Texel, bonte strandloper en badderende steenloper

In de afgelopen jaren ging ik meerdere keren naar Wagejot om daar de grote sterns te fotograferen die daar broedden op diverse eilandjes. In Wagejot broedden er ieder jaar pakweg 1100 broedpaartjes. Ik kon daar dan uren zitten met als grootste uitdaging om ze in vlucht te fotograferen met een visje in de snavel. In juni 2021 maakte ik deze serie.

In juni 2022 sloeg het noodlot toe. In dat jaar is door vogelgriep het complete broedseizoen van de Grote Stern op Texel mislukt. Bron is deze site. In 2023 was er gelukkig weer enig herstel. Met zo’n 19.000 broedparen was dat de helft ten opzicht van de voorgaande jaren. Wat ook hoopvol was dat er in dat broedseizoen vrijwel geen sterfte was door vogelgriep. Er is wel een verschuiving geweest van kolonies. Op Texel broeden ze nu op de Prins Hendrik Zanddijk en niet meer bij Wagejot. Vanuit het uitkijkpunt bij de Prins Hendrik Zanddijk zitten de sterns te ver weg om ze te fotograferen.

Maar nu terug naar Wagejot. Ook al is het daar stil geworden door de afwezigheid van de kolonie grote sterns, er valt daar nog genoeg te beleven.

Zoals de aanwezigheid van deze bonte strandloper. Al foeragerend ging de strandloper van het ene naar het andere eilandje. Daar aangekomen was er een moment van rust afgewisseld door wat poetswerk.

Terwijl de bonte strandloper zich daar stond te poetsen stapte er een steenloper van het eilandje het water in. Deze steenloper ging daar uitgebreid een bad nemen.

De steenloper nam geen halve maatregelen, het werd een grote beurt. Na het badderen liep de steenloper met gespreide vleugels terug naar de oever.

Daar vleide de vogel zich tussen de andere steenloper. Toen zag ik pas de grote groep steenlopers tussen het groen die ik daarvoor niet had gezien toen ik de rechter foto maakte.

Noorderlicht in de nacht van 10 op 11 mei, uit het archief

Vanochtend was ik mijn fotoarchief aan het opruimen. Dit is de tweede fase van opruimen, het moment dat ik de foto’s verplaats naar mijn externe harde schijf. Het eerste moment is direct na het overzetten van de camera op de computer. Dan archiveer ik alle foto’s zorgvuldig en gooi meteen al heel veel foto’s weg.

Tijdens het opruimen zag ik de ‘niet ontwikkelde’ foto’s van het Noorderlicht die ik maakte in de nacht van 10 op 11 mei vanaf het balkon. Het bericht over het Noorderlicht kun je hier lezen. De foto’s (RAW-bestanden) van het Noorderlicht heb ik vanochtend in Lightroom ontwikkeld om te beoordelen welke foto’s er bewaard of welke er weggegooid kunnen worden. Het was een verrassing wat er na het ontwikkelen nog tevoorschijn kwam. Een aantal foto’s laat ik hier vandaag alsnog zien.

Agrariërs en de Vogelwacht

Vorige week koersten Jan en ik naar De Wadden. We wilden een ritje maken langs de Waddendijk van west naar oost en we zouden wel zien hoever we zouden komen. Onder de rook van Harlingen…

… werd er volop gewerkt op de akkers. Daar maakten we onze eerste stop om foto’s te maken van een boer die bezig was met het poten van aardappels.

Nadat hij een keer op en neer was gereden stapte hij uit om met een duimstok te meten of de voor goed van formaat was. Persoonlijk had ik het idee dat het nameten een excuus was om naar ons toe te komen om een praatje te maken. 😉 Hij was wel benieuwd waarom wij foto’s maakten. Nadat we wat wederwaardigheden hadden uitgewisseld vroeg de boer of hij de foto’s mocht ontvangen. Jan noteerde zijn gegevens en de boer heeft de foto’s inmiddels ontvangen.

Op de akkers liepen enkele mannen die een stalen kooitje bij zich hadden. Mijn belangstelling was gewekt. Toen de mannen weer bij de auto waren wandelde ik naar ze toe om een praatje te maken. Het bleken vrijwilligers van de Vogelwacht te zijn. De vrijwilligers zoeken de nesten op en markeren die met stokken met een gekleurd vlaggetje. De kooi gebruiken ze om de vogels te ringen. Het kooitje plaatsen ze over de broedende vogel en zo kunnen ze de ouder eenvoudig pakken en ringen. Als de eieren zijn uitgekomen doen ze dat ook met de jongen.

Uit het gesprek met de boer en later met de vrijwilligers concludeer ik dat er een goede samenwerking is tussen de agrariërs en de Vogelwacht. De boer benadrukte het belang van weidevogelbeheer. Hij stelde daarbij meteen dat de boer echt geen tijd heeft om alle akkers na te lopen om te kijken of er een nest aanwezig is. Op deze site van Vogelwacht Harlingen/Kimswerd kun je er alles over lezen.

Mede dankzij de inzet van onze weidevogeldrone vindt men veel meer nesten dan voorheen. De inzet van de drone was te zien in het programma Dwars door de Lange Landen. In deze uitzending op 32 minuten is het gedeelte te zien over nesten zoeken met behulp van een drone. Dat lijkt me best leuk vrijwilligerswerk voor later. Op de tractor rijden vind ik overigens ook leuk. Dat deed ik vroeger als jong meisje al, toen hadden we nog geen tractorrijbewijs nodig. Voordat we onze weg vervolgden maakte ik nog een fotoserie van deze jongedame die prima met de tractor overweg kon. Zij was de akker aan het voorfrezen waarna hij de aardappels ging poten.

Texel, diverse soorten eenden

Voor de volgers die denken dat ik alleen maar vogels heb gefotografeerd plaats ik de volgende foto. 😉

Vandaag laat ik jullie een verzameling eenden zien die ik fotografeerde tijdens ons verblijf op Texel. Hieronder zwemt een paartje slobeenden.

In Waalenburg zwom een mannetje en vrouwtje kuifeend. Het is voor mij de eerste keer dat ik de paarse kop van het mannetje fotografeerde. Het licht moet precies goed vallen om de iriserende kleur te zien.

Bergeenden zijn de Texel-eenden bij uitstek. Bij Wagejot zag ik een paartje foerageren. In tegenstelling tot de meeste eendensoorten is er nauwelijks onderscheid tussen de man en de vrouw. Toch zijn er wel kleine verschillen zichtbaar, zeker als ze naast elkaar staan. Zo is het kleed van de man iets contrastrijker en is de roodbruine borstband iets breder. Verder ontwikkelt zich tijdens de broedperiode bij de man een dikke vlezige bobbel op de snavelbasis die later in het jaar weer slinkt. Verder zijn de mannetjes doorgaans wat groter en zwaarder.

Bij Dorpszicht liet een krakeend zich meevoeren door de golven.

De meest bijzondere eend op Texel vind ik toch wel de eidereend. Bij Dorpszicht waren meerdere eidereenden te zien. Een van de eenden liep over het water, nam een korte vlucht om vervolgens twintig meter verder weer neer te strijken.

Texel, parende visdieven

Naast de vele soorten vogels zag ik binnendijks aan de IJsdijk ook een paartje visdieven. Een van de visdieven vloog weg om te gaan vissen, zo stelde ik me voor. Even later kwam deze terug zonder een lekker hapje.

De partner vond daar wel wat van, er leek een discussie te volgen.

Ondanks dat het mannetje niets lekkers had meegenomen, mocht hij toch het vrouwtje beklimmen.

Na wat heen en weer geschuif bleef het mannetje een tijdlang stil zitten op de rug van het vrouwtje. Samen keken ze naar links en vervolgens naar rechts. Dat was een bijzonder gezicht.

Na een tijdje was er weer actie. Hij moest wat verder naar achteren. Bij die manoeuvre viel hij er bijna af. Uiteindelijk kwam het toch goed en leek er een paring tot stand te komen. Nadien was er een naspel waarbij ze wat rekten en strekten en hun verenkleed weer in het gareel brachten.

Texel: rotganzen, scholeksters, kluten, steenlopers en kokmeeuwen

Tijdens ons verblijf op Texel heb ik een tijdlang staan fotograferen binnendijks aan de IJsdijk even buiten Oudeschild. Er was een grote verscheidenheid aan vogels.

Tussen de bekendere grauwe ganzen stonden rotganzen. Rotganzen broeden niet in Nederland, maar op de Siberische toendra’s. In de winter komen rotganzen massaal onze kant uit, om in het Waddengebied en de Zeeuwse Delta te overwinteren. Een ander deel van de rotganzen trekt door naar Zuid-Engeland. Nederland is voor de rotgans een zeer belangrijk land. Het merendeel van de wereldpopulatie overwintert hier of tankt bij, om vervolgens de oversteek naar Engeland te maken.Dat de ene rotgans de andere niet is dat leerde ik op deze site.

2023 was het Jaar van de Scholekster. De scholekster, een opvallende vogel van kust, weide en de stad, heeft het moeilijk. Onderzoekers, vogelbeschermers en vrijwilligers schieten hem te hulp. Waarom het zo slecht gaat met de scholekster kun je lezen op deze site. Op de computer zag ik dat de scholekster in vlucht net een poepje liet vallen.

Kluten komen veel voor op Texel. Ze broeden in Nederland en leggen hun eitjes in een kuiltje in de grond, vaak op slik, kaal weiland en op akkers. Vanaf eind februari/begin maart komen ze uit hun winterbestemming terug naar Nederland om hier te broeden en in het najaar vertrekken ze weer naar het zuiden richting Zuidwest- Europa en Noordwest-Afrika om daar te overwinteren. 

In De Marel scharrelden ook enkele steenlopers.

De kokmeeuwen waren goed vertegenwoordigd. Ze waren druk met het bouwen van nesten en met het paren.

Tuinvogels in vlucht

Het is me nog steeds niet duidelijk of de bonte vliegenvanger nu wel of niet broedt in dit nestkastje. De boom waaraan dit kastje hangt is in ieder geval wel de zangpost van het mannetje. Het is voor het eerst dat ik een mannetje fotografeer in een opvallend zwart-wit zomerkleed. Sommige mannetjes zijn meer grijsbruin met wit en lijken zo sprekend op het vrouwtje. Waar de mannetjes altijd aan zijn te herkennen zijn de witte vlekjes op het voorhoofd. Op de eerste foto staat het vrouwtje en op de andere foto’s het mannetje.

De pimpelmezen zijn druk met het voeren van hun jongen in het nestkastje in de voortuin.

Ik heb me een aantal malen verdekt opgesteld met de camera op statief. Ik weet zo door de jaren heen dat hoe kleiner de vogel hoe lastiger het is om ze in vlucht vast te leggen.

De koolmezen brengen hun jongen groot in het nestkast in de achtertuin. Deze serie was beter te doen dan die van de pimpelmezen. De koolmezen hebben een net wat tragere vleugelslag en daarbij werkte de lichtomstandigheden ook prima mee.

In de vooravond maakte ik met de telefoon een opname in de tuin. In deze tijd van het jaar is het zo genieten van al die vogelgeluiden.

Texel, meerkoeten voeden hun jongen

In Waalenburg zwom aan de andere kant van de sloot een paartje meerkoet met jongen.

Mijn belangstelling vanuit mijn mobiele kijkuit gaf toch wat onrust bij de ouden, ze dirigeerden hun jongen naar de beschutting van het riet. Zo goed en zo kwaad mikte ik tussen de rietstengels door om de kleintjes op de foto te zetten.

De ouden hadden het druk om de kleintjes te voeden. Ze verzamelden voedsel op de wal en onder water.

Naarmate ik er al wat langer stond kwamen ze steeds meer uit de beschutting van het riet.

Er was duidelijk verschil in gedrag, sommige jongen waren voortdurend aan het bedelen en andere bleven op de achtergrond.

Op het moment dat ik besloot om verder te rijden kwam een torenvalk al biddend dichterbij. Ik ging naast de auto staan om er foto’s van te maken. Ik was benieuwd hoe pa en ma Meerkoet zouden reageren op deze roofvogel. Ze werden er niet anders van. Meerkoet staat schijnbaar niet op het menu van een torenvalk…

Een kleurrijke lucht

Mijn eerste ervaring met het Noorderlicht was indrukwekkend. En zoals het gaat met indrukwekkende gebeurtenissen… smaakt dat naar meer. De fotoserie van het Noorderlicht maakte ik vanaf het balkon wat gericht is op het noorden. Achteraf had ik beter in het open veld kunnen staan, dus gewoon in het weiland achter ons huis.

De kans op een herhaling van Noorderlicht was gisteravond niet groot, toch heb ik daar wel enkele foto’s gemaakt. In de eerste plaats om alvast te oefenen met een foto waarbij mijn silhouet op de voorgrond is te zien. Want dat schijnt bij het Noorderlicht er toch wel bij te horen, zo zag ik op social media. 😉

Toen ik gisteravond zag dat de lucht wel mooi kleurde nadat de zon was ondergegaan, toen heb ik daar ook nog enkele foto’s van gemaakt. Vanavond maar weer zien of er kans is op Noorderlicht en of ik het kan fotograferen vanuit het weiland…

Texel, kemphaan in prachtkleed

Tijdens een fotosessie in Waalenburg zag ik een groepje kemphanen in het water staan. Toen ik wat beter door de lens keek zag ik dat een van de kemphanen in prachtkleed was. Een kemphaan in prachtkleed is in Nederland een zeldzaamheid. De tijd dat er duizenden kemphanen in ons land waren ligt ver achter ons.

De groep bestond uit 2 mannetjes en meerdere vrouwtjes. De mannetjes stonden stil voorovergebogen met hun snavel een klein eindje in het water. De vrouwtjes foerageerden om hen heen.

Plotseling keek het mannetje opzij naar een vrouwtje.

Vervolgens keek hij nog wat beter en wat hij zag leek hem wel te bekoren…

Het volgende moment ging hij het andere mannetje te lijf. Die zag hij als zijn mogelijke rivaal.

Nu heb ik met eigen ogen gezien dat de uitdrukking: ‘Vechten als kemphanen’ terecht is.