Aan het water

We hebben onze vakantie doorgebracht op een heerlijk plekje aan het water in het hoge noorden van Fryslân.

Onze caravan stond in de voortuin van de boerderij. Het duurde niet lang of we hadden een eigen huisdiertje aan de luifel hangen.

We kampeerden bij ‘de boer’. Deze boer had een bescheiden veestapel van één pony, één geit, 3 katten, wat scharrelkippen en broedende boerenzwaluwen op de deel. ‘s Avonds als het rustig was op het fietspad dan ging de dochter des huizes een eindje wandelen met de pony, de loslopende geit volgde vanzelf. Uiteraard werden ze daar tussen het riet begeleid door ontelbare dansende mugjes.

We hadden zicht uitzicht op de Dokkumer Ee wat bekend is van de Elfstedentocht. De Dokkumer Ee is ook onderdeel van de Staande Mastroute. Dat was extra leuk, want er voer een keur aan mooie schepen voorbij. In een volgend bericht zal ik daar een fotoserie van laten zien.

Tussen de camping en de Dokkumer Ee loopt een fietspad. Het was gezellig om al die fietsers te zien. De meesten zwaaiden en/of riepen dat de camping zo’n mooi plekje had. Dat vonden wij ook. Er stonden bankjes voor het hek die gebruikt werden door passerende fietsers of door campinggasten.

Als ‘s avonds de boten aan wal lagen en de wind was gaan liggen dan kwam de Dokkumer Ee tot rust. Dat was het moment dat de hengelsporters hun hengeltje uitgooiden.

Poollicht, een feestje

Tijdens onze vakantie werd er poollicht voorspeld. Wij zaten daar gunstig op de vlakte in het noorden van Fryslân. Ik stelde mij op aan de noordkant van de camping. Het was een heerlijke warme avond met een prachtige sterrenhemel.

Ik had de auto buiten het campingterrein geparkeerd. De camera had ik opgesteld op statief naast de auto. Ik ging zelf in de auto zitten met zicht op het noorden. Ook al was er niets te zien toch maakte ik om de zoveel tijd een foto. Dat is voor het geval er alleen fotografisch poollicht zou zijn. Op onderstaande foto is te zien dat de lucht al begon te kleuren, maar dat heb ik op dat moment met het blote oog niet gezien.

Mijn man kwam tussendoor even kijken of er al wat was te zien. Ik beloofde hem te bellen als ik wat zou waarnemen. Ik zei er wel meteen bij dat het goed mogelijk was dat er alleen fotografisch poollicht zou zijn te zien.

Op een bepaald moment zag ik de kenmerkende verticale gekleurde stralen in de lucht verschijnen. Dat herkende ik van de poollichtnacht in mei. Die series zijn hier en hier te bekijken.

Ik belde snel mijn man met de woorden: ‘Het is zover, je moet snel komen!’ Het voelde net als vroeger toen ik hem belde dat de weeën waren begonnen en dat hij naar huis moest komen… 😉

Mijn man leunde op de auto en maakte met de telefoon een foto. Die foto was dusdanig goed gelukt dat hij deze op social media heeft geplaatst. Heel leuk dat hij het fenomeen, poollicht nu ook kent. Ik ging zelf ook in beeld staan, maar het lukte niet om gedurende 10 seconden doodstil te staan.

Ik heb er bewust voor gekozen om deze serie vandaag te publiceren. Vandaag ben ik namelijk te gast bij Jan en Aafje om een feestje te vieren. Door Jan, mijn fotomaatje heb ik namelijk het fenomeen poollicht leren kennen daar ben ik hem nog steeds dankbaar voor. Deze serie draag ik dan ook op aan mijn jarige fotomaatje.

Stalraam met klompjes

We zijn terug van een heerlijke vakantie. We kampeerden ‘bij de boer’. De komende tijd zal ik hier foto’s laten zien uit het hoge noorden van Fryslân. Nu eerst de vakantiespullen opruimen, caravan schoonmaken en heel veel foto’s uitzoeken, weggooien en archiveren. Vandaag start ik met een foto van een stalraam en de bewaarde klompjes van hun kinderen.

Insecten in onze bloementuin

De camera die ik het meest gebruikt is de Canon 5D Mark III met een Canon zoomobjectief van 24 – 105 mm. Voor het fotograferen van insecten gebruik ik een 100 mm Canon objectief. Dat is dus een kwestie van objectieven wisselen.

Onlangs stond ik bij de bloemenborder en toen bedacht ik me dat ik wellicht met 105 mm op de zoomlens ook insecten zou kunnen vastleggen.

Ik hanteerde de volgende instellingen. De AF-knop zette ik op manual en de scherpstelring op macro. Door naar voren en naar achteren te bewegen kreeg ik het onderwerp scherp in beeld op een punt waar ik dat wilde. Dat lukte lang niet altijd, maar zoals altijd is de prullenbak gewillig. Om een rustige achtergrond te creëren zette ik het diafragma op 4.5. Door de grote diafragmaopening kon de ISO naar het minimum. Daardoor kon ik nadien ongestraft kroppen zonder ruisvorming. Dat ik daar nou niet eerder opgekomen ben…

Distelvlinder en andere vlinders in onze bloemborder

Een paar jaar geleden hebben we een stuk gazon ‘opgeofferd’ en daar een bloemenborder aangelegd. Vanwege de vele hoogstamfruitbomen in onze tuin hadden we meer borders in de schaduw dan in de zon en daar moest verandering in komen. Insecten foerageren nu eenmaal graag in de zon. Voor de inrichting heb ik een tuinarchitect geraadpleegd. De rest heb ik zelf gedaan inclusief het frezen van de graszode. We zijn heel blij met deze border en de insecten niet minder.

De volgende vlinders kwamen voorbij: distelvlinder, citroenvlinder, koevinkje en een klein geaderd witje. Op de laatste foto zit een koevinkje op een valpeer. Ook daar maken insecten dankbaar gebruik van.

Argusvlinder

Tijdens het fotograferen van de zilveren maan in De Wieden sprak ik een andere fotograaf. Deze natuurfotograaf was met de fiets in de trein van Groningen naar Meppel gereisd. Vanaf Meppel was hij naar Sint Jansklooster gefietst in de hoop daar specifieke vlinders te fotograferen. Ik heb respect voor mensen die er zoveel voor over hebben om de vlinders te zien. En als hij niet slaagde in zijn missie dan vond hij dat geen probleem, hij trof altijd wel wat moois op zijn pad, zo vertelde hij.

Deze man tipte mij over de waarneming van de argusvlinder in De Olde Maten. Hij liet mij op Waarneming de locatie zien en zo stond ik even later in De Olde Maten.

Ook in dat gebied trof ik weer een natuurfotograaf. Samen gingen we op zoek naar de argusvlinder.

Ook hier bleek weer dat de grote kattenstaart een dankbare plant is voor vlinders en zo ook voor de argusvlinder.

Wat het meest opvalt aan deze vlinder zijn de vele ogen. Het zijn er zo’n 28 in totaal. Dat is de reden dat deze vlinder de naam ‘Argus’ heeft gekregen. Argus was volgens de Griekse mythologie een reus, een monsterachtig wezen met honderd ogen. Wij kennen daarvan de uitdrukking: ‘Met Argus ogen bekijken’. Bron is deze site.

Uiteindelijk zijn we daar al pratend zolang aan het fotograferen geweest dat de eerstgenoemde natuurfotograaf met de fiets was gearriveerd in De Olde Maten vanuit Sint Jansklooster.

Koninginnepage

In dit bericht schreef ik over mijn bezoek aan het bezoekerscentrum in de Wieden. Ik hoopte daar de koninginnepage te fotograferen, maar die liet zich aanvankelijk niet zien.

Na de rondwandeling en de foto’s van de zilveren maan ging ik weer een tijdje staan posten bij de enorme vlinderstruik naast het bezoekerscentrum.

Mijn geduld werd beloond. Uit het niets kwam de koninginnepage aanvliegen en streek neer op de vlinderstruik!

De vlinder vloog even weg naar de naastgelegen bloementuin, maar ging al snel weer terug naar de enorme vlinderstruik.

Dat kwam mij ook beter uit, want de bloementuin is niet toegankelijk. Bij de vlinderstruik kon ik een kleine serie maken voordat de vlinder wegvloog en wegbleef.

Na deze geslaagde missie reed ik door naar De Olde Maten op zoek naar de volgende bijzondere vlinder.

Zilveren maan

Na de fotoserie aan de Hoogeweg in de Weerribben ben ik naar het bezoekerscentrum in de Wieden gereden. Op Waarneming had ik gezien dat daar de koninginnepage was gespot. Ik wachtte een tijd bij de grote vlinderstruik en bij de prachtige bloementuin, maar de opvallende vlinder liet zich niet zien.

Ik wandelde verder het terrein op en zag dat de oude brug was vervangen door een robuust exemplaar. Het was inmiddels koffietijd, dus nuttigde ik eerst een heerlijk kopje cappuccino met een stukje worteltaart op het terras. Daarna heb ik de wandelroute gevolgd.

Toen ik weer bijna bij het beginpunt was zag ik daar meerdere vlinders vliegen, het was de zilveren maan.

Maar zien vliegen is een ander verhaal dan ze fotograferen. Ik moest lang geduld hebben.

De zilveren maan vind ik een vlinder waarbij de onderkant van de vleugels nog mooier is dan de bovenkant. Ook nu moest ik lang wachten tot een vlinder zijn vleugels ging sluiten.

Ik stond daar met twee andere fotografen. Een van de fotografen tipte mij over een bijzondere vlinder in een ander natuurgebied. Maar daarover later meer. Eerst gaan we weer terug naar de enorme vlinderstruik. Zou de koninginnepage zich nog laten zien…

Kempense heidelibel

Heel vroeg in de ochtend ging ik naar de Hoogeweg in de Weerribben. Ik hoopte daar libellen met dauwdruppels te fotograferen. Net zoals in deze serie.

Ondanks intensief speurwerk vond ik geen libellen. Wel een spin in een web, een moerassprinkhaan en een juffer met dauwdruppels.

Langs dit pad vlogen een aantal Kempense heidelibellen.

Ze waren wel onrustig. Gelukkig bleef er toch eentje lang genoeg poseren. Bij de juiste inval van de zon worden de vleugels mooi kleurrijk.

Baardmannetjes in de Rottige Meente

Na de foto’s van o.a. de ijsvogel bij de kijkhut in de Rottige Meente maakten we nog een wandeling over het pad tussen het riet. Behalve ons vieren van de fotogroep waren er nog duizenden muggen aanwezig. Voor de degenen met onbedekte armen en benen was dit een ware beproeving.

Maar het was niet alleen maar kommer en kwel, we deden daar namelijk een mooie waarneming. Een groep baardmannetjes hield zich op tussen het riet.

Baardmannetjes leven voornamelijk in rietvelden, moerassen en andere natte gebieden waar ze insecten en zaden eten. Ze zijn behoorlijk sociaal en leven regelmatig in kleine groepjes. Ze zijn jaarrond in Nederland aanwezig en er broeden ongeveer 2000 in Nederland. Bron is deze site

Zomers leven de baardmannetjes van insecten en ’s winters vooral van rietzaden. Het broedseizoen is lang en de soort heeft vaak meerdere broedsels tot wel vier per jaar. Eind april kunnen er al uitgevlogen jongen zijn, maar meestal is dat later in het voorjaar. Eén paartje kan wel twintig jongen in één broedseizoen grootbrengen. Juli is de tijd dat de meeste baardmannetjes al een nest jongen hebben grootgebracht. Deze vinden nu zelfstandig voedsel.

Jonge baardmannetjes zwerven in juli rond door de rietlanden waar ze geboren zijn, maar hebben al de neiging om nieuwe plekken op te zoeken. Dit gaat met veel onrust gepaard, waarbij de vogels in groepjes hoog uit het riet opvliegen om er vaak bij de minste onraad weer snel in te vallen. Bron is Nature Today

De jonge baardmannetjes zijn nu in juveniel kleed. Dit ziet er heel anders uit dan dat van het volwassen mannetje en lijkt een beetje op dat van het vrouwtje. Het is echter veel geelbruiner, met zwart in vleugels en staart en een grote zwarte vlek op de rug. Bijzonder is dat de geslachten in het juveniele kleed al te onderscheiden zijn: het mannetje heeft een oranje snavel en een zwarte oogvlek. Het vrouwtje heeft een geelbruine snavel en geen oogvlek. In september hebben de meeste jonge baardmannetjes het adulte kleed gekregen.

Als toegift ging een baardmannetje hoog op een rietstengel zitten. Heel mooi in het avondlicht. Onze avond was zeer geslaagd.