Na onze rondwandeling door de haven van Earnewâld reden we verder op zoek naar een plekje om te lunchen. Net buiten het dorp vonden we een geschikte parkeergelegenheid met een weids uitzicht over het landschap.

Na de lunch en in overleg met Jan besloot ik een stukje het gebied in te lopen. Jan bleef bij de auto; door de wandeling in de haven waren zijn benen aan hun tax.
Het terrein werd begraasd door Shetlandpony’s en ik wilde deze pony’s graag van dichterbij bekijken. De Shetlander is een sterk en compact paardenras en afkomstig van de Shetlandeilanden in Schotland. Ze staan bekend om hun dichte vacht, vooral in de winter, waardoor ze uitstekend bestand zijn tegen kou en barre weersomstandigheden. Met de temperaturen in ons land hebben ze zo’n vacht niet echt nodig.

Met hun volle manen en lieve, expressieve snuitjes, gecombineerd met hun vriendelijke en intelligente karakter zijn ze geliefd. Ook vanwege het kleine formaat durfde ik wel dichterbij te komen. De pony’s waren net zo nieuwsgierig naar mij als ik naar hen. Terwijl ik een fotoserie van ze maakte liepen ze naar me toe. Zodra ik een stap achteruit zette voor een betere foto, kwamen ze steeds weer dichterbij. Toen ik genoeg foto’s had gemaakt, bleef ik nog even bij hen staan en kriebelde ze over hun hoofd en door hun zachte manen.
In de verte, op een bruggetje, stond een blauwe reiger. Om deze goed vast te leggen moest ik flink inzoomen. Voorzichtig liep ik die kant op in de hoop een betere foto te maken. De reiger hield me nauwlettend in de gaten. Toen ik te dichtbij kwam vloog hij er met krachtige vleugelslagen vandoor.


Even later zag ik een torenvalk in de lucht. De biddende torenvalk bleef zowaar een tijdje op dezelfde plek ondanks dat ik dichterbij kwam. Hierdoor kon ik een aantal aardige foto’s maken voordat hij wegvloog.

Wordt vervolgd.




