Hoogwatervluchtplaats voor trekvogels

In oktober is de vogeltrek in volle gang. Dit is een periode waarin miljoenen vogels, zowel trekvogels als doortrekkers, migreren naar hun overwinteringsgebieden in het zuiden. Ze trekken naar het zuiden omdat de warmere klimaten in deze gebieden hen voldoende voedsel, gunstigere temperaturen en betere overlevingskansen bieden gedurende de wintermaanden. Dit stelt hen in staat om energie te besparen, predatie te vermijden en het volgende jaar weer succesvol naar het noorden te trekken om te broeden. Nederland is op zijn beurt weer gastland voor miljoenen wintergasten die in het hoge noorden broeden.

Het Waddengebied is van uitzonderlijk belang voor de vogeltrek vanwege de enorme hoeveelheden voedsel die het biedt. Door het getij wisselen er dagelijks stukken land af tussen droog en nat, wat ideale omstandigheden creëert voor een rijke variëteit aan bodemorganismen zoals wormen, slakken en schaaldieren. Deze organismen vormen de voornaamste voedselbron voor vogels. Trekvogels kunnen in korte tijd hun energievoorraden aanvullen om hun lange reis te vervolgen.

Om de duizenden trekvogels te zien en te fotograferen ging ik naar het buitendijks gebied bij Paesens-Moddergat. Nadat ik eerst de westelijke strekdam had genomen wandelde ik even later over de oostelijke strekdam. Google Maps. Op die dag hadden we goed zicht en reikte mijn blik tot aan Schiermonnikoog met de rode en witte vuurtoren als bakens aan de horizon.

De weidsheid van het Wad gaf mij een gevoel van oneindigheid en een ervaring van immense ruimte en stilte. Met de telefoon maakte ik een kort filmpje.

Voorbij de bocht bevond zich de hoogwatervluchtplaats. Tijdens hoogwater, wanneer de zandbanken en slikken van de Waddenzee onder water staan, verzamelen duizenden trekvogels zich op dergelijke plaatsen. Deze hoger gelegen plekken blijven droog tijdens vloed en bieden de vogels een veilige plek om uit te rusten en te wachten tot het water weer zakt. Op de linker foto is aan de horizon de veerhaven van Schiermonnikoog te zien.

Aan de overkant van de strekdam ver bij mij en de telelens vandaan stonden 5 zilverreigers, het was de zeldzamere kleine zilverreiger.

Na een periode van optimaal genieten van het uitzicht over het onmetelijke Wad, koos ik ervoor om via een alternatieve route terug te keren. Ik stak de brug over en wandelde door een schilderachtig landschap wat gedomineerd werd door uitgebloeide zulte oftewel zeeaster. Tussen de planten buitelde een groepje rietgorzen. Het kunnen vogels zijn die hier hebben gebroed en nog wat blijven rondhangen. Het zou ook groepje doortrekkers kunnen zijn vanuit Scandinavië naar het zuiden. In het winterseizoen leeft de rietgors van zaden, ze zijn dan te vinden op zadenrijke velden zoals akkers, ruigten en braakliggende gronden. Op de foto zit een vrouwtje rietgors te midden van de pluisjes van de zulte.

Na een fikse rondwandeling kwam ik weer aan bij het punt waar ik eerder de zeekraal in herfstkleuren had gefotografeerd. Het rood, groen, geel en blauw creëren een mooie gelaagdheid waarmee de diversiteit en schoonheid van het landschap wordt benadrukt.

Via de oostelijke strekdam liep ik naar de Waddendijk. De Waddendijk omarmt hier de tweelingdorpen Paesens-Moddergat alsof het wil zeggen… ik bescherm je tegen het hoge water, door mij ben je veilig.