Soorten vogels tellen op Texel

We zijn net terug van een heerlijke week op Texel. Tijdens ons verblijf kregen we meerdere gasten over de vloer, en degene die het langst bleef was onze zoon. Samen trokken we er regelmatig op uit om vogels te spotten. Hij hield nauwkeurig bij welke soorten we onderweg tegenkwamen en noteerde alles in een overzicht.

Het weer zat helaas niet mee: het was aan de frisse kant, vaak bewolkt en er stond flink wat wind. Af en toe werden we ook nog eens getrakteerd op een bui. Toch lieten we ons daar niet door tegenhouden om er op uit te trekken.

Op de eerste avond reden we samen naar Waalenburg. Al snel zagen we onze eerste vogel: een lepelaar. Hij liep rustig bij ons vandaan, stapte een smal slootje in en vloog uiteindelijk statig weg – een mooi begin van onze vogeltocht.

Andere vogels die we in Waalenburg tegenkwamen waren de tureluur, grutto, kuifeend, graspieper en een paartje bergeenden met maar liefst zeven kuikens.

Wordt vervolgd.

Sneeuwuil

De mooiste uil die ik tijdens de roofvogelshow zag was de sneeuwuil. Met zijn sneeuwwitte verenkleed en indringende gele ogen heeft hij iets magisch – alsof hij zo uit een sprookje is komen aanvliegen…

De sneeuwuil leeft in de toendra’s van het hoge noorden, waar temperaturen ver onder het vriespunt normaal zijn. In dit kille landschap jaagt hij vooral op lemmingen en andere kleine zoogdieren, waarbij zijn scherpe gehoor en krachtige klauwen goed van pas komen. Wat hem bijzonder maakt, is dat hij niet alleen overdag actief is – anders dan veel andere uilen – maar zich ook prima aanpast aan de lange zomerdagen en de poolnacht van zijn leefgebied.

Zijn witte veren bieden niet alleen camouflage in de sneeuw, maar houden ook de ijzige kou buiten. En hoewel hij er majestueus uitziet, is hij verrassend goed gecamoufleerd – bijna onzichtbaar tegen de achtergrond van sneeuw en ijs. De sneeuwuil is dus niet alleen een symbool van de winterse wildernis, maar ook van elegantie en veerkracht in de natuur.

Soms daalt de sneeuwuil af naar zuidelijker gebieden, vooral als de voedselvoorraad schaars wordt. Dan duikt hij ineens op in weidse polders of langs de kust, tot grote vreugde van vogelaars. Ondanks zijn gracieuze uiterlijk is het een taaie overlever, aangepast aan de meest extreme omstandigheden. Het lijkt me een onvergetelijke ervaring om deze indrukwekkende vogel door een besneeuwd landschap te zien vliegen.

Met de sneeuwuil sluit ik de fotoseries van de roofvogelshow af.

Zeearend

De meest indrukwekkende roofvogel van de show was zonder twijfel de zeearend, vooral vanwege zijn imposante formaat.

De zeearend is een roofvogel die met zijn enorme vleugelspanwijdte en scherpe blik tot de verbeelding spreekt. Hij is de grootste arend van Europa. Zijn vlucht is traag maar majestueus, vaak zwevend op thermiek boven meren, rivieren of kustgebieden waar hij op zoek gaat naar vis of watervogels.

Wat de zeearend bijzonder maakt, is niet alleen zijn uiterlijk, maar ook zijn geschiedenis. Ooit verdween hij uit grote delen van Europa, mede door jacht en vergiftiging. Maar dankzij beschermingsmaatregelen en herintroductieprojecten maakt hij een opmerkelijke comeback, ook in Nederland. In natuurgebieden zoals de Oostvaardersplassen, de Biesbosch en de Alde Feanen broedt hij inmiddels weer succesvol.

De zeearend leeft meestal in paren, die elkaar jarenlang trouw blijven en samen een enorm nest bouwen, vaak hoog in een boom of op een rustig eiland. Dat nest wordt elk jaar groter doordat ze er telkens nieuwe takken aan toevoegen.

Witkopgier

De lelijkste roofvogel van de middag vond ik toch wel de witkopgier. Maar eerlijk gezegd heb ik dat met alle gieren. 😉 Hun uiterlijk helpt niet mee – met hun kale koppen en kromme snavels stralen ze weinig charme uit.

De witkopgier is een Afrikaanse roofvogel die vooral opvalt door zijn witte kop en forse vleugelspanwijdte. Hij leeft voornamelijk op open savannes en graslanden, waar hij samen met andere gieren op zoek gaat naar aas. Met zijn sterke snavel en lange nek kan hij diep in karkassen reiken, iets waar zijn kale kop ook praktisch voor is – veren zouden daar alleen maar smerig worden. Hoewel hij er wat luguber uitziet, speelt hij een belangrijke rol in het ecosysteem door dode dieren op te ruimen en zo de verspreiding van ziektes te helpen voorkomen.

De witkopgier werd gelokt met een flink stuk aas. Hoewel hij zichtbaar worstelde met de botten, werkte hij uiteindelijk toch alles naar binnen.

Van tevoren was me verteld dat ik voor de roofvogelshow geen enorme telelens nodig had. De meeste foto’s heb ik dan ook gemaakt met mijn Canon 24-105 mm zoomlens. Op het moment dat ik de lens op 105 mm had staan, steeg de gier op – en paste hij ineens niet meer volledig in beeld. Maar juist dat moment laat goed zien hoe indrukwekkend deze vogel werkelijk is.

Bosuil

De bosuil is een nachtvogel die vooral in bossen en parkachtige omgevingen voorkomt. Hij staat bekend om zijn zachte roep die vaak ‘hoe-hoe’ klinkt en in de schemering of nacht te horen is. Met zijn grote, ronde ogen is hij uitstekend aangepast aan het jagen in het donker, waarbij hij muizen en andere kleine zoogdieren vangt.

De bosuil heeft een verenkleed dat goed camoufleert tussen boomschors. Hij bouwt zijn nest vaak in natuurlijke holtes van oude bomen of soms in vogelhuisjes. Door zijn stille vlucht en spitse klauwen is hij een effectieve jager, terwijl hij tegelijk een rustige verschijning is.

Lannervalk

Tijdens de roofvogelshow was het de beurt aan de lannervalk. De lannervalk is een middelgrote roofvogel die vooral voorkomt in Afrika, Zuid-Europa en delen van Azië.

Met zijn sierlijke vlucht, scherpe blik en indrukwekkende snelheid is hij een meesterlijke jager. Deze valk voedt zich voornamelijk met vogels en kleine zoogdieren, die hij in spectaculaire duikvluchten weet te vangen. In tegenstelling tot sommige andere valken jaagt hij vaak in duo’s, wat hem extra bijzonder maakt. Door zijn rustige aard wordt hij ook regelmatig ingezet in de valkerij.

Door met een stuk aas aan een touw te slingeren, werden de indrukwekkende duikvluchten gedemonstreerd. Vanwege het donkere weer en de razendsnelle bewegingen was het voor de meeste fotografen echter vrijwel onmogelijk om dit goed vast te leggen.

Kerkuil

De volgende uil die de show mocht stelen was de kerkuil.

De kerkuil werd op een ouderwets landbouwwerktuig gezet in een kruidenrijk grasland.

De kerkuil vloog een aantal keren naar de rij fotografen en daarbij koos hij tot drie keer toe mijn schouder uit. Cor maakte daar een foto van.

Het meest kenmerkend is de hartvormige gezichtssluier van de kerkuil. Deze varieert van helder wit tot bruinachtig wit. Dat hangt samen met de in Europa voorkomende ondersoorten. De in Zuid- en delen van West-Europa voorkomende ondersoort heeft een zuiver witte tot licht gevlekte onderzijde. In Nederland komt overwegend de ondersoort voor met een geelbruine en gespikkelde onderzijde.

Rode wouw

De rode wouw is een prachtige roofvogel die meteen opvalt door zijn opvallende roodbruine verenkleed en zijn gevorkte staart. Deze vogel zweeft vaak sierlijk in de lucht en is vooral te vinden in Europa, met name in landen zoals Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Hij houdt van open landschappen zoals landbouwgebieden, heidevelden en lichte bossen, waar hij gemakkelijk zijn voedsel kan vinden.

De rode wouw eet voornamelijk aas, maar jaagt ook op kleine dieren zoals muizen, vogels en insecten. Zijn vlucht is erg wendbaar en elegant, en daarbij maakt hij een karakteristieke klagende roep die vaak klinkt als “kiew-kiew”. Vroeger was deze vogel zeldzaam omdat hij bedreigd werd door stroperij en vergiftiging, maar dankzij beschermingsmaatregelen gaat het tegenwoordig weer beter met zijn populatie.

Uilskuikens van de oehoe

Tijdens de roofvogelshow werden drie oehoe-uilskuikens tussen de gele bloemetjes in het weiland geplaatst. Het gras en de kleurrijke bloemen vormden een prachtig decor voor deze jonge roofvogels.

De oehoe is een indrukwekkende uilensoort die vooral opvalt door zijn grote formaat en diepe, krachtige roep. Hij leeft vaak in ruige, bergachtige gebieden en dichte bossen, waar hij met zijn scherpe ogen en gevoelige gehoor stilletjes op zoek gaat naar prooi. Zijn verenpak is dik en pluizig, wat hem niet alleen beschermt tegen koude temperaturen, maar hem ook helpt om geruisloos te vliegen tijdens het jagen.

In tegenstelling tot kleinere uilen heeft de oehoe een stevig lichaam en krachtige klauwen, waarmee hij zelfs grotere dieren kan vangen. Zijn aanwezigheid roept vaak een gevoel van mysterie op, doordat hij vooral in het donker actief is en zijn indrukwekkende silhouet aftekent tegen de nachtelijke hemel. De oehoe is daarmee een symbool van kracht en wijsheid in veel culturen.

Twee van de uilskuikens bleven dicht bij elkaar en hielden wat meer afstand, terwijl het derde kuiken op ontdekkingsreis ging. Het avontuur bracht hem naar de fotografen, waar hij eigenwijs op een neergelegde telelens ging staan.

Weidebeekjuffers, mandarijneend en nog meer in het Waterloopbos

Onlangs ging ik samen met fotomaatje Jan op pad naar het Waterloopbos. Sinds Jan zich laat vervoeren door zijn ‘Whilly on Wheels’, kunnen we samen weer flinke afstanden afleggen – en dat opent nieuwe mogelijkheden voor onze foto-uitstapjes. Jan beschrijft die prachtige dag uitgebreid op zijn weblog, verspreid over meerdere series. Vandaag deel ik hier eerst alleen de dieren die ik die dag heb gefotografeerd. De rest volgt later.

Een grote zilverreiger.

Een blauwe reiger.

Een ‘blaaskaak’ oftewel een kikker met wangblazen. Een gerande oeverspin.

Een winterkoninkje met nestmateriaal.

Weidebeekjuffer, man en vrouw

Parende oeverlibellen

Mandarijneend, man en vrouw