Op een vrije dag ben ik vroeg in de ochtend naar De Weerribben gereden om foto’s te maken. Toen ik naast de auto stond hoorde ik het geluid van de snor. De snor dankt zijn naam aan de snorrende zang. Het gezang is prima te horen, maar de snor zien is een tweede. Op een bepaald moment vloog de snor naar een andere plek in het riet en toen kreeg ik de vogel in het vizier. De foto is niet geweldig, maar vanwege de waarneming laat ik deze hier toch zien.

Niet veel later fotografeerde ik een torenvalk en een koereiger. De koereiger, een van de zeldzamere reigersoorten, wordt steeds vaker gezien in ons land.


Wat later op de ochtend maakte ik een fotoserie van deze jagende kiekendief.




