Villa Rams Woerthe

Zaterdag 14 september was het Open Monumentendag. Tevens was in dat weekend onze zoon over uit Amsterdam. Dat was een mooie gelegenheid om met z’n drieën een bezoek te brengen aan Villa Rams Woerthe in Steenwijk.

De naam Rams Woerthe verwijst naar het weiland of ‘woerthe’ waarop de villa is gebouwd en dat ooit in het bezit was van een burgemeester genaamd ‘Ram’. 

Villa Rams Woerthe wordt ook wel het Downton Abbey van Overijssel genoemd. Deze villa werd gebouwd voor de schatrijke houthandelaar Jan Hendrik Tromp Meesters. Het architectenbureau Van Gendt bouwde met dit huis een van hun duurste villa’s. Dat kun je goed zien aan de zwierige smeedijzeren art nouveau-details, het kleurig glas-in-lood en de uitgebreide dienstvleugel. Aldus de site van Hendrick de Keyser Monumenten. Deze vereniging behoudt historische waardevolle huizen en hun interieur voor de toekomst en heeft in 2016 deze villa gekocht. Villa Rams Woerthe is vanaf die tijd opengesteld voor het publiek.

Mijn man en onze zoon waren alvast de trap opgelopen. Ik wachtte onderaan de trap totdat ze uit beeld waren, want ik wilde nog een foto maken van het prachtige glas-in-lood raam. Toen ik door de zoeker van de camera keek zag ik wel een heel bijzonder beeld verschijnen. Onze zoon heeft humor. 😉

De villa heeft een gaaf bewaard interieur waaraan bekende ontwerpers en decorateurs hebben meegewerkt. Imposant zijn de schilderingen, geglazuurde tegels, marmeren lambriseringen, enorme schouwen, het eikenhouten trappenhuis en het gebrandschilderde glas. Er zijn geschilderde taferelen van de hand van de Larense schilder Co Breman en glas-in-lood van Adolf le Comte (vanaf 1880 als ontwerper in dienst van de Delftse plateelbakkerij De Porceleyne Fles). Bijzonder zijn ook de plafonds die werden gemaakt in papier-maché.

De opdrachtgever Tromp Meesters heeft het huis slechts negen jaar bewoond. In 1908 overleed hij op 53-jarige leeftijd. Zijn weduwe wilde er niet blijven wonen en verkocht in 1917 het pand aan de gemeente Steenwijk voor de prijs van 90.000 gulden. De gemeente Steenwijk vestigde er in 1919 het gemeentehuis in. Tot halverwege 2016 was de villa het bestuurscentrum van de gemeente Steenwijkerland.

Vroeger was het gebruikelijk dat je trouwde in het gemeentehuis binnen je eigen gemeente en zo was in 1986 deze prachtige villa onze trouwlocatie. In de periode dat Vereniging Hendrick de Keyser de villa openstelde voor het publiek werden er trouwfoto’s gevraagd uit vervlogen tijden. Wij hebben toen ook een foto ingeleverd. Deze foto’s zijn in een album geplakt en ligt op de trouwlocatie. We hadden van meerdere mensen gehoord dat ze onze trouwfoto hadden gezien in het album. Het werd dus de hoogste tijd dat we zelf ook eens gingen kijken…

In deze uitzending van Binnenste Buiten is Villa Rams Woerthe te zien.

Op de toren van de Grote of Sint Clemenskerk

Zaterdag 14 september was het Open Monumentendag. Tevens was dit weekend onze zoon over uit Amsterdam. Dat was een mooie gelegenheid om met elkaar cultuur te snuiven in eigen stad. ‘s Ochtends hebben mijn man, onze zoon en ik Villa Rams Woerthe en het Hildo Kropmuseum bezocht. Toen had ik de spiegelreflexcamera mee. Die fotoserie volgt later. ‘s Middags hebben mijn zoon en ik de 226 treden beklommen van de toren van de Grote of Sint Clemenskerk in Steenwijk.

Omdat het dichte wenteltrap is heb ik geen last van hoogtevrees. Eenmaal bovenop de 43 meter hoge trans ging het ook goed. Vanwege het hoge hek kijkt men voornamelijk in de verte en niet stijl naar beneden. Bij deze klim had ik bewust geen camera meegenomen. Zoonlief maakte enkele foto’s met de iPhone.

In de volksmond wordt deze toren de Steenwieker Toorn genoemd en is vol liefde bezongen door de Steenwieker volkszanger Gerard Buisman.

Terp fan de Takomst

Op internet had ik gelezen over Terp fan de Takomst (Terp van de Toekomst). Het leek me de moeite waard om dat te bezoeken. De auto parkeerde ik bij de Waddendijk en wandelde naar deze terp. Op die dag waren er mooie dreigende luchten. Waar ik echter niet op had gerekend was een naderende onweersbui. Ik was halverwege toen het steeds meer begon te rommelen. Het leek erop dat ik geluk had en dat de bui over de Waddenzee ten noorden van mij langs zou trekken.

De Terp fan de Takomst is een idee dat ruim 10 jaar geleden ontstond bij een inwoner van het dorp Blije. De bewoners wilden graag de verbinding met de Waddenzee herstellen om zo te laten zien wat de oorspronkelijke functie is van hun terp – hoe ze als kustbewoners hebben geleefd met de zee, eerst op terpen, later door dijken te bouwen en land te winnen uit zee. Maar ook hoe ze door het verleden nog steeds verbonden zijn met de toekomst van het kustgebied en het Wad…

Vanuit de verte had ik al gezien dat er mensen op de terp waren. Die groep mensen kregen een rondleiding van twee gidsen van It Fryske Gea. Ik mocht aansluiten om het verhaal te horen, maar ik koos er voor om na een sociaal praatje mijn eigen rondgang te maken.

Het plan voor een nieuw te bouwen terp werd breed gedragen in de dorpsgemeenschap, de mienskip (gemeenschap) en het idee werd opgepikt door Sense of Place. De dorpsgemeenschap werkte gezamenlijk aan de bouw van de terp, net zoals dat vroeger ging.

De terp is zo’n 80 meter breed en 5,7 meter boven NAP. De buitenkant van de terp is een cirkelvormige opgang. Tussen een zuilenrij van houten palen wandel je gestaag naar boven, van het maaiveld naar terphoogte. Zo ervaar je een 360-graden beleving. Je uitzicht op het uitgestrekte landschap verandert steeds, net als de kwelders die altijd in beweging zijn onder invloed van de getijden. De houten zuilengang wordt bekroond met twee grote houten ringen. Deze ringen symboliseren het huwelijk tussen land en zee, tussen mens en natuur. In de ringen staan uitingen van bewoners over hun relatie met het wad.

De Terp fan de Takomst heeft een vergankelijk karakter, hij is niet voor de eeuwigheid gebouwd. Hoelang is de terp bestand tegen de natuurlijke elementen? Bron is deze site.

Ik wandelde ook buitenom de terp over de kwelder. De kwelder vind ik een bijzonder en prachtig landschap.

Toen ik terug wandelde naar de auto werd de lucht steeds dreigender. Ik ben zelf niet bang om nat te worden, maar voor mijn fotoapparatuur vond ik het minder geslaagd. Maar ik had geluk, de bui trok om mij heen.

De hoogste terp van Nederland in Hegebeintum

Tijdens onze vakantie in het noorden van Fryslân bracht ik een bezoek aan Hegebeintum en de terp. Met 8.80 meter boven NAP is dit de hoogste terp van Nederland.

Voordat ik naar de terp ging bracht ik eerst een bezoek aan het informatiecentrum aan de voet van de terp. Bezoekers op het terras zagen in de verte wat op een paal zitten. Ze konden met het blote oog niet zien of het een kat was of toch iets anders. Mijn telelens moest er aan te pas komen om uitsluitsel te geven. Het was een juveniele buizerd.

Het informatiecentrum, wat in 2021 is gebouwd, biedt plaats aan het Archeologisch Steunpunt, wisselexposities en het Terpcafé. De permanente expositie vertelt het verhaal van het terpenlandschap van Fryslân, de terpen en de afgraving van de terpen in de 19e en 20e eeuw.

Na de rondgang door de expositieruimte wandelde ik naar de terp. Ik kwam langs een schattig huisje met een paradijselijke tuin…

Door de komst van dijken werden terpen overbodig. Terpen werden afgegraven en de vruchtbare aarde werd verkocht. Onderaan de terp staan de relikwieën uit die tijd. Met kiepkarretjes op rails werd de terpaarde in een laadruimte van een binnenschip gekiept.

Daarna ben ik het pad opgelopen naar de kerk. Op deze site kun je alles lezen over de kerk en haar geschiedenis ….

Dokkum, avondrondvaart

Voor campinggasten was er een gelegenheid om een avondrondvaart te maken door Dokkum. Het had die middag flink geregend, maar op het moment van vertrek was het droog. Of we het droog zouden houden was nog spannend.

Peter, onze kapitein en gids koerste ons moeiteloos door het mooie Dokkum. Het eerste obstakel was de extreem lage onderdoorgang bij de Ee brug. We moesten allemaal op de knieën onderin de boot. Onderweg vertelde Peter alle wetenswaardigheden over de stad en de omgeving.

Halverwege de rondvaart legde de kapitein de boot stil onder een brug voor een verrassing. Het was inmiddels zachtjes gaan regenen. We werden getrakteerd op Sonnema Berenburg en Friese droge worst. Sonnema Berenburg is een Friese Kruidenbitter, die in 1860 is bedacht door Fedde Sonnema uit Dokkum. Berenburg wordt met met één e geschreven, omdat Sonnema niet de rechten had om de naam Beerenburg van de ontdekker Hendrik Beerenburg te gebruiken (deze rechten liggen bij distilleerderij Weduwe Joustra). Of het nu met één of met twee e’s is, wij hebben het ons prima laten smaken.

Na de pauze was het weer droog en voeren we verder langs de verdedigingswallen en bolwerken van Dokkum.

Vanaf het water beleef je de stad toch weer anders dan wanner je lopend gaat of op de fiets. Na een heel leuk en gezellig anderhalf uur meerden we weer aan bij de camping.

Regenwulp en steenlopers op het Wad

Wederom maakte ik een wandeling in het buitendijks gebied bij Peasens-Moddergat. Dit keer koos ik voor de lange strekdam. Zie Google Maps.

Op het Wad zag ik in de verte een vogel lopen. Ondanks het tegenlicht herkende ik direct de vogel vanwege de kromme snavel, het was een wulp. Turend door de telelens zag ik dat het een regenwulp was. De regenwulp is kleiner en donkerder en heeft een kortere snavel dan de wulp. 

De wulp vloog weg om vervolgens een plekje te kiezen wat mij veel beter paste. Met grote stappen liep hij steeds dichter naar mij toe.

Op het verste punt van de strekdam heb ik een tijdlang gezeten en genoten van het uitzicht, de geur en de stilte.

Op de stenen voor mij scharrelden een aantal steenlopers.

De regenwulp die een tijdje uit beeld was geweest kwam ook weer aangevlogen. Al foeragerend scharrelde hij samen met de steenlopers langs de vloedlijn.

In de verte passeerde de veerboot van Lauwersoog naar Schiermonnikoog.

Schepen en ander varend materieel

Tijdens onze vakantie aan de Dokkumer Ee heb ik veel foto’s gemaakt van bijzondere schepen die langs voeren. Nederland is zuinig op haar varend erfgoed en dat zie je terug aan de vele authentieke schepen.

De Dokkumer Ee behoort tot de noordelijke Staande Mast Route. De Staande Mast Route is een veilige en vlotte doorgaande route voor zeil- en motorboten met een mast- of opbouwhoogte van meer dan 6 meter die je in staat stelt om van de Deltawateren tot het IJsselmeergebied, Friesland en Groningen te varen via de binnenwateren. Zie deze site.

Op een vooravond kwamen er drie dames langs op een supp. Het leken me professionals. Ze supten mooi in konvooi. Op foto 2 is een bijzondere combinatie te zien van een zeilboot met waterfiets. Er passeerden ook enkelen die op vakantie waren met de kayak. ‘s Avonds als de grote boten waren aangemeerd dan kwam de jeugd in actie. Het spelevaren bestond uit het aantal keren op en neer over de Dokkumer Ee racen. Bij het passeren van de hengelsporters minderden ze keurig hun snelheid.

Schiermonnikoog

Tijdens onze vakantie in het noorden van Fryslân zijn we een dagje naar Schiermonnikoog geweest. We namen onze eigen fietsen mee. Als je een overtocht met de veerboot naar de Waddeneilanden (uitzondering Texel) wilt maken dan moet je tegenwoordig reserveren. De prijs van een overtocht naar een Waddeneiland is buitenproportioneel duur. Daar had ik al over gelezen op de site van Omrop Fryslân.

Dat heeft ons er overigens niet van weerhouden om te gaan, want zoals mijn fotomaatje dan altijd zegt: ‘Beter te duur dan niet te koop…’

We passeerden de Cleveringsluizen en de snelboot tussen Schiermonnikoog en Lauwersoog. Vanaf het dek hadden we prachtig zicht op schepen die ons passeerden op de Waddenzee.

Vanaf de veerhaven zijn we rechtsaf geslagen en naar het oosten gefietst, naar Kaap Willemsduin. Toen zijn we doorgefietst naar het strand. Vanaf het strand zijn we naar het westen gefietst. Tot slot hebben we een rondgang gemaakt door het enige dorp wat dit eiland rijk is. Het was een prachtige dag.

Schiermonnikoog heeft twee vuurtorens, de rode (Noordertoren) en de witte (Zuidertoren). Naar besluit van Koning Willem III werden deze twee toren in 1853 op het eiland geplaatst, die een jaar later werden voorzien van een stilstaand lichttoestel. Deze torens waren ‘bakens’ voor het scheepsverkeer. Wanneer de lichten van de twee torens samenvielen, wisten de schippers dat ze tussen de banken door van de Noordzee naar de Waddenzee konden varen. Aan het begin van de 20e eeuw kreeg de rode vuurtoren mechanisch, ronddraaiend licht, waardoor witte toren overbodig werd. Deze witte toren werd vervolgens jarenlang als watertoren gebruikt en fungeert nu alleen nog als antennemast.

Bij eb droogvallen met je boot op het Wad, dat lijkt me zo mooi!

Schiermonnikoog is in het nieuws, zelfs tot in België. Er kan een deel van het eiland afgesplitst worden. De geul aan de oostkant van het eiland wordt steeds dieper en als er een doorbraak komt, is de kans het grootst dat dat hier gebeurt. Zie Google Maps. Wanneer dat zal gebeuren weet men niet. Het kan nog wel tientallen jaren duren, maar er kan ook zomaar een flinke storm komen waardoor er een overstroming op het eiland komt en het wel in één keer doorbreekt. De afgelopen twintig jaar is Schiermonnikoog opgeschoven naar het oosten en vijf kilometer Groningen ‘ingetrokken’. Daar moest een provinciale grens voor worden gecorrigeerd. Het kan zomaar zijn dat door deze doorbraak Groningen in één keer al die grond weer terugkrijgt. Bron is de site van Omrop Fryslân. Op de terugreis genoten we van de schitteringen op de Waddenzee.

Dobbepaarden en het monument

Tijdens de vakantie in het noorden van Fryslân maakte ik een autorit en een fietstocht langs de Waddendijk. Onderweg maakte ik vele stops om te genieten van het fenomenale uitzicht. Kenmerkend van het buitendijks gebied is het vee wat daar graast. Met name de vele paarden zijn een lust voor het oog.

Opvallende elementen in de zomerpolders zijn de dobben, die als heuvels in dit verder zo vlakke landschap opdoemen. Als het zeewater bij heel hoge vloed bezit neemt van het buitendijkse land, is er voor het vee nog zoet water te vinden in de dobbes. Dobbes zijn omgeven door een verhoogde rand waardoor ze tevens als vluchtplaats dienst doen tijdens hoog water. De dobbepaarden danken hun naam dus aan deze dobbes.

Waarom lopen er koeien, paarden en schapen in het buitendijks natuurgebied…

In het najaar voorafgaande aan het stormseizoen met kans op hoog water wordt het vee daar weggehaald. In 2006 in de nacht van 31 oktober ging het vreselijk mis. Er raasde een zware storm over het Noarderleech, waardoor het buitendijkse gebied bij Marrum overstroomde. De paarden waren voor de stormnacht eerst op een hoge dobbe gebracht waar ze een relatief veilige overnachtingsplek hadden. Op onverklaarbare wijze zijn ze tijdens de stormnacht toch naar de lagere Ozingadobbe gegaan. Op de rand van deze dobbe stonden de 150 paarden opgepakt omringd door water. In die dagen werden ze uiteraard wel voorzien van hooi en water.

De eerste reddingsactie door de Koninklijke Landmacht mislukte. De Friezin Micky Nijboer kwam op het idee een nieuwe reddingspoging uit te voeren gebaseerd op het natuurlijke gedrag van paarden. Bedoeling was de leidende merrie van de kudde te halsteren en deze naar de wal te leiden, in de hoop dat de andere paarden zouden volgen. Bij deze reddingsactie werden er op 3 november zes paarden met amazones gebruikt, vier in het water en twee op het land. Het halsteren van de leidende merrie bleek niet nodig, de opgesloten kudde volgde als vanzelf de amazones toen die zich erbij hadden gevoegd. Na ongeveer 15 minuten hadden alle paarden het vasteland bereikt. 25 paarden overleden door verdrinking, onderkoeling of longontsteking.

Op onderstaand filmpje is de reddingsactie te zien. Het filmpje heb ik door de jaren heen al tientallen keren bekeken toch krijg ik iedere keer weer opnieuw kippenvel. Nu ik ouder ben word ik er zelfs emotioneel van. Het zal de combinatie zijn van beeld en muziek.

Na het paardendrama ontstaat vanuit Dorpsbelang Marrum-Westernijtsjerk de wens om een wandelroute aan te leggen als eerbetoon aan de reddingsactie. Die route is gerealiseerd in 2018, in samenwerking met Sense of Place en It Fryske Gea. De paardenhoeven in beton is het eerste onderdeel van het monument. Het hoogtepunt van de wandelroute is het liggende fotokunstwerk midden in de Ozingadobbe, de plek waar de paarden in 2006 ingesloten raakten.

Tijdens onze vakantie las ik over dit kunstwerk en besloot erheen te wandelen. Op weg naar de Ozingadobbe moest ik eerst door een paar weilanden met jongvee. Als kind was ik veelvuldig tussen de koeien op de boerderij te vinden dus ik was niet echt bang. Maar toen de koeien zo enthousiast op mij af kwamen huppelen moest ik toch wel even slikken. Het verstandigste is om ze te negeren en gewoon kordaat door te wandelen.

Zonder problemen kwam ik aan bij de Ozingadobbe. De afbeelding van het paardendrama komt van de hand van digital artist Marcel van Luit.

Van Luit speelt met diepte, contrast en kleur en is erg bedreven in het samensmeden van verschillende beelden tot een verhalend geheel, waardoor de afbeelding – ook in dit enorme formaat – haarscherp is en qua kleurpalet aansluit op het landschap.

Het kunstwerk ligt op de waterspiegel en beweegt mee met de waterstand. Het is vanaf afstand niet te zien maar alleen vanaf de verhoogde rand van de dobbe. Zo blijft de aanblik van het open landschap behouden. Zie de site van Sense of Place

Bovenop de dobbe stond een koe te grazen. Dat gaf mij een mooi doorkijkje naar het Tempeltje van Ids.

Vanaf de Ozingadobbe ben ik verder richting het Wad gewandeld. Daarvoor moest ik een aantal verrassende bruggetjes oversteken. De evenwichtsbalk is nooit mijn favoriet geweest, maar doordat ik mij kon vasthouden aan de leuning was het goed te doen. Waarom het dwarse obstakel is toegevoegd is mij niet duidelijk.

Ik wandelde door een prachtig kruidenrijk grasland. Na het passeren van weer een dijk, weer een sloot en de nodige hekken had ik verwacht aan de Waddenzee uit te komen, maar dat was te optimistisch gedacht. Op dit punt hield ik het voor gezien. Het werd steeds warmer en de dazen waren behoorlijk irritant.

Ik besloot om te keren. Via een korte omweg kwam ik langs de Alde dobbe met daarop een gebouwtje wat dateert uit 1914. Het leek mij dat dit een gemaaltje is geweest, maar zeker weten doe ik het niet.

Na de lange en mooie wandeling kwam ik weer terug bij de koeien. Ik vermoed dat de warmte ervoor zorgde dat ze geen stap verzetten toen ik langs kwam. Lopend over het pad met paardenhoeven arriveerde ik weer bij de Waddendijk waar ik de auto had geparkeerd.