotelkamer trokken we de wandelschoenen aan en liepen we naar het strand. Over een pad door de duinen was het maar een klein stukje.

Op het strand is het altijd leuk om te kijken naar andere strandgasten die daar hun ding doen. Daarnaast is het genieten van de wolkenluchten, de weerspiegelingen en de branding. Boven de zee trok een regenbui over.

Het meisje met de rode laarzen…

Op weg naar Texel

Vorige week waren we een midweek op Texel. Het is altijd afwachten hoe de reis er naartoe verloopt. De Afsluitdijk is nog wel eens een struikelblok. Er zijn al meerdere jaren werkzaamheden op de Afsluitdijk, het gaat ook nog een aantal jaren duren voordat het klaar is. We moesten deze keer twee keer wachten voor een openstaande brug. De tweede keer maakte ik daar gebruik van door een aantal foto’s te maken van de werkzaamheden. Gedurende de jarenlange werkzaamheden kunnen fietsers de Afsluitdijk alleen met een gratis fietsbus passeren.

Op de veerboot mag ik graag de meeuwen fotograferen die gevoerd worden met stukjes brood. Er vlogen voornamelijk zilvermeeuwen in winterkleed van het eerste of tweede jaar. Ook vlogen er enkele kokmeeuwen. In winterkleed ontbreekt de bruine kap.

De komende tijd laat ik hier fotoseries zien van ons verblijf op Texel. Diverse gevleugelde vrienden zullen hier de revue passeren.

Paddenstoelen en zwammen

Met de fotografiegroep van onze kerk gingen we onlangs naar het Waterloopbos nabij Vollenhove. We waren daar met name om paddenstoelen te fotograferen. We starten onze wandeling bij de Deltagoot.

Omdat de meeste paddenstoelen op donkere plekjes staan waren we voorzien van een zaklampje en/of hoofdlampje. Hieronder volgt een greep uit mijn verzameling. Ik ben geen kenner van paddenstoelen en zwammen. Met Obsidentify heb ik getracht ze op naam te brengen, maar dat is niet bij allemaal gelukt. Op de eerste foto staat een Amethistzwam oftewel de Rodekoolzwam. Op de derde foto staat mogelijk een Helmmycena. Op de een na laatste foto een Oranje melkzwam. De Vliegenzwam op de laatste foto is alom bekend.

Op een omgevallen boomstam ontdekten we bijzondere zwammen. Het bleek de Houtknotszwam te zijn, ook wel Dodemansvingers genoemd. Het mos is mogelijk het Gewoon Purpersteeltje. Op de derde foto staat de Donzige mycena. Bij deze foto hebben we de paddenstoel vanaf onderen belicht. Het groepje Zwerminktzwammen werd beschenen door een streepje zonlicht. Op de laatste foto is de Gewone Kopergroenbekerzwam te zien. Deze speldenknopjes waren lastig te fotograferen.

Om onze knieën te beschermen tijdens het fotograferen van de paddenstoelen hadden we kniebeschermers meegenomen. Behalve de paddenstoelen hebben we ook enkele waterlopen gefotografeerd.

Na een geslaagde en gezellige fotosessie kwamen we weer uit bij de Deltagoot. Over een paar weken komen we bij elkaar en dan laat een ieder 3 digitale foto’s zien. Die foto’s gaan we met elkaar bekijken en voorzien van positieve feedback…

Deventer

Met het pontje zijn we de IJssel overgestoken. We starten de fotoserie bij de Lebuinuskerk (uit te spreken als Lebuïnuskerk).

Deventer werd in 768 gesticht door de Engelse missionaris Lebuinus. Oorspronkelijk werd de stad gesticht als handelspost, dankzij de gunstige ligging aan de IJssel groeide de stad snel uit tot een welvarend handelscentrum, Hanzestad Deventer. Samen met 8 andere steden in het oosten van Nederland vormden ze tijdens de middeleeuwen een samenwerkingsverband (=Hanze) om hun handel te beschermen en uit te breiden. Deventer groeide en bloeide in de Hanzetijd. Deze welvaart uitte zich in de bouw van imposante bouwwerken, sierlijke koopmanshuizen en jaarmarkten.

We werden rondgeleid door een gids. Hij wees ons op zaken waar we anders aan voorbij waren gelopen. We kwamen o.a. langs het Stadhuis. Voor de vensters zijn een reeks roosters ontworpen van 2.264 unieke vingerafdrukken van 2.264 Deventenaren. De vingerafdrukken zijn in aluminium gegoten.

Deventer staat bekend om zijn liefde voor boeken. Met meer dan 30 boekwinkels en de jaarlijkse Deventer Boekenmarkt, de grootste van Europa, is het een waar paradijs voor boekenwurmen! Er zijn tal van winkeltje te vinden waarin je heerlijk kunt ‘sneupen’. Uiteraard heb ik nog een ijsvogel gescoord voor mijn bonte verzameling van ijsvogels.

Deventer heeft faam gemaakt met de Deventer Koek. Een heerlijke, kruidige koek die al eeuwenlang wordt gebakken in deze stad. Het recept van Deventer Koek is al eeuwenlang ongewijzigd en nog altijd geheim. Omdat er geen melk en eieren in verwerkt worden en door de toevoeging van honing is de kruidkoek zeer lang houdbaar. Hierdoor was het in de middeleeuwen een zeer populair exportproduct en aten de scheepslui het zelfs liever dan brood. We bezochten de winkel van JB Bussink en kochten uiteraard een Deventer Koek.

Na een geslaagde dag wandelden we langs de IJssel terug naar de pont. Terwijl wij de IJssel overstaken was er op de oever aan de overkant tweekleurige rook te zien. Op een bord onder de rook stond de tekst: ‘Sascha wil je met mij TROUWEN?’ De passagiers dachten dat Sascha aan boord zou zijn, maar dat was niet het geval. Ze bleek op de toren van de Lebuinuskerk te staan. Of ze ‘ja’ heeft gezegd zullen we nooit achter komen…

Met de pont over naar Deventer

Een week geleden brachten we met een groep van 13 personen een bezoek aan Deventer. Dit uitstapje was georganiseerd door de cultuurgroep van onze kerk. We parkeerden onze auto’s op de grote parkeerplaats aan de overkant van de IJssel, zie Google Maps. Met de pont staken we de IJssel over.

Het pontje voer al voor de Tweede Wereldoorlog. De drie gebroeders Van Wijhe waren destijds exploitanten van het pontje. In de tijd van de oorlog mochten de gebroeders van de Duitsers echter niet varen met de pont. Kort na de bevrijding begonnen de gebroeders dus weer met varen, alleen deden ze dit in roeiboten. Dit was destijds erg gevaarlijk, de Canadezen hebben de roeiboten na de bevrijding zelfs een keer beschoten omdat ze de inzittende verdachten van spionage. Op deze site kun je het vervolg lezen over de geschiedenis van het pontje.

Wordt vervolgd.

Kasteel Ruurlo

Tijdens de vakantie in de Achterhoek brachten we een bezoek aan kasteel Ruurlo, zie deze site.

In de slotgracht dreef een papieren boot. Op site staat daarover het volgende geschreven…

De papieren boot van Aebele Trijsburg (1991) drijft in het schemergebied tussen een functioneel vaartuig en een stuk speelgoed. Het werk gaat over kinderlijk optimisme en is een ode aan luchtkastelen, aan dromen die met een speld kunnen worden lekgeprikt of die langzaam maar zeker leeglopen. Op de woeste golven zal het bootje vast en zeker schipbreuk lijden, maar bij Kasteel Ruurlo vindt het een veilige haven!

Kasteel Ruurlo wordt omringd door een prachtige en levendige Engelse landschapstuin. Tijdens de restauratie van het kasteelpark is rekening gehouden met kenmerken uit het ontwerp uit de 19e eeuw. Een wandeling door de Engelse Landschapstuin maakt uw bezoek aan Kasteel Ruurlo compleet. Vanuit de landschapstuin is het kasteel op alle kanten goed te bekijken. Ook voor niet museumbezoekers is de tuin toegankelijk. In de fraaie Engelse landschapstuin van Kasteel Ruurlo staat de romantische en stijlvolle oranjerie. Het gebouw werd vroeger gebruikt om te kunnen pronken met dure en exotische bomen en planten uit verre landen. Vandaag de dag is de wintertuin omgetoverd tot restaurant Oranjerie Ruurlo.