Een ijsvogel bij de kijkhut

Vandaag neem ik jullie weer mee naar de kijkhut in de Rottige Meente. Het was een warme avond. Bij het verstrijken van de tijd scheen de zon steeds meer in de kijkhut. We zouden het daar niet lang meer kunnen uithouden.

Cor ging een verdieping lager en keek uit het zijraam van de kijkhut. Daar ontdekte hij een ijsvogel. Hij riep ons snel en zo konden we meegenieten van deze mooie waarneming. Alle lof voor Cor.

Na overleg besloten we om de kijkhut te verlaten om nog een wandeling te maken tussen het riet. Of dat wat betreft de muggen een goed idee zou zijn dat moest nog blijken. Ik was de enige die muggenproof gekleed was. 🦟😉

Wordt vervolgd.

Vogelkijkhut Rottige Meente

Op een warme zomeravond gingen we met de fotogroep van de kerk naar vogelkijkhut Rottige Meente. De Rottige Meente is een Natura 2000 gebied in zuiden van Fryslân. Zie Googe Maps.

Terwijl de anderen binnen een plekje zochten maakte ik buiten nog een paar overzichtsfoto’s.

In een boompje naast de kijkhut zaten een paar boerenzwaluwen.

De kijkhut bestaat uit meerdere verdiepingen. We namen plaats op de bovenste verdieping. In het gebied zijn broedplaatsen beschermd tegen predatoren die vanuit de lucht of vanaf het water een lekker hapje denken te scoren.

Een tjiftjaf scharrelde voor de kijkhut rond de kattenstaart en engelwortel op zoek naar voedsel.

Wordt vervolgd.

Insecten op het Jacobskruiskruid

Ik maakte een wandeling in Delleboersterheide.

Een lievelingsplekje in dit mooie gebied is het ven op onderstaande foto. Vorig jaar fotografeerde ik daar meerdere keren zwemmende en parende ringslangen.

Dit jaar was ik daarvoor te laat. Op de terugreis maakte ik foto’s van het Jacobskruiskruid met daarop een blinde bij, een bruin zandoogje, een verschoten Sint-Jansvlinder en een landkaartje.

Even verderop zag ik planten met heel veel rupsen van de sint-jacobsvlinder. Deze rupsen slaan de gifstoffen uit jakobskruiskruid op, waardoor ze als rups, maar ook later als vlinder, oneetbaar zijn.

Sluis I en II in riviertje de Tjonger

Na de fotosessie in het Ketliker Skar reed ik oostwaarts op de Tjongervallei. Halverwege zag ik een aanwijsbord naar de Tjongersluis. Ik besloot er een kijkje te nemen.

Een eindje verderop zat een visser, verder viel er niets te beleven. De voormalige sluiswachterswoning staat er goed onderhouden bij.

Ik reed door naar mijn volgende doel en wel naar de Delleboersterheide. Onderweg kwam ik langs sluis II in riviertje de Tjonger. Ook daar stopte ik om een fotoserie te maken. Ik liep langs een soortgelijk sluiswachtershuis als die bij sluis I

Terwijl ik daar stond te fotograferen liepen een paar wandelaars over de brug. Toen ik op de computer de wandelaars terugzag besefte ik dat ik deze mensen al eens had ontmoet. Jan en ik waren toen samen aan het fotograferen aan het Wad. We raakten toen aan de praat met hen, ze bleken pelgrims te zijn. Je kunt daarover lezen in dit bericht

Ik had geluk er was even daarvoor een plezierjacht de sluis ingevaren. Om het hoogteverschil van 2 meter te overbruggen draaide de sluiswachter een kleine sluisdeur een open. Het water kolkte de sluis binnen.

Toen het waterpeil in de sluis op gelijke hoogte was met het water aan de oostkant drukte de sluiswachter met de benen de sluisdeuren een eindje van elkaar. Vervolgens duwde hij de verste sluisdeur met een lange stok open en de dichtstbijzijnde deur trok hij met de haak naar zich toe. Op mijn vraag of het zwaar werk was zei hij dat je het niet moet forceren maar het water z’n werk moet laten doen.

Ook de ophaalbrug werd met de hand bediend. Nadat de vriendelijke sluiswachter de brug weer had gesloten kon ik mijn weg vervolgen.


Parende oeverlibellen

Vandaag varen we verder door de Wieden. Niet op zo’n sportieve manier zoals deze supper, wij verplaatsten ons gemotoriseerd.

Tijdens onze vaartocht zagen we libellen vliegen. Naar mijn idee zijn het er dit jaar weer minder dan in eerdere jaren. Aan dit paartje gewone oeverlibel zal het niet liggen, zij werkten driftig aan hun nageslacht.

Nadat het mannetje zijn taak had verricht vloog hij er vandoor.

Het woord was nu aan het vrouwtje. Ze ging haar eitjes afzetten op het blad van de waterlelie. Daarbij vloog ze steeds even op om daarna weer op hetzelfde blad te landden om het proces te vervolgen.

Visdief boven de Beulakerwiede

Tijdens onze vaartocht over de Beulakerwiede zeilde er een Gieterse punter langs. Een treffender beeld kun je niet krijgen.

Op de Beulakerwiede hoopten we de zwarte stern te fotograferen. Ze broeden daar op nestvlotjes. Omdat we drie weken later waren dan vorig jaar was het maar zeer de vraag of ze er nog wel zouden zijn. Ons vermoeden werd bevestigd, de zwarte stern voer wel langs, maar de nestvlotjes waren leeg. Tussen de waterlelies en de lege nestvlotjes foerageerde de familie Zwaan.

Op een paaltje stond een visdief te rusten. De wind dreef de boot naar hem toe, maar dat leek hem niet te deren. Pa of Ma Zwaan was daar minder gecharmeerd van en begon flink te blazen. Het leek me wijs om de boot met behulp van de punterboom een stukje achteruit te varen.

Een eindje verderop hing een visdief boven het water. De visdief speurde vanuit de lucht naar een visje.

Een purperreiger die ik even daarvoor in het riet had zien landden steeg weer op.

De visdief had een prooi ontdekt en startte de duikvlucht.

Indrukwekkend om te zien hoe snel dat gaat.

Wordt vervolgd.

Varen door De Wieden

Ik ben aan het water opgegroeid en was al van kleins af aan op het water te vinden. Eerst in een roeiboot en later in de punter met aanhangmotor. Later kwam daar een zeilbootje en een surfplank bij. Het was niet zo dat we alles zo maar kregen hoor. Onze ouders leerden ons aanpakken en daar ben ik ze nog steeds dankbaar voor. ❤️

Ik geniet iedere keer weer om op het water te zijn. We hebben zelf geen boot, maar gelukkig heb ik familie met boten. En nog fijner is het dat ze die zo nu en dan aan mij willen uitlenen. En zo maakte ik op een warme zomerdag samen met mijn fotomaatje, Jan een vaartocht door De Wieden.

Tijdens het eerste deel van de tocht kregen we te maken met een aantal obstakels. Op dat moment moest er een stukje gepunterd worden. Als men de vaarten en petgaten niet openhoudt dan groeien ze snel dicht.

Jan had voor die dag maar twee wensen en dat was het fotograferen van de otter en van de grote vuurvlinder. Ik kon van beide wensen garanderen dat ze niet zouden uitkomen. 😉 Desondanks kregen we vele andere mooie dingen te zien en hebben we volop genoten.

Bij bovenstaande foto’s voeren we door het lintdorp Dwarsgracht. Het volgende dorpje was Jonen. Zowel in Dwarsgracht als in Jonen bloeide de hortensia prachtig.

Het was een hele warme dag. De verkoelende wind op de Beulakerwiede was dan ook meer dan welkom.

Wordt vervolgd.

Kleine bonte specht in Ketliker Skar

Na de fotosessie bij het Wolvenmonument in het Ketliker Skar wandelde ik via dezelfde blauwe route weer terug naar de parkeerplaats.

Op de terugweg genoot ik wederom van de mooie doorkijkjes.

Op een bepaald moment hoorde ik een bescheiden getik tegen hout. Het was niet het geroffel zoals een specht kan voortbrengen. Na enig speuren ontdekte ik de dader. Een kleine specht zat bovenop een dode tak en hakte in het hout op zoek naar insecten. Op onderstaande foto is de plek gemarkeerd met een rode pijl.

Het was een kleine specht en op het moment van fotograferen ging ik er vanuit dat het een juveniel was.

Eenmaal thuis maakte ik met Obsidentify een foto van de specht op mijn beeldscherm. De app gaf aan dat het een kleine bonte specht was. Voor de zekerheid verrichtte ik nog enig speurwerk zodat ik het verschil leerde tussen de drie bonte spechten. Het was inderdaad een vrouwtje kleine bonte specht. Die had ik nog niet eerder gezien. Ik ben er blij mee!

Wolvenmonument in Ketliker Skar

Voorafgaande aan het volgende onderwerp gaan we eerst terug in de tijd. In 2013 maakte ik een wandeling in De Lendevallei. Ik stuitte toen per ongeluk op een kunstwerk. Het informatiebordje gaf aan dat het een ‘Wolvenmonument’ gemaakt en geschonken door Anne Woudwijk aan ‘It Fryske Gea’. Ik schreef daarover in dit bericht op mijn vorige weblog.

Wat ik pas jaren later leerde van mijn fotomaatje is dat het Wolvenmonument uit drie delen bestaat. Er staat een deel in Park Huize Olterterp. Dit deel had Jan in september 2022 gefotografeerd en gepubliceerd dit bericht op zijn weblog. Op Jan z’n verzoek gingen we op onze gezamenlijke fotografiedag naar een ander deel van het Wolvenmonument wat ligt in de Lendevallei. Jan schreef erover in dit bericht. Ik kwam er nu achter dat ik die fotoserie toen niet heb gepubliceerd. Wellicht had ik toen meer onderwerpen dan tijd om ze klaar te maken voor publicatie. Ik laat nu alsnog een aantal foto’s uit 2022 zien.

En dan nu de actualiteit. We gaan naar het derde deel van het monument wat zich bevindt in het Ketliker Skar. In 2022 had ik gezocht naar de exacte locatie van dit monument maar kon het toen niet vinden. Ook had ik aan collega’s gevraagd – die daar in de buurt wonen – of zij de locatie kenden. Zij hadden zelfs nog nooit van het Wolvenmonument gehoord laat staan dat ze mij konden helpen aan de locatie. En zo liet ik het onderwerp een paar jaar rusten totdat dit onderwerp ter sprake kwam met mijn man. Hij ging direct zoeken op internet en hij vond een site met daarop de locatie en de wandelroute die ik moest volgen…

Ik was nog maar net gestart met de wandeling toen ik getrakteerd werd op de zang van een zanglijster en even later op die van de zwartkop. De zanglijster heb ik niet gezien, maar van de zwartkop kon ik één foto maken.

Na een tijdje wandelen zag ik verscholen tussen de bomen een paar grote stenen staan.

Op een van de stenen zijn meerdere wolven afgebeeld die in een kring om elkaar heen lopen. Op de andere steen zie ik twee wolvensnuiten. Dit kunstwerk heeft als titel: ‘Wanneer de maan het landschap verandert, huilen de wolven’. Het is een ode aan de wolf. Dit kunstwerk is gemaakt in 1997 ver voordat de wolf terugkeerde in ons land…

Op de site van Anne Woudwijk is te lezen dat zijn beeldhouwwerk de afgelopen jaren is veranderd van het grote monumentale werk naar het kleinere werk. Deze kleine beeldhouwwerken combineert hij tot een grote installatie. Zo heeft het zware beeldhouwwerk plaats gemaakt voor het symbolisch tekenen in steen.

Na de fotosessie bij het monument keerde ik terug naar de parkeerplaats.

Op de terugreis had ik nog een mooie verrassing, maar daarover de volgende keer.