Koereiger tussen de ganzen

O.a. in dit bericht schreef ik over de fotosessie in De Auken. Jammer genoeg nam de bewolking in rap tempo toe. Daardoor werden de lichtomstandigheden er niet beter op.

Na de lepelaars en de purperreigers lukte het ook nog om enkele koereigers in vlucht te fotograferen.

Na een tijdje hield ik het voor gezien. Met een temperatuur van rond de 16 graden en een straffe wind die in mijn rug blies besloot ik om huiswaarts te keren. Toen ik over De Auken richting Giethoorn reed zag ik een koereiger in het weiland staan. Zie Google Maps. Dat was boffen. Ik zette snel de auto in de berm en pakte de camera met telelens die naast mij op de autostoel lag. De koereiger stond ver weg en leek daardoor geen last van mij te hebben.

Een eindje bij de koereiger vandaan stond een ooievaar het verenkleed te poetsen.

Al foeragerend scharrelde de koereiger achter familie Gans langs.

Na een tijdje leek het alsof de koereiger mij toch in de gaten kreeg en ging op de vleugels. Met een grote bocht vloog ze over mij heen en verdween uit zicht.

Leuk om gisteravond te horen in de uitzending van de Avondetappe dat de vrienden, Tom Dumoulin en Jos van Emden het ook leuk vinden om naar vogels te kijken.

Purperreiger in vlucht

Vorige week zondag was het mooi weer. Rond het middaguur ging ik daarom weer naar De Auken. Ik hoopte nogmaals een langs vliegende purperreiger of koereiger te fotograferen. Deze keer wandelde ik niet naar de kijkhut. De parkeerplaats stond vol en dan is het te druk in de kijkhut. Deze keer bleef ik langs de weg staan met de camera op statief. Op dat plekje zouden ze vast wel overvliegen. Zie Google Maps.

Toen ik daar net stond was er nog veel blauw aan de lucht. Dat was het moment dat ik onderstaande foto’s maakte.

Na een tijdje nam de bewolking weer toe. Met de wolken op de achtergrond maakte de volgende foto’s.

Wordt vervolgd.

Steenwijks Ontzet Festival

Stichting Steenwijks Ontzet staat jaarlijks stil bij het Ontzet van 23 februari 1581 en van 4 juli 1592. Met deze twee ontzetten was Steenwijk in 1581 de derde stad, na Alkmaar en Leiden die een Spaans beleg heeft weten te doorstaan. De rol van hopman Johan van den Kornput was daarbij doorslaggevend. In 1592 werd de stad definitief bevrijd door prins Maurits en graaf Willem Lodewijk, stadhouder van Friesland. Jaarlijks wordt deze bevrijding gevierd. Dit jaar was er een groots programma op zaterdag 13 juli. Ik was erbij met de fotocamera. Jammer dat het weer niet echt meewerkte, daardoor was er veel minder publiek dan vorig jaar.

Ooit werd Steenwijk beschermd door een stadswal met bolwerken en een stadsgracht. Op deze site kun je er alle over lezen. Een deel van de wal en de gracht is bewaard gebleven en/of weer in ere hersteld.

Ik wandelde door de Onnapoort en Onnastraat richting de Markt.

Op de Markt werd om half elf de vlag gehesen. Nadien marcheerden de troepen van Johan van den Kornput door het centrum en over de wal.

Na de mars was er voor de troepen een moment van rust. O.a. mijn man was ‘ingehuurd’ voor het verzorgen van de lunch. Deze lunch was eten wat men ook in de 16e eeuw at zoals een varken aan spit. Gelukkig was het varken al gaar en was het een ‘kwestie van’ warm maken boven het vuur. En dat viel nog niet mee met de vele regenbuien. RTV Oost was aanwezig voor het maken van een compilatie van de festiviteiten.

Ik liet de koks hun werk doen en maakte een rondje langs andere activiteiten in de binnenstad.

Een tijdje later was ik getuige van een demonstratie van spiesgevecht op de Markt.

‘s Middags werd het eindelijk voor langere tijd droog. Dat was het moment dat de mannen een demonstratie kanonschieten konden geven. Het aansteken van het kruit heb ik niet kunnen fotograferen want op dat moment moesten de vingers in de oren.

Het was een mooi en goed georganiseerd festijn. Uiteindelijk heb ik maar een deel van het uitgebreide programma gezien. Een uitgebreide fotoserie heb ik inmiddels gestuurd naar een paar kennissen die meededen aan dit evenement.

Lepelaars samen met koereiger in vlucht

Afgelopen zondag was het mooi weer. Rond het middaguur ging ik daarom weer naar De Auken. Ik hoopte nogmaals een langs vliegende purperreiger of koereiger te fotograferen. Deze keer wandelde ik niet naar de kijkhut. De parkeerplaats stond vol en dan is het te druk in de kijkhut. Deze keer bleef ik langs de weg staan met de camera op statief. Op dat plekje zouden ze vast wel overvliegen. Zie Google Maps.

Het eerste wat ik hoorde in de verte was een rietzanger. Even later ging de rietzanger op een sigaar zitten. Ook al moest ik maximaal inzoomen, het was een mooi plekje om vast te leggen.

Geduldig speurde ik het luchtruim af op naderende grote vogels. Ik had geluk, er kwam een formatie lepelaars aanvliegen. Toen ik de foto’s op de computer zag kreeg ik de indruk dat het juveniele lepelaars waren.

Lepelaars in vlucht vind ik altijd een mooie verrassing, maar nog groter wordt de verrassing als voorin de formatie ook nog een koereiger vliegt.

Wordt vervolgd.

Een juveniele groene specht

In het perceel naast onze tuin broedt al jaren een groene specht. Op een vooravond stond ik met de camera en telelens aan de rand van onze tuin. Plotseling zag ik een groene specht landden in een kerstboom. Nauwgezet ging hij de stam langs op zoek naar insecten.

Even later bleef hij rusten op een dennentak. Op dat moment zag ik dat een juveniel was. Deze zijn namelijk gevlekt over het gehele lichaam. De dansende muggen zijn zo mooi als lichtpuntjes terug te zien op de foto.

Onze zoon was op dat moment ook in de tuin. Hij ging snel naar binnen om de verrekijker te halen. De specht bleef best een tijdje zitten, toch was onze zoon net te laat om de groene specht door de verrekijker te zien.

Een paar dagen later maakte ik nog een overzichtsfoto met een markering van de plek waar de groene specht in de kerstboom zat.

Op een warme dag…

Op een warme dag met temperaturen rond de 30 graden gingen mijn fotomaatje en ik samen op stap. Jan was op de iLark en ik op de e-Bike. Na de eerste fotosessie bij de oude sluis en skûtsjeswerf, op onderstaande foto op de achtergrond te zien, reden we door naar naar Smalle Ee.

Aan de Smalle Eesterzanding vonden we een mooi plekje waar we ons broodje nuttigden. Het bankje stond volop in de zon en dat bleek achteraf niet zo handig…

In de begroeiing bij het bankje vlogen een aantal vlinders. Met name de kale jonker was erg in trek. Omdat het een slecht vlinderjaar is ben ik al blij met iedere vlinder die ik zie vliegen. Er vlogen een paar kleine vossen. Zodra ze stil zaten vouwden ze de vleugels samen. Volgens Jan kwam dat door de hoge temperaturen. Na veel geduld kon ik toch een foto maken van een kleine vos die gedurende een paar seconden de vleugels spreidde. Op de derde foto staat een klein koolwitje. Na de lunch reden we verder.

Bij het Noorder Gemaal overlegden we of we linksaf zouden gaan of rechtdoor. Het werd linksaf het schelpenpaadje op. Ik ging voorop. Na een paar honderd meter kwam ik erachter dat Jan niet achter mij reed. Enigszins bezorgd keerde ik om. Aan het begin van het pad stond Jan, zijn iLark wilde geen kant meer op. Er zat voor hem niets anders op dan Aafje te bellen om hem en de iLark op te halen. Jan had toen al het vermoeden dat het wel eens een oververhitte accu zou kunnen zijn.

In de schaduw van het Noorder Gemaal stonden we te wachten op Aafje. We waren in gezelschap van een uiterst vriendelijk echtpaar. Terwijl Jan met hen in gesprek bleef wandelde ik naar de waterkant om foto’s te maken.

In het water lag een opmerkelijk drijvend plateau.

Toen ik de telelens erop richtte zag ik dat het een broedplaats was van een visdief. Het vlot was voorzien van gaas zodat eventuele predatoren er niet bij kunnen. Tevens lag er een buis waarin de jongen kunnen schuilen bij aanvallen vanuit de lucht…

Een korte tijd later arriveerde Aafje. Met elkaar tilden we de opvouwbare iLark in de auto. Aafje en Jan reden naar hun huis en ik volgde op de e-Bike. Onderweg stopte ik nogmaals bij de boeren die druk waren in het hooi. Mijn laatste stop was bij de mannen die in de brandende zon bezig waren met het rietdekken. Na een prachtige tocht kwam ik aan bij het huis van Jan en Aafje. Daar wachtte een verkoelend drankje. Aan het einde van de middag kreeg ik een berichtje van Jan dat de iLark met de afgekoelde accu het gelukkig weer deed.

Wordt Drachten, skûtsjehoofdstad?

Drachten wil skûtsjehoofdstad van Fryslân worden. Zo las ik in dit artikel op Omrop Fryslân.

Volgens Boelens van stichting Drachten Skûtsjehaadstêd heeft Drachten alles in huis om skûtsjehoofdstad te worden. “Het heeft historisch gezien een geweldig verhaal. De skûtsjewerf, daar zit nu al de elfde generatie in (volgens de bordjes zijn het volgens mij 17 generaties…). Het grootste deel van de SKS-vloot is daar gebouwd.” Bovendien heeft de stad zelfs twee skûtsjes in de SKS: het skûtsje van Drachten en d’Halve Maen van Philips.

Veel mensen vinden dat Skûtsjes afkomstig moeten zijn van Friesland, want Skûtsjes die niet in Friesland zijn gebouwd, zijn volgens hen geen echte Skûtsjes. In het Friese dorp Drachten worden de meeste Skûtsjes gebouwd. Vroeger waren er in het dorp nog vijf scheepswerven, en nu nog maar één. Bij de Buitenstvallaat vind je de enige scheepswerf in het dorp: Scheepsbouw OH van der Werff. Sinds 1710 worden hier met veel passie en liefde skûtsjes gebouwd. Behalve het bouwen van Skûtsjes worden er hier ook Skûtsjes gerepareerd en verhuurd. 

Dit artikel op Omrop Fryslân was voor mij een mooie aanleiding om de fotoserie te laten zien van deze scheepswerf toen Jan en ik daar waren. Jan was op de iLark en ik op de e-bike. We maakten eerst foto’s van de oude sluis en sluiswachterswoning. Vervolgens reden we naar de scheepswerf. Afijn, kijk maar met ons mee.

Ons uitstapje op die hele warme dag wordt vervolgd.

Dwingelderveld, kwikstaart en kleurrijke waterlelies

We blijven nog even in het mooie Dwingelderveld. Na de fotosessie bij de zwarte specht met jongen fietste ik verder.

Mijn volgende doel was het Commissaris Cramerpad. Daar ligt in een van de vennen ven een kleurenpalet aan waterlelies. Zie Google Maps. Bijna alle fietsers en wandelaars stoppen daar om er foto’s van te maken.

Ik trof daar een kikker op een blad van de waterlelie.

Iets verderop hipte een witte kwikstaart over de bladeren.

De kwikstaart was op jacht naar insecten.

Het Commissaris Cramerpad vind ik een van de mooiste fietspaden in dat gedeelte van Drenthe. Het landschap is heel afwisselend. Met name de diverse vennen langs het pad kunnen mij enorm bekoren. Bij dit mooie ven met de minder flatteuze naam, Moddergat ben ik omgekeerd. Het liep al tegen vieren. Ik moest nog een eindje terugfietsen naar de auto en dan nog terug rijden naar de Kop van Overijssel.

Dwingelderveld, zwarte specht voert jongen

Na de fotosessie bij de grauwe klauwier fietste ik nog een eindje over fietspad, de Oude Hoogeveenseweg. Zie Google Maps. Daar stopte ik een aantal keren om landschapsfoto’s te maken.

Ik heb niet het hele fietspad afgefietst omdat ik op die dag nog op meerdere plekken een kijkje wilde nemen. Op dit punt ben ik omgekeerd…

Vanaf het open landschap fietste ik even later het bos in.

Op dit zandpad stond een man met een camera en telelens op statief. Ik herkende hem van eerdere ontmoetingen in het Dwingelderveld. Deze natuurman weet alles te vertellen over dit gebied. Uiteraard vroeg ik hem wat hij stond te observeren. Hij wees mij op het gat in een boom waar de zwarte specht zijn nest had. De jongen stonden waarschijnlijk op punt van uitvliegen, zo vertelde hij. Om half tien had de ouder de jongen voor het laatst gevoerd en het was inmiddels tegen twee uur. Zolang stond hij daar ook al te wachten. Ik vroeg of ik bij hem mocht komen staan om foto’s te maken. En zo stonden we samen te wachten en bij te praten. Ons praten had overigens geen negatieve gevolgen voor de jongen, want die ‘praatten’ net zo hard mee. 😉

In het nest zaten drie jongen. Twee daarvan lieten zich regelmatig zien. Als de jongen groot genoeg zijn om uit te vliegen dan voeren de ouders ze nauwelijks meer. Zo stimuleren ze de jongen om zelf op zoek te gaan naar voedsel. De ouder is dan wel in de buurt om ze uit het nest te ‘roepen’. Op het moment dat wij daar stonden was de specht in geen velden of wegen te bekennen.

De man maakte voornamelijk filmpjes. Hij adviseerde mij om dat ook te doen. Ik maakte eerst opnames van de roepende jongen. Na een uur wachten kwam de ouder luid roepend aanvliegen om de jongen te voeren. De specht landde zoals gebruikelijk eerst tegen een andere boom. Nadat hij omgeving had afgespeurd vloog hij naar de jongen. Dat was het moment dat ik weer startte met filmen.

Omdat ik ook nog enkele foto’s van het voeren wilde maken heb ik het filmen onderbroken. Achteraf had ik het moment van voeren langer moeten filmen. Omdat ik dit moment nog nooit had meegemaakt wilde ik én een filmpje én de foto’s.

Het was een prachtige en unieke ervaring.

Dwingelderveld, grauwe klauwier

Vandaag neem ik jullie weer mee naar Dwingelderveld. Een van de vogels die voor mij kenmerkend is voor het Dwingelderveld is de grauwe klauwier. Op Waarneming had ik gezien waar ik deze zou kunnen vinden, namelijk in het Noordenveld. Maar zo’n gebied is dan nog best groot als je niet weet waar je moet zoeken. Nu trof ik daar een vogelaar met een spottingscope. Hij kon mij precies de plekken van een driehoek aanwijzen die de grauwe klauwier gebruikt als uitkijkpost. mijn camera met telelens installeerde ik op het statief.

Voordat de grauwe klauwier zich liet zien maakte ik eerst een overzichtsfoto. De grauwe klauwier liet niet lang op zich wachten. Het mannetje zat bovenin de dode boom. Het was te ver weg voor een mooie foto.

Even later werd ik door de vogelaar gewezen op de grauwe klauwier die bovenin een grote struik zijn post had ingenomen.

Het is een middelgrote zangvogel met lange staart en stevige zwarte haaksnavel. Volwassen mannetjes hebben een grijze kop waarbij vooral het ‘boevenmasker’ opvalt.  

De naam ‘klauwier’ slaat op de gewoonte van de vogels om prooidieren op te hangen aan de doornen van bramen of andere stekelige struiken en die later op te eten.

Op internet vond ik dit interessante filmpje uit Vlaanderen over de grauwe klauwier.