Onlangs zag ik een herhaling van een uitzending van Andere Tijden Sport over Foekje Dillema. Hoewel ik haar verhaal al eerder had gehoord, maakte de tragiek opnieuw diepe indruk.
Tijdens onze vakantie in het noorden van FryslΓ’n, bracht ik een bezoek aan het dorp waar Foekje is geboren en getogen. Misschien zou ik daar nog iets meer te weten komen over haar leven. Dat ik Γ©cht in haar voetsporen zou treden, besefte ik pas tijdens mijn bezoek aan het dorp. De rondgang door het dorp groeide uit tot een bijzondere ervaring die me dichter bij haar verhaal bracht dan ik had verwacht.
In deel 1 schreef ik over mijn bezoek aan het graf van Foekje. Dat kun je hier teruglezen. Na de begraafplaats reed ik door naar het dorpshuis. Aan een boom naast het gebouw hing ook een bordje dat verwees naar de luisterwandeling βYn βe fuotspoaren fan Foekjeβ.

Op de parkeerplaats van het dorpshuis was een man aan het werk. Terwijl ik daar stond te fotograferen, kwam hij naar me toe. Het bleek de beheerder van het dorpshuis te zijn β een gelukkig toeval. Hij opende de deur voor me en nodigde me uit om binnen rond te kijken. Als eerste wees hij me op het bord boven de ingang van de gymzaal, de zaal waar Foekje jarenlang gymles heeft gegeven. Op de dag van mijn bezoek was de ruimte omgetoverd tot feestzaal; de volgende dag zou er een diamanten huwelijk gevierd worden.

Vervolgens nam hij me mee naar een wand waar enkele ingelijste fotoβs en een gedicht hingen. Het gedicht was geschreven door zijn vrouw. Om ervoor te zorgen dat ik er goede fotoβs van kon maken, haalde hij de lijsten van de muur en zocht een plek met beter licht. Een kleine geste, maar zΓ³ attent.

Het geschikte plekje bleek op de bar te zijn, tegen de tap.



Tot slot liet hij me het mooiste relikwie zien: een tas van Foekje. De tas was stevig vastgemaakt in de prijzenkast, zodat hij niet zomaar meegenomen kon worden. Toch haalde de beheerder hem er speciaal voor mij uit, zodat ik er een foto van kon maken.
De foto’s die normaal gesproken in het dorpshuis hangen zijn tijdelijk uitgeleend voor de expositie in het museum in Kollum (14 juni β 31 oktober). Maar deze tas had hij bewust niet uitgeleend.


Naast de verhalen over Foekje vertelde de bevlogen beheerder ook uitgebreid over zijn werk in het dorpshuis en liet hij me nog verschillende ingelijste fotoβs met zijn hoogtepunten zien. Omdat die niet in het verhaal van Foekje horen, laat ik die hier verder achterwege. π
Buiten wees hij me vervolgens de weg naar de andere locaties. Na hem hartelijk bedankt te hebben voor zijn gastvrijheid, wandelde ik naar het huis waar Foekje heeft gewoond.

De eerste jaren na de schorsing leefde Foekje, buiten het recreatieve sporten om, in afzondering. Op straat droeg ze vaak een hoofddoek, waarmee ze aangaf dat ze vrouw was. Ze ging weer aan de slag als huishoudelijke hulp en ging gymnastieklessen geven bij de lokale sportverenigingen.


Natuurlijk is de uitsluiting door de KNAU sterk van invloed geweest op het verdere leven van Foekje. Natuurlijk zou haar leven dramatisch anders verlopen zijn wanneer ze had kunnen blijven lopen op het topniveau waar ze thuis hoorde. Maar Foekje was niet verwoest. Foekje heeft in Burum een grote rol gespeeld bij de oprichting van de gymnastiekvereniging. Welke volwassene in Burum heeft niet les van haar gehad? Ze maakte kinderen enthousiast en begeleidde hen. Foekje was voor de sport in Burum van groot belang. En daarnaast was Foekje ook gewoon een fijne buurvrouw.

Foekje Dillema werkt in haar tuin, juli 1950. Bron is deze site.