Op de tweede dag van ons verblijf op Texel hadden we prachtig weer. We besloten om een wandeling te gaan maken in de Slufter.

Er zat een vogeltje op het bord. Even later zag ik dezelfde soort op de grond. Deze had net een lekker hapje gescoord. Ik dacht dat het een graspieper was, maar vond deze pieper wat te fors voor een graspieper. Met behulp van Obsidentify en internet kom ik tot de conclusie dat het een oeverpieper is. De Scandinavische ondersoort littoralis trekt vanuit het noorden om langs de Nederlandse kust te overwinteren.


Er streek een torenvalk neer op een van de palen. De torenvalk ging bezig met het verzorgen van het verenkleed. Pas op de computer zag ik dat er vlak achter de torenvalk een oeverpieper op de draad zat. Die durft! Even later vloog de oeverpieper er vandoor, ook dat zag ik pas op de computer.




We wandelden verder richting de zee. In een grote plas wat is afgezet vanwege rustgebied zwom een gans met een witte kop en hals. Obsidentify zei dat het een kruising is tussen een sneeuwgans en een keizergans.

Geïnteresseerd zocht ik verder op internet. Het zou ook nog een sneeuwgans kunnen zijn die in de blauwe fase zit, maar die zijn zeldzaam in Nederland. Het meest waarschijnlijk is het een hybride vorm tussen een sneeuwgans en een brandgans. Zie deze site voor meer informatie. Het leek erop dat de gans zich prima thuis voelde tussen de wilde eenden.

Het was geen gemakkelijke tocht door de Slufter. Ik had twee Canon body’s, twee objectieven en een statief mee. De ene combinatie was voor de panoramafoto’s en de ander met de 150-600 mm voor de vogels. Het slib was spiegelglad, het was dus regelmatig glibberen. Desondanks hebben we wel genoten van dit unieke gebied.
