Met de pont over en op Romsicht

Vandaag neem ik jullie voor de tweede en laatste keer mee op onze prachtige tocht op de iLark en e-bike. Jan en ik reden in een rustig tempo over het schelpenpaadje wat parallel loopt aan de Headamsleat.

We gingen met de pont Grietman-Eco naar de overkant. Ik vind het altijd weer een feest om op het water te zijn, de geur van het water en het weidse uitzicht, genieten.

Vanaf de Hooidamsbrug volgden we het fietspad en kwamen we uit bij uitkijktoren Romsicht. Ik was hier nog niet eerder geweest, maar vond het gelijk een hele mooie plek. Jan had van tevoren al bedacht dat we bij de toren wellicht een mooi plekje in de schaduw zouden kunnen vinden om te lunchen. Hij had gelijk.

De uitkijktoren is in 2011 gebouwd in opdracht van natuurbeschermingsorganisatie It Fryske Gea. Hij staat op de fundamenten van de voormalige boerderij Romsicht, die in 1967 werd afgebroken. De naam “Romsicht” betekent letterlijk ruim zicht en verwijst zowel naar het weidse uitzicht vanaf de toren als naar de oorspronkelijke boerderij.

Op deze website van Uitkijktorens.nl vond ik een mooi stukje over deze plek, inclusief een verwijzing naar het weblog van… mijn fotomaatje. Leuk om dat tegen te komen! En ook ik maak graag gebruik van dat blogbericht om het verhaal rond deze bijzondere plek te delen.

De toren was goed te beklimmen, zelfs voor mij met mijn hoogtevrees. Vanaf het platform hadden we een prachtig uitzicht over het landschap. Er trok een bont gezelschap aan vaartuigen voorbij.

Vanaf het platform zag ik het riet voortdurend bewegen. Er moest wel iets tussen scharrelen, waarschijnlijk vogeltjes die zich goed verborgen hielden. Het lukte uiteindelijk om er een paar op de foto te krijgen. Thuis, achter de computer, zag ik dat het jonge rietzangers waren. Wat een leuke verrassing!

Ik sluit deze serie af met een gedicht van Henk Moltmaker. Dit gedicht stond op een bordje langs het fietspad, bij de uitkijktoren.

Zeehond, eidereenden en een bontbekplevier

Samen met mijn man en onze zoon ging ik op Texel naar het strand bij de vuurtoren, in de hoop daar zeehonden te spotten. Na het tegenvallende pinksterweer waren we blij om eindelijk een stukje blauwe lucht te zien. Echt strandweer was het nog niet, maar dat mocht de pret niet drukken.

We wandelden over het brede strand richting de Noordzee. Het duurde niet lang of we zagen in de verte een zeehond even boven water komen – een klein, grijs koppie tussen de golven. Mijn man en onze zoon liepen daarna verder langs de kustlijn, in zuidoostelijke richting, speurend naar nog meer zeehonden.

Ik wandelde naar de strekdam, in de hoop daar nog wat bijzondere vogels te spotten. Daar zouden we elkaar later weer ontmoeten. Terwijl ik uitkeek over het water, trok een vlucht eidereenden over me heen. Even later landde een groepje van vier vrouwtjes op zee. Ze dreven mee op de golven – soms bijna onzichtbaar tussen de deinende watermassa, en dan weer ineens duidelijk in beeld.

Op de strekdam zat een grote groep meeuwen druk hun kostje bij elkaar te scharrelen. Verder heb ik geen bijzondere waarnemingen meer gedaan. Op het brede, rustige strand waren een paar mensen fanatiek aan het kitebuggyen – een perfecte plek voor zo’n sport, met alle ruimte en wind die je je maar kunt wensen.

Net voorbij de strekdam zag mijn man als eerste de twee bontbekpleviertjes op het strand. Met mijn 600 mm-lens kon ik ze vanaf grote afstand mooi dichterbij halen. Op dat moment zag ik dat een echtpaar hun hond die kant op wilde laten rennen. Gelukkig kon ik nog op tijd ingrijpen – ik legde uit dat de vogels bij verstoring meteen zouden opvliegen. Ze reageerden begripvol en weken met hun hond uit naar de vloedlijn iets verderop.

De voorkeur om op stranden en zeedijken te broeden maakt deze soort zeer kwetsbaar door
menselijke verstoring. In Zeeland worden nesten om die reden afgezet met schapengaas, touw en waarschuwingsborden. In sommige gevallen wordt ook een beschermkooi over het nest geplaatst. Zie deze website van Nationaal Park Oosterschelde.

Na de waarneming van de bontbekplevieren wandelden we weer terug naar de parkeerplaats. De wolk zag er wel dreigend uit en het leek erop dat het in de verte regende, maar het liep voor ons goed af.

Kluut ruziet met bergeenden

Tijdens mijn verblijf op Texel was ik getuige van een opvallend tafereel: een waakzame kluut die zich ophield bij een paartje bergeenden en hun jong. De overige jongen van de bergeenden bevonden zich aan de andere kant van de plas, druk in de weer met foerageren. Wat me opviel, was dat de bergeenden zich niet leken te storen aan de aanwezigheid van de kluut. Ze gingen onverstoord verder met voedsel zoeken.

Even later dwaalde het jong van de bergeend wat af van zijn ouders. Dat was voor de kluut het moment om in actie te komen. Alarmerend liep hij erachteraan en pikte zelfs richting het kuiken. Opmerkelijk genoeg bleven de oudervogels van de bergeend volledig onverstoorbaar; ze reageerden niet op de actie van de kluut.

Toen het jong ver genoeg was weggejaagd, sprintte de kluut plotseling naar de andere jongen van de bergeenden en joeg ook hen alle kanten op. In eerdere reacties werd gesproken over ‘zorgzame’ en ‘wakende’ ouders, maar dit gedrag had daar weinig mee te maken. Het leek eerder op een vorm van territoriaal terroriseren dan op waakzaamheid.

Het gedrag van de kluut verbaasde me, want ik zag in eerste instantie nergens jongen van hem in de buurt. Pas toen ik een paar stappen naar voren deed, ontdekte ik vlak voor me – verscholen achter het riet langs de oever – twee kleine kluutjes die rustig rondliepen. En daarmee werd het overdreven gedrag van de ouderkluut ineens verklaarbaar.

Op deze overzichtsfoto is goed te zien waar het zich allemaal afspeelde en vooral hoeveel ruimte er eigenlijk is voor iedereen om naast elkaar te leven. Er is plek genoeg, zou je denken. Elkaar verjagen lijkt dan niet nodig.

Het tafereel doet denken aan hoe ook wij mensen soms met elkaar omgaan. Ondanks overvloedige ruimte en mogelijkheden, ontstaan er toch conflicten over grenzen, territorium of verschillen…

Op stap met de iLark en e-bike

Vandaag neem ik jullie mee in een actueler onderwerp: een uitstapje dat ik onlangs maakte samen met mijn fotomaatje. Jan reed op de iLark en ik op de e-bike. Jan laat op zijn weblog gedetailleerder zien hoe onze dag is verlopen; ik ga er wat sneller doorheen. Onze eerste stop was het haventje van De Veenhoop, waar we even de tijd namen om rond te kijken en foto’s te maken.

Tegenover het haventje staat een oude boerderij. Ernaast bevindt zich een klein huisje, dat vroeger vermoedelijk dienst deed als arbeiderswoning. De boerderij straalt iets uit van vervlogen tijden en heeft waarschijnlijk ooit aanzien gehad. Nu oogt het geheel wat vervallen, met sporen van vergane glorie die nog zichtbaar zijn.

In Nederland zijn veel boerderijen in vervallen staat door het stoppen van agrarische activiteiten, gebrek aan opvolging, financiële beperkingen en vergrijzing op het platteland. Boerderijen verliezen hun functie, worden moeilijk herbestemd en het onderhoud wordt daardoor uitgesteld of verwaarloosd. Vooral in krimpgebieden is dit een zichtbaar probleem. De activiteiten rond deze boerderij, met de authentieke pakjes hooi op het erf, doen denken aan een boerenbedrijf van een keuterboer.

Iets verderop ontmoetten we een boer die net zijn pinken had uitgeladen. Pinken zijn jonge vrouwelijke runderen van ongeveer één tot twee jaar oud die nog geen kalf hebben gekregen en dus nog geen melkkoe zijn. Eerst bleven de pinken dicht bij de boer staan. Toen hij met zijn tractor wegreed, liepen ze trouw met hem mee, totdat een hek hen tegenhield. Het was duidelijk: een boer kent zijn koeien, en de koeien kennen hun boer. 😉

Een paar honderd meter verderop nodigde een bloemrijke berm ons uit om weer even te stoppen. Het was een waar feest om te zien. De bloemen werden druk bezocht door verschillende vlinders. Een klein geaderd witje wilde wel voor mij poseren. Terwijl ik over de weg liep, probeerde ik een rietzanger op de foto te krijgen. De rietzanger liet zich prachtig horen en was af en toe ook even te zien, maar zodra ik mijn camera richtte, was de vogel alweer gevlogen.

Bij het gemaaltje aan de Bûtendiken stopten we opnieuw. Daar heb je een prachtig uitzicht over het water. Op een vlot in het water zaten visdiefjes met vermoedelijk jongen. Op een steen stond een nijlgans alsof hij de onbetwiste heer en meester van het gebied was.

De weg ging over in een schelpenpaadje. Achter elkaar reden we langs Molen Herkules, op weg naar de pont. Maar daarover vertel ik de volgende keer meer.

Zonsondergang bij Paal 15

Aan het einde van het gezellige weekend op Texel bleef er een groepje van vijf personen over. Op de avond nadat we de anderen overdag hadden uitgezwaaid, gingen we opnieuw naar het strand om de zonsondergang te bewonderen. Dit keer kozen we voor Paal 15. Het was bewolkt, maar af en toe brak de zon nog even door een klein kiertje in de wolken.

Bij aankomst op het strand raakte mijn neef meteen bevriend met een hond die wel interesse had in zijn frisbee. Onze zoon had zijn verrekijker meegenomen, maar stopte die al snel in mijn fototas zodat hij zijn handen vrij had om frisbee te gooien. Handig, zo’n moeder mét fototas. 😉

Op een gedeelte van het strand stonden een groep meeuwen en scholeksters bij elkaar. Het leek erop dat er op die plek iets te halen viel, wat al snel duidelijk werd toen even later een meeuw met zeewier in zijn snavel aan kwam lopen.

Door de bewolking werd het geen spectaculaire zonsondergang, maar toch hebben we er volop van genoten. De zachte kleuren en de rustgevende sfeer op het strand maakten het moment bijzonder.