Kerkenpaden in de Achterhoek

Al snel na onze aankomst op de camping in de Achterhoek werden we getipt over een prachtige fietstocht, de kerkenpaden van Zieuwent. Het was dan ook een van de mooie fietstochten die we maakten tijdens deze vakantie.

Met de inname van Groenlo en omstreken door Prins Frederik Hendrik in 1627 werd het katholicisme in de regio verboden, dit was immers het geloof van de Spaanse koning en die was zojuist verjaagd. Hoewel alle bestaande kerken werden overgenomen door de protestanten bleven veel streekbewoners toch trouw aan hun geloof en bleven stiekem de katholieke kerk bezoeken. De katholieken richtten zogenaamde “Schuilkerken” op; kerkdiensten, die werden gehouden in boerderijen en schuren op het platteland. Omdat men vaak flinke afstanden moest overbruggen om bij een kerk te komen en veel rechtstreekse wegen niet bestonden, liep men binnendoor. Over weilanden, langs slootjes, over bruggetjes en door bossen. Zo ontstond een groot netwerk van vele kerkenpaden. Met de ruilverkaveling in de jaren ’70 verdwenen de laatste kerkenpaden samen met de vele houtwallen en drinkpoelen voor het vee. Daardoor raakten kerkenpaden langzaam in de vergetelheid. In de jaren ’90 heeft men de aloude kerkenpaden weer nieuw leven ingeblazen en werden de kerkenpaden hersteld. Er zijn diverse kikkerpoelen aangelegd en delen van beekjes hersteld. Bron is deze site.

Tijdens onze fietstocht kwamen we langs een aantal Droebels. Droebels zijn groepjes dicht bij elkaar liggende boerderijen, omgeven door laag gelegen weilanden die ’s winters veelal onder water stonden. Droebels zijn ontstaan vanuit 1 stamhuis. Later bouwde de zoon of dochter hier een huis bij. In een droebel zijn de bewoners op elkaar aangewezen en helpen ze elkaar; noaberhulp. Op deze site staan een aantal oude foto’s hoe dat er vroeger uitzag.

Zweefvlieg op zonnehoed

Dit is de gewone pendelvlieg uit de familie van de zweefvliegen. Het is een algemene zweefvlieg, die van de lente tot de herfst vliegt.

Zweefvliegen worden door onwetende mensen nogal eens verward met wespen. Zweefvliegen zijn echter onschuldig, ze bijten en steken niet.

Ook deze insect maakt dankbaar gebruik van de zonnehoed in de bloemenborder in onze achtertuin.

Dagpauwoog op vlinderstruik

In normale jaren heeft de dagpauwoog één generatie per jaar, maar de laatste jaren zien we vaker dat er nog een generatie verschijnt in de nazomer. Dit heeft te maken met klimaatverandering. Zie ook de site van Nature Today. De tweede generatie vliegt nu en die doet het aanmerkelijk beter dan de eerste generatie. Gelukkig bloeien er nog een aantal bloemen van de vlinderstruik. Bij een temperatuur van 30 graden en volop in de zon maakte ik de eerste fotoserie. De vlinders hielden hun vleugels overwegend gesloten. Zoals op de linker foto. Aan het einde van de middag spreidden ze hun vleugels. Het had vast te maken met de warmte.

Moerassprinkhaan

Vorig weekend waren we te gast bij vrienden die op vakantie waren in Giethoorn. Voor de zekerheid had ik mijn handzame Nikon bridgecamera meegenomen. Lopend over trilveen, struinend langs het riet zag ik sprinkhaantjes zitten en vooral wegspringen. Ik haalde mijn Nikon uit de tas en ging op jacht…

De moerassprinkhaan is een van de grootste veldsprinkhanen van ons land. Met name de vrouwtjes zijn fors met 3,5 cm en ruim een centimeter groter dan de mannetjes. De sprinkhanen zijn bont gekleurd. Ze hebben een groengele basiskleur. De achterpoten hebben een gele ring onder een zwarte knie. De onderkant van de dijen is rood. Op de vleugel loopt een geelwitte streep. De vrouwtjes zijn meer variabel. Ze kunnen een rode of roze basiskleur hebben.

Sprinkhanen maken geluid zodat mannetjes en vrouwtjes elkaar vinden. De moerassprinkhaan schopt daarvoor met zijn achterpoot naar achteren langs de vleugel. Het zijn luide trage tikken; tik … tik … tik. Het doet sterk denken aan het getik van schrikdraad.

Als je het geluid eenmaal herkent dan is het niet te missen. Ook de beweging van de achterpoot om het getik te produceren is dan goed te zien.

In de zon zijn ze niet echt mooi om te fotograferen. De zon weerkaatst flink op de gladde sprinkhaan. Bij onderstaande foto heb ik mijn eigen schaduw gebruikt. Voor prachtige foto’s van de moerassprinkhaan verwijs ik naar de site van Paul van Hoof.

En later op de middag hebben we heerlijk gevaren.

Dahlia’s voor de bloemencorso’s

Tijdens onze vakantie in de Achterhoek kwamen we langs vele dahliavelden. Deze dahlia’s worden gekweekt voor bloemencorso’s. In de maanden augustus en september zijn er in diverse plaatsen bloemencorso’s. De belangstelling voor corso’s neemt steeds meer toe. Achter deze prachtige kunstwerken gaat een wereld schuil. Het hele jaar door wordt er achter de schermen hard gewerkt. Wie eenmaal in aanraking is gekomen met het corsovirus komt er niet meer vanaf. Het samen bouwen geeft nog dat echte gemeenschapszin. De beroemde corsocultuur staat op de Lijst van Immaterieel Erfgoed van Unesco. Bijvoorbeeld het Bloemencorso van Lichtenvoorde is het op een na grootste corso ter wereld.

Op een dag ging ik een kijkje nemen bij leden van een corsogroep. Ze waren aan het werk tussen de dahlia’s. Toen ik aankwam zaten ze net wat te drinken. Ze boden mij ook drinken aan. Zo zijn ze in de Achterhoek. Gezelllig en hartelijk. De leider van de groep stond meteen op en nam mij mee naar de dahlia’s. Hij vertelde welke bloemen niet goed zijn en welke wel worden gebruikt. Hij vertelde hoe de bloem moet worden geplukt en hoe de bloem wordt bevestigd op de praalwagen.

Dahliakwekers telen overigens dahlia’s voor bloemencorso’s in de wijde omtrek. Ze verkopen bijvoorbeeld bloemen aan de corso’s in Sint Jansklooster en Vollenhove. Die corso’s zijn eerder in het jaar. En omgekeerd verkoopt men bloemen uit de Kop van Overijssel aan de corsogroepen in Lichtenvoorde.

Dahlia’s zijn dure bloemen. De corsogroepen worden ondersteund door sponsoren. Het terrein waar het jaarlijkse festival de Zwarte Cross plaatsvindt ligt op een steenworp afstand. Vele corsobouwers uit Lichtenvoorde en omstreken werken tijdens dat evenement. En ook dat brengt geld in het laatje voor de bouwers.

De weersomstandigheden van de afgelopen weken zijn een flinke uitdaging voor de dahliakwekers. Waar het een maand geleden nog kleddernat was, speelt nu de warmte een rol. Doordat de dahlia’s kleiner uitvallen heeft dat ook gevolgen voor het beplakken van de wagen. Normaal gebruikt men ongeveer 200 dahlia’s per vierkante meter, dat zijn er nu 300. Bron is dit bericht van Omroep Gelderland.

In het najaar worden alle dahlia’s uit de grond gehaald, schoongemaakt en opgeslagen in loodsen.

Visarend bij de Leijen

Een paar weken geleden gingen Jan en ik naar de vogelkijkhut aan de Leijen. Zie Google Maps. Het weer werkte niet mee en we hadden dan ook niet al te hoge verwachtingen.

In de kijkhut zat een natuurfotograaf en kenner van dit gebied. Hij wees ons op de visarend die in het boompje zat. Het was maar goed dat deze fotograaf ons erop wees anders hadden we de visarend vast niet ontdekt.

Het gaat goed met de visarend als broedvogel in Zweden. Dat betekent dat we in ons land ook steeds meer visarenden op trek zien. Vooral in september! Vaak blijven ze hier namelijk een paar weken ‘hangen’. Je kunt ze tegenkomen op plekken met veel vis. Het liefst jagen ze bij stilstaand en visrijk water, maar ze zijn ook wel bij brak water te vinden. Groot en slank, met een kenmerkende gemaskerde kop, zijn ze bijzonder om te zien. Bron is de site van Nature Today.

Voor onze komst had de visarend een grote vis gevangen. In die tijd dat wij er waren vertoonde de visarend geen enkele activiteit. Behalve dan het wegjagen van twee pesterige roeken.

Deze serie maakte ik met mijn nieuwe 150-600 mm Sigma objectief. Ondanks het grote bereik moest ik de foto’s kroppen. De kwaliteit van deze fotoserie laat flink te wensen over. Ik had de foto’s hier anders niet getoond ware het niet dat het een bijzondere waarneming is. Om deze serie nog een beetje kleur te geven sluit ik af met een fuut tussen de watergentiaan…

Kleine vuurvlinder

Afgelopen weekend stond ik te genieten bij de bloemenborder. Op de zonnehoed zag ik een kleine vuurvlinder.

Ik haalde snel de camera met macrolens van binnen en maakte een fotoserie. Er foerageerden twee vuurvindertjes. Even waren ze bij elkaar in de buurt, maar de meeste tijd joegen ze elkaar weg. Een groene wants had ik als bijvangst.

Kempense heidelibel met gekleurde vleugels

Op een zonnige namiddag ging ik wederom naar het Woldlakebos. Ik had mezelf weer een missie opgelegd….

De Kempense heidelibel kenmerkt zich door de vleugels die prachtig kleuren bij de juiste inval van de zon. Dat wilde ik op foto vastleggen. De vorige keer liet de zon mij in de steek. Deze keer hoopte ik op meer geluk.

Er werd mij niet veel zon gegund, want ook nu schoof er een dik wolkendek voor de zon. Gelukkig had ik mijn buit al binnen.