Klokkenstoel en begraafplaats in Nes

Vorige week stond er een fotokuier bij mijn fotomaatje op het programma. Jan stelde voor om een kijkje te nemen op de begraafplaats met de witte klokkenstoel van Nes. Al van verre is de voormalige watertoren van Nes te zien. In 2015 en 2016 is de watertoren omgebouwd tot een hotel met 2 zeer luxe suites. Zoals op deze site is te zien is het uitzicht fenomenaal.

De begraafplaats ligt ten zuidoosten van het dorp op een hooggelegen terp. De terp, waarop de klokkenstoel staat, is een overblijfsel van het Nesserklooster. Dit klooster is rond 1243 door de Ridderlijke Duitsche Orde gesticht. De kloosterlingen zijn erg belangrijk geweest voor Nes en omgeving. Het klooster had er vele gronden in eigendom. Het klooster is aan het begin van de 17e eeuw verdwenen. De kloosterkerk is wel langer blijven bestaan. Toen ook de kerk in verval raakte, is ook deze afgebroken. De terp was oorspronkelijk veel groter, maar is na 1850 grotendeels afgegraven.

De klokkenstoel is een baken tussen de grafstenen. In de klokkenstoel hangt een luidklok uit 1950 met een onder-diameter van 90 cm. De tekst op de kok luidt:

oer de deaden, goeden en kweaden, bidt myn brounzen lûd foar ’t lêst: jow har, God, de iivge rêst

‘over de doden, goeden en kwaden, bidt mijn bronzen geluid voor het laatst: geef hen, God, de eeuwige rust’

We maakten een rondgang langs de, veelal stokoude graven. De onderstaande tekst is door mijzelf geschreven.

De natuur ontfermt zich over de grafstenen. De korstmossen nemen de tekst op de grafstenen voorzichtig over. Onder hun langzame maar gestage groei vervagen de namen en data, als een stille herinnering aan de vergankelijkheid van het leven. Het graf wordt een symbool van vergetelheid, een plaats waar de herinneringen aan de overledenen langzaam vervagen. En na een eeuw is de dierbare geworden tot een mens wat het ooit was. Langzaam vergeten, evenals het graf…