In september 2006 gingen Jan en ik voor het eerst samen op pad om foto’s te maken. Twee jaar eerder had Jan de diagnose MS gekregen. Sindsdien richtte hij zich op natuurfotografie en begon hij een weblog. Via een tip ontdekte ik zijn blog en zijn prachtige foto’s. Geïntrigeerd vroeg ik hem of hij ooit mensen meenam de natuur in om van hem te leren. Zo kwam het dat we die maand onze eerste gezamenlijke fotokuier maakten.
Jan waarschuwde me direct dat hij niet ver zou kunnen lopen en dat zijn mobiliteit in de loop der jaren steeds verder zou afnemen. Toch trokken we ruim 18 jaar lang samen de natuur in, de ene keer in Fryslân, de andere keer in Overijssel. Gaandeweg werden de afstanden korter, maar onze passie voor fotografie bleef onveranderd.
Vorige week brak een nieuw hoofdstuk aan: voor het eerst ging Jan mee in een elektrisch aangedreven rolstoel.
We kozen voor een rit door natuurgebied de Dellebuursterheide. Zo’n eerste keer was spannend: we vroegen ons af hoe Whilly – de rolstoel – zich zou houden op de onverharde paden. Al snel bleek dat los grind en rul zand niet de ideale ondergrond waren.
Terwijl we ons een weg baanden, hoorden en zagen we een boomklever. Het vogeltje fladderde voortdurend van de ene naar de andere plek, maar toch slaagde ik erin om een paar redelijke foto’s te maken.
Bij de Catspoele bleven we een tijdje gezellig op de vlonder staan, waar we een paar vriendelijke mensen ontmoetten. Jan en een fotografe speurden in het water naar leven.
Plotseling dook er een ringslang op. Jan zag hem als eerste en waarschuwde ons op tijd, zodat we een fotoserie konden maken. Ik had op dat moment niet mijn zoomlens tot 600 mm in de hand, maar met mijn 105 mm-lens en met kroppen is het toch gelukt om de slang vast te leggen.
We trokken verder door een stukje bos, en dat ging Whilly zonder problemen af. De rolstoel manoeuvreerde soepel over het bospad, wat ons vertrouwen gaf voor toekomstige ritten.
Een eindje verderop vonden we een mooi plekje om te lunchen. Terwijl we genoten van het uitzicht en de stilte om ons heen, maakte ik met mijn telefoon een foto voor Aafje (foto 3), zodat zij kon zien dat de eerste rit goed verliep.
Tijdens de lunch hipte er plotseling een kikker voorbij, deze liet zich gewillig fotograferen. Na de lunch zetten we onze tocht voort over een stevig pad, klaar voor het volgende avontuur.
Bij dit grote ven bereikten we ons eindpunt. De accu van Whilly gaf nog 60 procent aan, maar om geen risico te nemen, besloten we terug te keren.
De oprit naar de vlonder met Whilly was even een spannend moment. De rolstoel helde iets achterover, wat het een hachelijke manoeuvre maakte. Eenmaal op de vlonder hadden we aan beide kanten prachtig zicht over het water.
Gelukkig kan Jan nog kleine stukjes lopen, wat zo’n ritje in de natuur net wat makkelijker maakt dan wanneer hij volledig afhankelijk zou zijn van de rolstoel.
Op de terugweg maakten we opnieuw een stop bij de vlonder bij de Catspoele. Hoe goed we ook speurden, er was geen ringslang, levendbarende hagedis of heikikker te bekennen—precies de soorten waar we op hoopten.
Dit moment grijp ik aan om de tweede ringslang te laten zien die we eerder hadden gespot. Gelukkig had ik toen wél mijn camera met de zoomlens tot 600 mm bij me, waardoor ik de slang goed kon vastleggen.
Terwijl we daar stonden, reed de boswachter langs in zijn auto en stopte voor een praatje. Ik maakte meteen van de gelegenheid gebruik om hem te wijzen op een obstakel bij een van de klaphekken. Hij beloofde er direct naar te kijken en een melding te maken. Bij de parkeerplaats kwamen we hem opnieuw tegen. Tot onze verrassing vertelde hij dat hij het probleem meteen had opgelost. Een snelle en fijne service!
Het was een prachtige dag en de eerste rit met Whilly is goed verlopen. Dit hulpmiddel opent nieuwe mogelijkheden en maakt uitstapjes in de natuur een stuk toegankelijker. Het vergroot de actieradius, waardoor we meer kunnen ontdekken zonder ons zorgen te maken over lange afstanden.