Vriendelijke mensen in de kijkhut

Ruim een week geleden was ik te gast bij mijn fotomaatje, Jan voor een fotokuier in Fryslân. De rit voerde o.a. over wegen waar ik naar mijn idee nog niet eerder was geweest. De fotoserie daarvan laat ik rusten, want dat is een onderwerp met een vervolgverhaal waarover Jan gaat schrijven op zijn weblog. De fotokuier sloten we af bij de kijkhut in de Jan Durkspolder. Onderstaande foto maakte ik vanaf de ‘parkeerplaats’.

Langs het pad staan vele knotwilgen. Bijzonder om te zien hoe grillig gevormd ze zijn inclusief gaten en dat ze desondanks gewoon blijven leven en groeien. De knotwilgen worden geknot door vrijwilligers. De wilgentenen worden gebruikt voor vlechtschermen aan weerszijden van het pad om er voor te zorgen dat de mensen ongezien de kijkhut kunnen bereiken.

In de kijkhut was het redelijk druk. We waren amper de kijkhut binnen of een vogelaar wees mij op drie watersnippen op de oever tegenover de kijkhut. Op het moment dat ik mijn camera in stelling had gebracht vlogen de drie watersnippen weg. Maar niet getreurd, de man had nog een verrassing in petto. Hij wees op de watersnippen die stonden te rusten op de boomstronken. Als de vogelaar mij daar niet op gewezen had, dan had ik ze niet ontdekt. Watersnippen staan er om bekend dat ze heel goed opgaan in de natuur. Even later ging een van de twee watersnippen foerageren op de oever tegenover de kijkhut.

Na het avontuur met de watersnippen keek ik net als Jan een tijdje uit over de waterplas met schitteringen. Een groep eenden stond te rusten, te poetsen of de eenden dobberden wat rond. Ik ontdekte o.a. wilde eenden, smienten en slobeenden.

Als titel gebruikte ik ‘Vriendelijke mensen in de kijkhut’ en dat heeft een reden. Je kunt het soms treffen dat mensen c.q. vogelaars allesbehalve vriendelijk zijn. Of ze zeggen geen woord of ze kletsen honderduit als ze hun buit binnen hebben. Deze keer troffen we vriendelijke mensen. Een man en een vrouw waren echte vogelaars, er ontging hen werkelijk niets en daarbij wisten ze alles op naam te brengen. En wat nog het mooiste was, ze waren bereid om het allemaal met ons te delen. Op onderstaande foto staat links een putter, een juveniel. In het midden vliegt een grote stern op de rechter foto vliegt een bruine kiekendief.

Uiteindelijk zaten we daar de langste tijd met z’n zessen, drie mannen en drie vrouwen. Zoals Jan en ik gewend zijn om de waarnemingen met elkaar te delen, deden de anderen dat ook. Een van de vrouwen zei op een bepaald moment: ‘Jan, kom eens kijken, wat loopt daar’. Alle mannen keken op. Wat bleek, ze heten alle drie… Jan. Dat was wel heel toevallig.

Grote sterns, visdieven en kokmeeuwen bij Wagejot

Als ik op Texel ben breng ik eigenlijk altijd wel een bezoek aan de kolonie grote sterns bij Wagejot. Zie Google Maps. Ter plekke kreeg ik de indruk dat er dit jaar minder grote sterns waren dan voorgaande jaren. Misschien dat het te maken had met de vogelgriep.

Grote sterns zijn iconische vogels van de Waddenzee. Ze vliegen boven helder zeewater en jagen op vis door te duiken. Er zijn maar enkele broedkolonies in Nederland waarvan de kolonie Wagejot op Texel de belangrijkste is; ze behoort tot de grootste van Europa. De vogels komen vanaf eind maart uit hun overwinteringsgebieden in Afrika terug in Nederland om te broeden. Vanaf eind april vormen ze dicht opeengepakte broedkolonies op schaars begroeide zandplaten of schelpenbanken. Ze leggen één of twee eieren in een kuiltje.

Na 22-26 dagen zijn de eieren uitgebroed. De kuikens kunnen de eerste 25-35 dagen niet vliegen. De ouders vliegen in die periode heen en weer naar zee om steeds één visje naar een kuiken te brengen. Hoe groter de kuikens worden, hoe groter de vissen zijn die de oudervogels aanbieden. Als de kuikens vliegvlug zijn, gaan ze mee met de ouders om zelf te leren vissen op zee. Op Texel verzamelen de sterns zich dan veelal in De Slufter. In augustus en september trekken de ouders met jongen weg naar zuidelijke bestemmingen, sommige helemaal tot Kaap de Goede Hoop in Zuid-Afrika. Deze informatie komt van deze site van Wageningen University en Research.

Als je zo op elkaar gepakt zit in een kolonie dan is een verfrissende duik op z’n tijd meer dan welkom.

Op een ander eilandje in Wagejot zaten visdieven te broeden. Dit was maar een klein groepje. Visdiefjes hebben zijn te herkennen aan de rode snavel met zwarte punt.

Behalve de grote sterns en de visdieven zijn de kokmeeuwen ook goed vertegenwoordigd bij Wagejot op Texel. De kokmeeuwen, de grote sterns en de visdieven broeden vlak bij elkaar. Het eilandje waar de kokmeeuwen hun nestjes hadden lag wat dichterbij de weg en zo kon ik mooi inzoomen op de activiteiten van de kokmeeuwen.

Sommige paartjes scharrelden nog wat twijfelachtig om elkaar heen. Andere waren druk bezig met het bouwen van een nest. Weer andere kokmeeuwen waren al druk aan het broeden. En enkele mannetjes en vrouwtjes waren aan het paren.

Kolonie grote sterns op Texel

Tussen de oude en nieuwe waddendijk op Texel zat een kolonie grote sterns. Deze kolonie zat op loopafstand van ons vakantiehuis. Met de camera’s mee nam ik er regelmatig een kijkje.  Het waren er verschrikkelijk veel, wellicht wel duizenden. Het was een indrukwekkend gezicht en een oorverdovend lawaai. Zie deze site voor meer informatie over de grote stern op Texel.

Vele voorbijgangers stopten om het spektakel te  aanschouwen.

Van tijd tot tijd vloog er een grote groep sterns op. Het ziet er voor ons ongeordend uit. Het is een wonder dat ze niet tegen elkaar aanvliegen.

Tussen de volwassen sterns staan de bontgekleurde jongen.

De sterns visten op de Waddenzee. Hun voedsel bestaat vooral uit zandspiering, haring en sprot. Ze namen hun buit mee naar de kolonie om daar aan hun jongen te voeren. Het viel nog niet mee om de snel vliegende sterns goed op de foto te krijgen. Met de bridgecamera lukte het sowieso niet. Het is me gelukt met de Canon zoomlens. Ik heb diverse instellingen geprobeerd en na veel geduld en vele pogingen heb ik er een acceptabele serie aan overgehouden.

This slideshow requires JavaScript.