Zonsondergangen

Tijdens de vakantie hadden we mooi zicht op de zonsondergang. Meerdere keren in de vakantie fotografeerde ik de zonsondergang. Er is niet één zonsondergang hetzelfde. Bij een zonsondergang moet ik altijd denken aan onze lieve moeder. Ze woonde aan het water op het platteland. Als de zonsondergang mooi was geweest dan belde ze vaak even om het te vertellen. Dat deed ze met name in de fase waarbij ze licht dementeerde. Een dagelijks gebeuren, zoals een zonsondergang en het telefonisch contact met een van haar dochters was voor haar een houvast in de periode waarop ze de grip op het leven dreigde te verliezen. Ruim 11 jaar geleden is ze overleden, maar de dierbare herinneringen koesteren we voor altijd. ❤️

Zonsondergang op 2 augustus

Zonsondergang op 6 augustus

Zonsondergang op 7 augustus

Zonsondergang op 10 augustus

Noot: een mooi ezelsbruggetje om te onthouden waar de zon opkomt en weer ondergaat is de volgende: ‘De zon komt op in het oosten en gaat weg in het westen’. Maar de zon komt komt niet het hele jaar precies op in het oosten en gaat niet precies onder in het westen. Dat verschilt namelijk per dag. Waarom dat zo is wordt mooi uitgelegd in dit filmpje van Klokhuis.

Kluten en grutto’s aan de Esumakeech

Na de fotosessie bij uitkijkpunt Ezumakeeg reed ik door naar Esumakeech. Ook daar zijn veel vogels te zien. Ik parkeerde mijn auto in de berm en fotografeerde vanuit de auto. In de verte stond een kudde koeien die naar mijn idee niet veel ruimte hadden om te grazen. Op de foto zijn op de achtergrond twee masten te zien van zeilboten die vanaf het Lauwersmeer naar het Dokkumerdiep voeren. Zie Google Maps.

In het ondiepe water foerageerden een aantal kluten en een grote groep grutto’s.

Bij de linker kluut was het zwart minder uitgesproken dan de bij de andere kluut. Ik vermoed dat het een juveniel is.

De grutto’s hadden hun kop voortdurend onder water. Ze proberen zoveel mogelijk voedsel te eten om op te vetten voor de grote trek naar het zuiden. Onderweg naar het zuiden worden grutto’s alleseters en eten ze ook rijst, besjes en schelpdieren.

Het winterkleed van een grutto is veel minder spectaculair net als het winterkleed van alle andere steltlopers. Steltlopers zijn in de winter vrijwel geheel grijs tot grijswit van kleur. Pas in het voorjaar krijgen ze hun prachtkleed of broedkleed. Deze grutto’s lieten ook niet van zich horen zoals ze dat anders in het voorjaar doen tijdens het broedseizoen.

Er kwam mogelijk een roofvogel over waardoor deze groep kluten, grutto’s en kemphanen op de vleugels ging.

Na deze consternatie moest ik even geduld hebben voor dat ze weer neerstreken in de buurt van de camera. Deze grutto betrapte ik op het binnenhalen van een hapje.

Ezumakeeg en diverse vogels

Bij onze camping op de oever van de Dokkumer Ee hadden we zicht op de zonsondergang.

Meerdere avonden was het de moeite waard om foto’s te maken van de zonsondergang. De bovenstaande foto’s heb ik gekoppeld aan de minder kleurrijke serie van het uitstapje naar Nationaal Park Lauwersmeer.

In het Lauwersmeergebied bevindt zich het bekende uitzichtpunt, Ezumakeeg. Vogelspotters en fotografen komen van heinde en ver om daar naar vogels te spotten en te fotograferen. Sinds 2011 broedt de zeearend vrijwel jaarlijks met wisselend succes in dit Nationaal Park. De imposante roofvogel met een spanwijdte van ruim 2,4 meter is de grootste vogel van Noordwest Europa. Onder vogelaars heeft hij dan ook de bijnaam “vliegende deur”. Het silhouet van de zeearend is uitgesneden een deze plaat van cortenstaal.

Bij het uitkijkpunt (zie Google Maps) zette ik de camera op statief een eindje bij het zitje vandaan. Zo hoefde ik de vrouw die daar zat niet te storen.

In het riet op de oever vloog een libel heen en weer. Uit ervaring weet ik dat deze lastig zijn te fotograferen. Deze bleef echter lang genoeg op één plek hangen zodat ik onderstaande foto’s kon maken. Het was een vroege glazenmaker.

In het water stond een grote groep vogels te rusten. Zelfs voor 600 mm inzoomen met een kropcamera stonden ze te ver weg. Even later gingen ze op de vleugels. Thuis op de computer kon ik ze met behulp van Obsidentify determineren als goudplevier en zomertaling. De goudplevier van dichtbij fotograferen staat al langer op mijn wensenlijstje. Het is een prachtige vogel.

Op de linkerfoto zijn kemphanen en zomertalingen te zien. Op de rechterfoto vliegt een groep kieviten met daartussen één watersnip.

Een fuut kwam boven water met een visje. Ik verwachtte dat het visje snel door het keelgat zou verdwijnen, maar dat gebeurde niet. De fuut zwom ermee naar het riet. Futen hebben een lange broedtijd. Dit visje was wellicht voor de broedende partner of voor de jongen bedoeld.

Na een tijdje reed ik naar een vogelrijkgebied aan de Esumakeech, zie Google Maps. Maar daarover een volgende keer.

Dokkum

Een bezoek aan Dokkum is echt een aanrader. Wij waren aangenaam verrast toen we tijdens onze vakantie voor het eerst door deze bruisende stad fietsten. Het is een stad met rondom grachten, vele bezienswaardigheden, leuke winkels, veel bloemen, oude bruggetjes, met twee molens, monumentale gebouwen met authentieke gevels.

Dokkum is van oorsprong een vestingstad. In Dokkum zijn de grachten en bolwerken goed bewaard gebleven wat heel mooi terug te zien is op Google Maps. De reden dat de grachten en bolwerken van Dokkum zo goed bewaard zijn gebleven werd ons verteld door een gids en las ik later terug op internet.

Dokkum ontwikkelde zich tot een belangrijke handelsstad in het noorden, maar dreigde in de 17e eeuw enigszins geïsoleerd te raken ten noorden van steden als Leeuwarden en Groningen. Om dit te voorkomen werd besloten de Stroobosser Trekvaart van Dokkum naar Stroobos te laten graven om op die manier de route tussen deze steden te beheersen. Toen deze trekvaart eindelijk klaar was, bleek hij nauwelijks invloed te hebben op het vervoer tussen Leeuwarden en Groningen, waardoor de geplande tolgelden waarmee de kosten gedekt moesten worden ook niet binnen kwamen. Sindsdien staat Dokkum bekend als Arm Dokkum. De kosten van het graven waren dermate hoog geweest dat Dokkum alle gronden buiten de stadswallen had moeten verkopen aan de aangrenzende gemeenten en eigenlijk failliet was. In die tijd was Dokkum de dichtst bevolkte gemeente van Nederland. Bron is deze site wat gaat over de historie van Dokkum.

Behalve alle bewaard gebleven grachten loopt dwars door Dokkum de Staande Mast Route. Dit is terug te zien aan de vele zeilboten die hier langsvaren en in Dokkum aanmeren.

In Dokkum bevindt zich het keerpunt van de schaatsers van de Elfstedentocht. Het keerpunt wordt gemarkeerd door bankjes aan weerszijden van de gracht in de vorm van een schaats, de Friese doorloper. Het verhaal en beelden uit 1997 vind je op deze site.

We hebben op een avond een rondvaart gemaakt door Dokkum onder begeleiding van een gids. Deze rondvaart werd georganiseerd door de campingeigenaar en startte vanaf de camping. die serie volgt op een later tijdstip.

Steenloper en zilvermeeuw bij veerhaven Lauwersoog

Het is niet voor het eerst dat ik plaatsnam op de dijk in de veerhaven van Lauwersoog. Ik vind dat altijd een fijn plekje.

Vanaf de dijk heb je zicht op de enorme Cleveringsluizen. Het complex bestaat uit drie bouwwerken (met elk vier spuikanalen), waarvan er twee op het grondgebied van Friesland staan en de andere zich in de provincie Groningen bevindt.

De veerboot vanaf Schiermonnikoog en de snelboot naar het eiland voeren voorbij. Een voormalige viskotter met passagiers voer even later de haven binnen.

Onderaan de dijk foerageerden steenlopers langs de vloedlijn. Door hun kleur vallen ze nauwelijks op tussen de kokkels.

Een van de steenlopers nam een bad.

Er kwamen meer mensen een kijkje nemen op de oever van de Waddenzee. Een zilvermeeuw scharrelde op dat moment z’n kostje bij elkaar.

De zilvermeeuw pakte een kokkel en vloog daarmee naar grote hoogte. Vanaf dat punt liet hij de kokkel vallen op de stenen. Vervolgens vloog hij naar de grond om te zien of de kokkel was opengebroken. Als dat niet het geval was dan herhaalde hij de procedure. Als de schelp wel open was dan peuzelde de meeuw de inhoud lekker op.

Birdaard, het eindpunt van Maarten van der Weijden

Vanaf onze camping maakten we een mooie fietstocht langs de Dokkumer Ee naar het idyllische dorp Birdaard (Fries: Burdaard). We kwamen aan de kant van de passantenhaven het dorp binnen.

In de haven staat een monument van Maarten van der Weijden. In 2018 moest de langeafstandzwemmer op dit punt zijn poging om de Elfstedentocht te zwemmen opgeven. Hij was te uitgeput om de laatste stad Dokkum nog te bereiken. Hij had toen al 163 kilometer gezwommen en 55 uur in het water doorgebracht. Hij begon op 18 augustus aan de tocht om zoveel mogelijk geld op te halen voor onderzoek naar kanker. Er werd uiteindelijk een bedrag van 5 miljoen euro’s ingezameld.

Vanaf de haven fietsten we verder langs molen de Zwaluw. De molen was ontdaan van de kap en de wieken die in restauratie waren. Ik maakte een praatje met de rietdekker. Op mijn vraag vertelde hij dat het riet uit de Weerribben kwam. Ik vertelde hem dat daar mijn roots liggen en dat ik uit een rietsnijdersfamilie kom. De man zei dat bij restauratie van monumentale panden Weerribbenriet gebruikt moet worden vanwege de goede kwaliteit.

We fietsten verder naar het centrum. We lunchten aan het water naast de Steenhuisenbrug. In deze brug is links het wapen van Ferwerderadeel en rechts het wapen van Dantumadeel gemesteld. Aan de andere kant van de brug zijn de huizen van hun tuintje aan het water gescheiden door een straat.

Burdaard heeft een bijzondere museum wat is gehuisvest in dit witte huisje. Dat museum bezocht ik een paar dagen later alleen. Zo kon ik namelijk in alle rust fotograferen.

Wordt vervolgd.

Bonifatius werd in Dokkum vermoord…

…zo leerden we op de lagere school tijdens Vaderlandse geschiedenis. Ik had toen geen idee waarom die beste man werd vermoord, maar ik vond het als kind nogal een wrede actie. Pakweg 50 jaar later was ik voor het eerst van mijn leven in Dokkum. Het werd de hoogste tijd om mij eens te verdiepen in het verhaal van Bonifatius…

De Engelse bisschop Bonifatius reisde op hoge leeftijd naar de ‘heidense’ Friezen om ze te bekeren tot het Christendom. Het bekeren ging niet altijd met zachte hand. Heilige bomen werden omgehakt en heilige tempeltjes werden vernietigd, dit tot grote ontzetting van de Friezen. Toch slaagde Bonifatius erin om vele Friezen te bekeren tot het Christendom. Hij reisde van het zuiden naar het noorden. Ten zuiden van Dokkum ging het mis. Op de site van het kinderprogramma Willem Wever staat een filmpje waarin wordt uitgelegd waarom en hoe Bonifatius en 52 soldaten werden gedood. (Op deze site staat overigens geschreven dat het 52 missionarissen waren).

Ik zocht verder op internet en vond een artikel op Omrop Fryslân met als titel ‘Bonifatius is niet vermoord, maar gesneuveld bij Dokkum’. Volgens de schrijvers is Bonifatius om het leven gekomen toen hij met soldaten op weg was naar Dokkum. De inwoners voelden zich bedreigd en stuurden gewapende mannen op hem af. In de veldslag die daarop volgde is Bonifatius gewond geraakt en overleden. Dus niet vermoord, zeggen de historici. Ook het verhaal dat hij zichzelf beschermde door een bijbel boven zijn hoofd te houden, is volgens de schrijvers later bedacht door de Katholieke kerk. Zie dit artikel.

Na zijn dood werd Bonifatius meteen heilig verklaard. Hoe triest het leven voor de missionaris ook afliep, de stad hield er een prachtige bron met kapel als bedevaartsoord aan over. Elk jaar komen er tussen de 25.000 en 40.000 pelgrims naar de stad om de kapel te bezoeken. Ik was er op een ochtend en heb een ronde gemaakt door het park. Later in de vakantie ben ik vergeten om er nog een keer terug te gaan tijdens openingstijden. Dat houd ik nog tegoed voor een volgende keer.

In het park staan 14 kruiswegstaties. De geschiedenis daarvan is als volgt. In Midden- en Noord-Nederland waren lange tijd katholieke processies op de openbare weg verboden. De Friese pater Titus Brandsma nam het initiatief om in Dokkum op privégrond een processiepark aan te leggen. Een standbeeld van Brandsma staat in het park.

Deelnemers aan de processie liepen langs de kruiswegstaties in het park. Ze zijn gerealiseerd tussen 1936 en 1949. De kapelletjes zijn grotendeels opgetrokken uit kloostermoppen afkomstig van het vroegere Franciscanerklooster te Bolsward. De afbeeldingen in terracotta zijn van de kunstenaar Jacques Maris uit Malden die bevriend was met Titus Brandsma.

Van de jonge zwaluwen en de kat…

Op de boerderij waar we kampeerden huisde een kat die veel te dik was doordat ze vaak op jacht ging naar muizen en ander klein spul.

Op de deel van de boerderij zat bovenop een tl-armatuur een nest van een boerenzwaluw. Vanwege het riet onder de dakplaten had de eigenaar folie gespannen om de fietsen van de gasten te beschermen tegen stof. Op een dag stapte ik de deel binnen. Toen ik naar boven keek zag ik bovenop het folie, dichtbij het nest, de dikke kat zitten. De kat kon op dat moment niet bij het nest, maar lang zou dat vast niet meer duren.

Ik had toevallig mijn camera bij me en maakte daar een foto van. Op dat moment kwam een van de dochters aanlopen. Zij en haar ouders hadden de kat daar nog niet eerder zien zitten. Haar ouders waren niet thuis om mee te overleggen wat wijs zou zijn. Na rijp beraad leek het de dochter en mij goed om de kat daar weg te lokken en binnen op te sluiten. Toen de dochter de kat riep liep de kat de andere kant op met als gevolg dat de folie losscheurde van de zijkanten. Zo waren we nog verder van huis. De kat zou de jonge vogels nu uit het nest kunnen en daarbij vreesden we dat de folie verder zou afscheuren en de kat vanaf grote hoogte naar beneden zou vallen…

De kat zag inderdaad haar kans schoon om een jong uit het nest te pakken.

Ze bracht het jong als relikwie naar haar baasje. Het jong was meer dood dan levend. De kat werd snel achter een gesloten deur geplaatst.

En al die tijd zat pa of ma boerenzwaluw een eindje verderop met een hapje in de snavel te wachten totdat de kust weer veilig was.

Zodra de campingeigenaar thuis kwam en het verhaal hoorde heeft hij een stuk uit het folie geknipt en een plank bevestigd boven het nestje. Op deze manier kon de kat er niet meer bij. Er zijn 3 jongen overgebleven die het verder prima deden.

Op een gegeven moment waren ze zo groot dat de ouder ze riep om het nest te verlaten. Voor de daadwerkelijke sprong werden er volop rek- en strekoefeningen gedaan.

Op de nok van de boerderij en op de zonnepanelen zaten vele zwaluwen, zowel huiszwaluwen als boerenzwaluwen. De ouden scheerden door de lucht op jacht naar insecten. De jongen piepten vooral luid om te bedelen om voedsel.

Paesens-Moddergat

Tijdens onze vakantie fietsten we naar het tweelingdorp Paesens-Moddergat (in het Fries: Peazens-Moddergat). Op deze site kun je lezen over het ontstaan en naamgeving van deze twee dorpen. In dit bericht schreef ik over de enorme ramp die de kleine vissersgemeenschap is overkomen.

Voor de buitenstaanders lijken de beide dorpen naadloos in elkaar over te lopen. De plaatsnaamborden geven aan dat er wel grenzen zijn met daar tussenin een stukje ‘niemandsland’.

Het uitzicht vanaf de Waddendijk was prachtig met schapen op de dijk en schapenwolkjes in de lucht.

We lunchten in een pittoresk restaurantje onderaan de zeedijk.

Wat ik nog niet wist maar tijdens deze vakantie ontdekte is dat er zich nog een ramp heeft voltrokken in deze omgeving. We kwamen daar achter toen we langs het monument fietsten ter nagedachtenis aan deze ramp.

In het najaar van 1945 spoelde er oostelijk van Paesens, in de Peasemerlannen bij Alddyk, een Duitse zeemijn aan. De 77-jarige Sjoerd Steegstra zag dit en waarschuwde de mijnen-opruimingsdienst. Toen die met een ervaren, vijf man sterke ploeg arriveerde, werd de weg gevraagd aan de 18-jarige Douwe Oosterling. Samen met Steegstra’s zoon Anne ging men naar de mijn. Wat volgde was een grote tragedie. Tijdens de demontage werd door onbekende oorzaak het ontstekingsmechanisme geactiveerd. De mijn ontplofte en alle acht mannen waren op slag dood (10.9.1945). Voor de militairen werd bij hun thuisbasis Hoek van Holland een monument in de vorm van een zeemijn opgericht, dat er tot 1965 heeft gestaan. 70 jaar na het gebeuren werd op initiatief vanuit het dorp voor de militaire- en burgerslachtoffers een monument opgericht nabij de plaats van ontploffing. Daartoe is een zeemijn gebruikt van een ander type (een Engelse contactmijn) dan de ontplofte.

Paesens-Moddergat is bij de fotografen vooral bekend vanwege de halfvergane palenrij op het Wad. Ik ben op een later tijdstip een paar keer alleen terug geweest om te fotograferen op het Wad. Dergelijke fotosessies is voor mijn man niets aan omdat hij niet fotografeert.

Bloemrijke akkerranden

Onze eerste fietstocht tijdens de vakantie was van Dokkum naar Paesens-Moddergat. Kenmerkend aan dat gebied is de landbouw en de uitgestrektheid.

Ook in dat gebied wonen boeren met hart voor de natuur, zie deze site.

We fietsen langs diverse akkers met een bloemrijke akkerland. Een akkerrand heeft tot doel om de biodiversiteit in agrarisch gebied te stimuleren. Ik werd er blij van. Dat het niet alleen maar rooskleurig is daar kwam ik achter toen ik hierover las op internet…

In 2015 is een onderzoek gepubliceerd over de pesticiden in akkerranden en in stuifmeel van honingbijen. Wanneer pesticiden en dus vervuild stuifmeel in het natuurlijke systeem van bestuivende insecten terecht komen, zijn we hiermee verder van huis. Het aanleggen van een bloemrijke akkerrand moet dus gecombineerd worden met het streng reguleren van het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Alleen dan zijn natuurmaatregelen in agrarisch gebied zinvol en helpen ze bijen, vlinders, vogels en andere biodiversiteit. Je kunt er alle over lezen op deze site van Nature Today.

Omdat bovenstaand artikel dateert uit 2016 ben ik verder op zoek gegaan op internet. Ik vond een artikel uit 2019 over een tweejarig onderzoek in de Hoeksche Waard. Dat onderzoek toont aan dat akkerranden dankzij de hogere biodiversiteit bijdragen aan de natuurlijke bestrijding van plaaginsecten in het landbouwgewas. De boeren die direct werden geïnformeerd over de resultaten van de observaties in hun velden zagen grotendeels af van het gebruik van insecticiden, waardoor het gebruik van insecticiden meer dan 90% lager lag dan gebruikelijk. De resultaten wijzen erop dat bloemrijke akkerranden op twee manieren kunnen bijdragen aan de agrobiodiversiteit. In de eerste plaats door een habitat en voedsel (nectar en stuifmeel) voor verschillende insectensoorten te bieden en in de tweede plaats het verlagen van het gebruik van insecticiden.

Uiteindelijk zal de uitkomst tot aanbevelingen voor het gebruik van Functionele agrobiodiversiteit (FAB) binnen de landbouw leiden tot het bevorderen van duurzame en natuurvriendelijke landbouw. Bron is deze site. Wat zou het mooi zijn als familie Zwaan kan zwemmen in een sloot zonder pesticiden.