Menkemaborg

Menkemaborg wordt vaak genoemd als het mooiste kasteel van Noord-Nederland. Dat maakte me nieuwsgierig en ik besloot tijdens onze vakantie het te bezoeken.

Het gebouw op de tweede foto is ’t Schathuis. Vroeger werden hier de koetsen en paarden gestald. Daarnaast bevonden zich er een slachtkeuken, een bierbrouwerij en de kamers van de knechten. Tegenwoordig is in ‘t Schathuis een café-restaurant gevestigd. Op het terras genoot ik van een heerlijke cappuccino.

Binnen werd ik hartelijk verwelkomd door een vrijwilligster. Voor een kleine vergoeding kon ik een rondgang maken met behulp van audioapparatuur. Ze verontschuldigde zich dat hier apart voor betaald moest worden, maar ik stelde haar gerust, ik vond het geen probleem. Ze raadde me aan om de kinderversie van de audiotour te kiezen, die zou namelijk leuker zijn dan die voor volwassenen. Ze had gelijk. 😉

Na de boeiende rondgang binnen wandelde ik door de tuin. Het is een prachtig aangelegde tuin met strakke lijnen en mooie zichtassen. De peer op de eerste foto is een kunstwerk van Judith Hopf. Tussen de bloeiende zonnehoed en lavendel zoemden talloze insecten. Toen ik de hovenier fotografeerde, onderbrak hij even zijn werk om een praatje te maken. Hij vertelde enthousiast over de tuinen van Menkemaborg, over dit deel van de provincie Groningen, over de akkerbouw, over de zwaarste aardbeving en nog veel meer. Het werd een onverwacht maar waardevol gesprek.

Na de rondwandeling door de siertuin liep ik verder naar de moes- en kruidentuin. Aan het begin staat een groot kunstwerk van Rob Sweere. Meer hierover is te vinden op zijn website. Zo’n tuin spreekt me nog meer aan dan de siertuin waar ik even daarvoor doorheen was gewandeld. Jammer genoeg kon ik niet de hele tuin bekijken, want de lucht werd steeds dreigender. Uiteindelijk moest ik op een drafje terug naar de auto… die ik nét niet droog bereikte.

Bloeiende toverhazelaar

Gisterochtend zaten mijn man en ik achter het voorraam koffie te drinken toen ons oog viel op de toverhazelaar. Hij staat in bloei! De struik staat naast onze oprit, maar ondanks het dagelijks in- en uitstappen was het ons nog niet opgevallen. De gele bloemetjes mengen zich subtiel met de geelgekleurde herfstbladeren, waardoor ze bijna wegvallen.

Dat de toverhazelaar nu al in bloei staat, is best bijzonder. Normaal gesproken bloeit hij pas in de winter. Uit nieuwsgierigheid ben ik eens op internet gaan kijken en ook even door mijn oude weblogberichten gebladerd. Daar kwam ik een bericht tegen uit oktober 2013, waarin ik schreef over de bloei in de herfst van dezelfde toverhazelaar. In dat bericht verwijs ik naar eerdere foto’s waarbij de toverhazelaar toch echt in de winter bloeit. In februari 2010: de bloemetjes bedekt met sneeuw en in januari 2011: de bloei met rijp

Voor de onverwachte bloei in de herfst vond ik een mogelijke verklaring. Stress, zoals droogte of extreme weersomstandigheden kan ervoor zorgen dat een struik eerder of juist uitbundiger dan normaal gaat bloeien: een soort overlevingsmechanisme. Ook bij toverhazelaars wordt dat af en toe gezien. Als de struik bijvoorbeeld een droge zomer heeft doorgemaakt, kan hij in de vroege herfst onverwacht tot bloei komen.

Overigens dankt de toverhazelaar zijn naam niet aan de ‘betoverende’ bloesem, maar aan het gebruik van de gevorkte takken. Europese immigranten gebruikten de takken van de Noord-Amerikaanse soort Hamamelis virginiana L. namelijk als wichelroede. Hoewel de toverhazelaar geen familie is van onze gewone hazelaar, kreeg hij de Engelse naam witch hazel vanwege de gelijkenis met de Europese hazelnoot. Vandaar dus ook onze Nederlandse naam: toverhazelaar. Bron is deze site.

Toen ik de toverhazelaar van dichtbij bekeek, viel me iets op: op verschillende takken groeien mossen en korstmossen. Gelukkig hebben die over het algemeen geen negatieve invloed op de gezondheid van de plant. Volgens ObsIdentify gaat het om klein en groot dooiermos en kapjesvingermos. Samen met de gele bloemetjes maakt dat de toverhazelaar nog kleurrijker. 😉

Door de Dokkumer Ee

Vandaag neem ik jullie nog één keer mee terug naar de Dokkumer Ee. Eerder liet ik al een serie zien van grote zeilboten en ander varend erfgoed.

In dit eerste drieluik zijn vaartuigen te zien die oorspronkelijk een andere bestemming hadden, maar tegenwoordig als pleziervaartuig worden gebruikt.

Er voeren ook talloze kleine bootjes voorbij met bemanningen die vrolijk zwaaiden of stoer probeerden te doen met een iets te grote buitenboordmotor.

Ik vind het altijd leuk om naar de namen van boten te kijken. Als kinderen, opgegroeid aan het water, zaten we vaak aan de waterkant. We schreven de namen op en noteerden waar de boten vandaan kwamen. Dat deden we gewoon als tijdverdrijf, er waren toen immers nog geen televisie-uitzendingen overdag, geen computers en geen mobiele telefoons…

Weten de niet-Friezen onder jullie de vertaling van de eerste drie namen? De boot die van het verst kwam, was Silmar uit Basel, een bijzondere vondst op de Friese wateren!

De camping waar we verbleven ligt aan de route van de Elfstedentocht. De Elfstedentocht is natuurlijk bekend als schaatstocht, maar in de loop van de jaren kun je deze route op verschillende manieren afleggen:

  1. Met de schaats (traditioneel, als het ijs het toelaat, dit is sinds 1997 niet meer op het ijs geweest).
  2. Fietsend, waarbij je de route over meerdere dagen kunt uitsmeren om van de Friese landschappen en steden te genieten.
  3. Wandelend, waarbij je de tocht in etappes kunt doen en de cultuur en bezienswaardigheden van dichtbij ontdekt.
  4. Met de auto, waarbij je de volledige route van circa 200 km in een dag kunt rijden, met stops in alle elf steden.
  5. Met de motor, camper of trekker, vergelijkbaar met de auto, met vrijheid om te stoppen waar je wilt.
  6. Varen met een boot, kano of sup, waarbij je de route over het water volgt en de steden vanaf het water kunt bezoeken.

Maar je kunt de route ook op een heel andere manier afleggen namelijk als sportvisser tijdens de ‘Snoekviselfstedentocht’. Deze tocht duurt vijf dagen en voert langs de Friese elf steden, volledig in het teken van het vangen van snoeken. Het idee achter deze tocht vond ik erg mooi. Sportvisser André Kompier wilde de tocht namelijk maken samen met kinderen met een beperking. Echter het organiseren van zo’n tocht is niet eenvoudig, het vraagt veel tijd en geld. Door zijn drukke baan is het er tot nu toe helaas nog niet van gekomen. Op de website van Omrop Fryslân kun je er alles over lezen.

Toen ik er afgelopen week over las, moest ik meteen denken aan de fotoserie die ik maakte tijdens onze vakantie aan de Dokkumer Ee. Daar ving een man, vlak voor onze camping, een snoek.

Een ritje langs het IJsselmeer

Een paar weken geleden gingen mijn fotomaatje en ik samen op stap. Dit keer startten we in de Kop van Overijssel. Zoals altijd begonnen we de dag met een kop koffie en iets lekkers erbij. Terwijl ik naar buiten keek, zag ik tot mijn verrassing een sperwer op een paaltje naast onze tuin landen. Ik had net genoeg tijd om één acceptabele foto te maken, voordat hij weer wegvloog.

Na de koffie stapten we in de auto voor een rit langs het IJsselmeer in Gaasterland. Jan heeft de dag prachtig vastgelegd in meerdere fotoseries. Zelf ga ik er, zoals wel vaker, met grote stappen doorheen. 😉

Onze eerste stop was bij het Oudemirderklif. Vanaf de auto is het ruim 300 meter wandelen naar het klif. Voor Jan is dat, ondanks het keurig verharde pad, een flinke afstand. Met behulp van zijn stokken kan hij het gelukkig nog overbruggen, maar hij moet daar wel een goede dag voor hebben. Het was die dag stralend weer. We hebben volop genoten van het weidse uitzicht en de schitteringen van de zon op het water.

Daarna reden we door naar het Mirnserklif. Het mooie van deze plek is dat er niet alleen een restaurant staat, maar dat je er ook helemaal tot aan het water kunt komen. Bovendien ligt er een strandje, waar dankbaar gebruik van wordt gemaakt.

Even later reden we door het dorpje Mirns. Daar viel ons oog op de witte klokkenstoel op de begraafplaats. Hoewel we er al vaker langs zijn gekomen, kan ik me niet herinneren dat we er ooit eerder zijn gestopt. Dit keer besloten we wel een rondgang te maken over de begraafplaats. Jan maakte er op zijn weblog een mooie, informatieve serie over. Zelf beperk ik me tot één oude grafsteen, waarop prachtige patronen van korstmossen te zien zijn.

Onze laatste stop was bij het Reaklif. Vanaf dit punt heb je een werkelijk fenomenaal uitzicht over het IJsselmeer. Blijkbaar is de route die wij reden ook populair bij liefhebbers van oldtimers, want inmiddels zijn we daar al meerdere keren oude brommers en klassieke auto’s tegengekomen.

Terwijl ik een foto maakte richting het zuidoosten, kwam er een oldtimer aangereden. Al snel vermoedde ik dat het een Lada was. De eigenaar vond het prima dat we er een fotoserie van maakten en vertelde enthousiast over de auto en de herkomst. Deze Lada was geïmporteerd uit Oekraïne. In de auto troffen we een orthodox icoon aan, wat roebels én zelfs een lege Vodkafles, details die helemaal bij de sfeer pasten.

Voor mij was de ontmoeting met de Lada een stukje nostalgie, onze ouders hebben namelijk meerdere Lada’s gehad. Ook wij hadden zo’n rol toiletpapier met een gehaakt hoesje eromheen op de hoedenplank staan.

Het was weer een prachtige fotokuier samen. Na deze zonnige dag vermoed ik dat onze volgende tochten een meer herfstachtig karakter zullen krijgen. Maar ook dat heeft zijn charme door de warme herfstkleuren.

Veel geluk! van Jopie Huisman

Tijdens de zomervakantie bracht ik eindelijk een bezoek aan het Jopie Huisman Museum in Workum. Ik had er al veel over gehoord en gelezen, maar tot mijn schaamte moet ik toegeven dat ik er nog nooit was geweest.

Het Jopie Huisman Museum werd opgericht in 1986 en was daarmee het eerste museum in Nederland dat volledig gewijd was aan een nog levende kunstenaar.

Jopie Huisman stond bekend om zijn indrukwekkend realistische schilderijen van het alledaagse leven.Door zijn schilderijen vertelt Huisman niet alleen een verhaal, hij geeft ook een stem aan mensen die vaak over het hoofd worden gezien. Hij schilderde hun versleten jassen, hun afgetrapte werkschoenen, niet om medelijden op te wekken, maar om te laten zien dat ook zij ertoe doen.

Jopie Huisman voelde een sterke verwantschap met Vincent van Gogh, die hij beschouwde als een van zijn grootste inspiratiebronnen. Net als Van Gogh richtte hij zich in zijn werk op de “verworpenen der aarde”: mensen en voorwerpen die door de maatschappij vaak worden genegeerd of vergeten.

Wie meer wil lezen over het leven en werk van Jopie Huisman, vindt een mooie en treffende beschrijving op de website van Wilma. Een aanrader voor wie zich verder wil verdiepen in deze bijzondere kunstenaar.

Op 14 juli 1984 werden drie schilderijen van Jopie Huisman gestolen uit galerie ’t Weefhuis in Nuenen, waar hij op dat moment exposeerde naast werken van Vincent van Gogh. Het ging om de werken Handschoenen (1976), Merelnest (1981) en De drie lotgenoten (1981).

De schok van de diefstal was groot. Huisman besloot direct om de expositie stop te zetten en liet alle overige werken terughalen. Het raakte hem diep, zozeer zelfs dat hij aankondigde nooit meer te willen exposeren.

Gelukkig wist een groep vrienden en bewonderaars hem na verloop van tijd op andere gedachten te brengen. Die ommekeer leidde uiteindelijk tot de oprichting van het Jopie Huisman Museum in Workum, waar zijn werk een permanente plek kreeg.

De drie gestolen schilderijen zijn tot op de dag van vandaag spoorloos, ondanks talloze zoektochten, speurwerk door kunstdetectives zoals Arthur Brand, en zelfs een podcastserie die het mysterie onderzoekt. Voor Huisman voelde het verlies alsof hij drie van zijn kinderen was kwijtgeraakt. In het museum zijn nog altijd drie lege plekken gereserveerd voor de werken, klaar om ze te verwelkomen, mocht het ooit zover komen.

Naast de vaste tentoonstelling van Jopie Huisman is er in het museum ook ruimte voor wisselexposities. Tot 26 oktober is er een bijzondere expositie te zien van Henk Helmantel, bekend om zijn verstilde stillevens en sfeervolle interieurs. Deze tentoonstelling is extra bijzonder omdat het de allereerste is die wordt gepresenteerd in de nieuwe, ruime tentoonstellingszaal van het museum.

Henk Helmantel en Jopie Huisman worden vaak met elkaar vergeleken en in de tentoonstelling Helmantel ontmoet Huisman wordt duidelijk waarom. Hun oog voor detail, respect voor het alledaagse en hun technisch vakmanschap maken de vergelijking vanzelfsprekend.

Mijn ouders bezochten vroeger het Jopie Huisman Museum al meerdere keren. Na een van die bezoeken namen ze een door Jopie zelf gesigneerde kaart voor mij mee. Die kaart heb ik altijd zorgvuldig bewaard als dierbaar aandenken aan mijn ouders en aan deze bijzondere kunstenaar.