Deltagoot wordt overgenomen door de natuur

De Deltagoot is in 1980 in gebruik genomen als proeftuin voor de stormvloedkering in Zeeland. Door water in grote golven tussen de betonnen wanden te laten bulderen, werd de kracht van de pijlers getest. Ook de constructies van bijvoorbeeld olieplatforms en windmolens in zee zijn er getest. Tot 2015 is de goot gebruikt. Het is de laatste plek in het Waterloopbos waar waterstaatkundige proeven zijn gedaan. Op deze site kun je historische foto’s en filmpjes zien van de Deltagoot. De functie van deze oude Deltagoot werd overgenomen door een nieuwe testgoot in Delft, bij het instituut Deltares. Zie dit filmpje op YouTube.

In 2015 werd de Deltagoot cadeau gedaan aan Natuurmonumenten. Natuurmonumenten besloot er een kunstwerk van te maken. Via de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) kwam Natuurmonumenten bij Atelier de Lyon | RAAAF terecht. De betonnen bak van 240 meter lang werd uitgegraven. Delen van de wand zijn uitgezaagd en er dwars op de wand teruggezet. Door het uitgraven is er ook water rondom de goot gekomen. Dat geeft een fraaie weerspiegeling van de betonnen delen. Zodat het geheel nog imposanter lijkt.

Op het water dreef een dun laagje alg wat helaas de weerspiegeling van het kunstwerk verhinderde. Door de jaren heen zijn de betonelementen steeds meer begroeid door planten en (korst)mossen. Het viel mij op dat het beton op meerdere plekken beschadigd was. Dat in tegenstelling tot een aantal jaren geleden wat bevestigd werd door mijn eerdere fotoserie.

Misschien is het betonrot. Betonrot begint meestal aan de buitenkant, doordat weersomstandigheden als regen en vorst kleine scheurtjes in de constructie veroorzaken. Vocht dringt via deze scheuren het beton binnen en bereikt het wapeningsstaal. Het roest dat vervolgens op de wapening ontstaat, zorgt voor druk tegen het beton. Van binnenuit ontstaan nieuwe scheurtjes die niet alleen het beton, maar ook het bindmiddel of cement beschadigen. Het oppervlak van de constructie wordt als het ware uit elkaar gedrukt en door het betonrot brokkelt het beton langzaam af.

In een van de betondelen was een ‘venster’ in het beton gemaakt waardoor men zicht heeft op het wapeningsstaal.

Moeder en dochter waren bezig met een fotoshoot van de hond. Moeder moest de hond in positie brengen en dochterlief maakte de foto’s. Dierenfotografie is een vak apart, dat concludeerde ik toen ik de beide dames zo bezig zag.

In 2022 maakte ik deze serie van de Deltagoot.

In het Waterloopbos

Anderhalve week geleden maakte ik een wandeling in het Waterloopbos.

Ik hoopte o.a. paddenstoelen en zwammen te fotograferen. Dat is enigszins gelukt. Ik ben geen groot kenner en ook ObsIdentify had er regelmatig moeite mee. Op de volgende foto’s zou het de echte honingzwam, een roze berkenrussula, een parelstuifzwam en de glimmerinktzwam kunnen zijn. Correctie is welkom.

Met de vele waterloopkundige modellen in dit bos heeft men leren werken met water, golven en stroming. Nederland heeft de wereldwijde bekendheid te danken aan al het onderzoek dat in dit bos heeft plaatsgevonden. Het Waterloopkundig laboratorium verhuisde in 1996 naar Delft. De modellen in het Waterloopbos zijn industrieel erfgoed en zeer geliefd bij o.a. fotografen Zie deze site.

In de namiddag schenen de zonnestralen door het bladerdak van het bos. Ze creëerden lijnen van licht tussen de bomen. De bladeren werden verlicht en vormden een mooi contrast met de schaduwrijke delen van het bos. 

Industrieel erfgoed, oude elektriciteitsmasten

Na een ritje over binnendoor weggetjes in Fryslân kwamen Jan en ik uit bij de Hooivaartsweg, zie Google Maps. Daar zag ik tot mijn verrassing ouderwetse elektriciteitpalen staan. Ik parkeerde de auto aan de kant van de weg zodat we er foto’s van konden maken.

Vroeger vond de distributie van elektriciteit bovengronds plaats. De masten waren van hout en de draden liepen via porseleinen potjes, ook wel isolatoren genoemd. De potjes hadden als doel om de stroomkabels geïsoleerd te houden en te voorkomen dat de elektriciteit naar de mast zou overslaan, wat kortsluiting of zelfs brand zou kunnen veroorzaken.

Deze isolatoren waren vaak wit of lichtbruin en hadden een herkenbare, glanzende uitstraling vanwege het gepolijste porselein, dat goed bestand was tegen zowel elektriciteit als verschillende weersomstandigheden. Door de stevigheid en het isolerende vermogen van porselein bleven deze potjes jarenlang in gebruik, tot ver in de 20e eeuw. Vanwege het ontwerp, de nostalgie en het industriële karakter zijn ze tegenwoordig geliefd bij verzamelaars.

Eind september las ik een artikel op Omrop Fryslân. Bij Nijeholtwolde staan negen palen na restauratie weer in volle glorie langs de Heerenveense weg. Het is industrieel erfgoed aldus bouwhistoricus en initiatiefnemer Reitse de Vries. De palen hebben geen functie meer. De elektriciteitskabels liggen onder de grond. Ze hebben alleen nog de functie van herinnering aan hoe het ooit was. De buurt heeft ze 30 jaar geleden al eens behouden voor sloop. Nu worden ze een gemeentelijk monument met kabels en al. Het terugplaatsen is ook mooi voor de vogels. Zwaluwen zitten vaak op de kabels en spechten maken nesten in de palen. Zie deze site van Omrop Fryslân.

Deze palen naast de Hooivaartsweg zijn niet meer te redden. Ze zijn in het bezit genomen door zwammen. Dat is het begin van het einde.

De elektriciteitsmasten stonden en lagen naast het Tripgemaal. Dat kwam goed uit want dan konden we meteen daar een fotoserie van maken. Het Tripgemaal heeft recentelijk nieuwe eigenaren gekregen, die het gebouw zorgvuldig hebben gerestaureerd en in volle glorie hebben hersteld. Het exterieur straalt als nooit tevoren. Als deze lijn is doorgetrokken naar het interieur dan is dat veelbelovend. De nieuwe beheerders stellen het Tripgemaal nu beschikbaar als een inspirerend podium voor diverse initiatieven op het gebied van kunst en cultuur, voeding, burgerparticipatie en de ontwikkeling van landschap en natuur. Over het portret aan de buitenmuur en het overwoekerde bord schrijft Jan op zijn weblog.

Op het kerkhof van Brongergea

We komen aan bij ons doel wat Jan voor ogen had en wel in buurtschap Brongergea.

Ene Bronger moet hier een kapelanie gesticht hebben, welke in de veertiende eeuw een zelfstandige parochie werd: Brongergea. Gezien de grootte van het kerkhof is het eerst waarschijnlijk een kleine kapel geweest, een huiskapel van deze Bronger.

Op deze site kun je er alles over lezen.

Staartmeesjes

Op een namiddag zagen we vanuit de woonkamer een groepje staartmezen rondscharrelen in de fruitbomen. Ik vind het een van de koddigste vogeltjes.

Ik durfde niet naar buiten te gaan omdat ik bang was ze te verjagen. Vanuit de kamer maakte ik door het HR++ glas deze fotoserie.

Het viel nog niet mee om ze tussen de kronkelige takken en met matige lichtomstandigheden te fotograferen.

Renovatie van de achtergevel

De voegen van de achtergevel van ons huis waren niet goed. Eigenlijk was dat al zo toen we hier ruim 30 jaar geleden kwamen wonen. Begin dit jaar besloten we de gevel te laten renoveren. De belangrijkste reden was dat we steeds meer te maken krijgen met westelijke slagregens waarbij het vocht soms door de muur heen slaat. In januari kwam er iemand van het voegbedrijf langs. We waren het eens over de prijs en de klus zou in april kunnen plaatsvinden.

Bij navraag hoorden we in april dat we nog niet aan de beurt waren vanwege zieke medewerkers. Op dat moment heb ik voorgesteld om het uit te stellen tot het najaar in verband met de broedende tuinvogels. Aan de achtergevel hangt namelijk een mussenhotel waar de mussen alweer druk aan het nestelen waren.

Vorige week maandag nam ik opnieuw contact op met het voegbedrijf om na te gaan of wij inmiddels aan de beurt waren. Het werd even stil aan de andere kant van de lijn, het bleek dat we even uit beeld waren verdwenen. Het was maar goed dat ik belde. De man zei dat ze de klus de volgende twee dagen zouden kunnen doen. Dat was goed nieuws, maar dat betekende wel dat ik snel bezig moest met de voorbereidingen. De druivenranken, die over het terras geleid worden, moesten aan de kant gelegd worden en ook de ondersteunende constructie moest verwijderd worden. En zo verliep mijn vrije dag anders dan dat gepland had. Mijn man haalde de buitenkraan eraf.

De volgende ochtend kwamen twee mannen voor de klus. Ze bouwden eerst de steiger op. De uren daarna hoorden we het gedreun van de klophamer waarmee de oude voeg werd verwijderd. Ik werkte die ochtend thuis en kon zo tijdens mijn pauzes enkele foto´s maken.

Nadat alle oude voeg was verwijderd werd de gevel met een hogedrukreiniger afgespoeld. De losse steentjes zie je op de foto rondvliegen. Het was prachtig weer en de gevel kon zo mooi drogen.

De volgende dag hebben ze de gevel opnieuw gevoegd. Op die dag was ik aan het werk en daarom heb ik daar geen foto’s van. De beide mannen hebben bij ons prima naar de zin gehad zo vertelden ze aan het einde van de klus. Op de eerste dag kregen ze bij de koffie vers gebakken, nog warme stroopwafelcake. Ook tijdens de andere koffiepauzes was er wat lekkers. Tijdens de lunchpauzes had mijn man gezorgd voor een warme hap. En wat kunnen die mannen eten. Ik heb wel respect voor deze mannen die dit zware beroep uitoefenen.

De passiflora die normaal gesproken samen met de druif over de draden klimt hadden we in het voorjaar al veilig gesteld en gekoppeld aan de vijgenboom. Daar kon de plant naar hartenlust omhoog klimmen. Dat betekende wel dat we de bloemen vaak te hoog hingen om ze goed te zien. Deze bloem hing mooi op ooghoogte en vroeg erom op om de foto te komen…

Op het landgoed Oranjewoud

Ruime een week geleden gingen mijn fotomaatje, Jan en ik op stap in Fryslân. Jan had een doel in gedachten en deelde de plaatsnaam, een plek waar ik nog nooit van had gehoord. Met zijn woorden: ‘Laat je maar verrassen’ en met mijn antwoord op zijn vraag: ‘Ja graag binnendoor’, gingen we op weg.

Onderweg zagen we een kudde koeien in de wei, dat was voor mij de aanleiding om de auto in de berm te zetten. Koeien in de wei onder een prachtige wolkenlucht vraagt om een fotoserie. Jan bleef in de auto zitten en ik stond aan de rand van de sloot. Een voor een kwamen ze in een rustig tempo onze richting op lopen. Jan schreef er een mooi verhaal over in dit bericht.

We vervolgden onze weg en kwamen aan op landgoed Oranjewoud. De parkeerplaats reed ik voorbij en negeerde het bord: verboden voor auto’s, alleen voor bestemmingsverkeer. Jan kan vanwege MS nog maar kleine stukjes lopen en daarom probeer ik de auto zo dicht mogelijk bij het foto-onderwerp te parkeren. De fotoserie van landgoed Oranjewoud laat ik in één galerij zien. Over de historie van Oranjewoud kun je lezen op deze site.

Een volgende keer komen we aan op de plaats van bestemming.

De kwelder bij Westhoek

Vanwege de vogeltrek ben ik op een mooie dag naar het Wad gereisd.

Het Waddengebied speelt een cruciale rol tijdens de vogeltrek. Als een van de belangrijkste getijdengebieden in Europa, fungeert het Wad als een soort “internationale luchthaven” voor miljoenen trekvogels die tussen hun broed- en overwinteringsgebieden reizen. Het Wad is onderdeel van de Oost-Atlantische trekroute, een van de belangrijkste routes voor vogels die migreren tussen het noordpoolgebied en Afrika. Het Wad biedt een voedselrijke omgeving en een rustplaats. Voor andere vogels is het een overwinteringsplek. Op deze site staat overigens een informatief en leuk werkboek over de vogeltrek.

Tijdens laag water zoeken vogels naar voedsel op de drooggevallen slikken. Wanneer het water stijgt moeten ze naar de hogere delen en komen zo steeds dichter bij de Waddendijk. Dat is het moment dat ze kwetsbaar zijn door verstoring door mensen en honden. Het gebied rondom Westhoek wordt daarom strikt beschermd, zodat vogels hier ongestoord kunnen foerageren en uitrusten. Om bezoekers bewust te maken van de verstoring heeft men een speciale zuil geplaatst op de kwelder. Wanneer het water laag staat en de vogels dus ver op de drooggevallen wadplaten naar eten zoeken, staat er een bord ‘Welkom’ op de zuil. Als in het nabijgelegen Harlingen hoogwater wordt, dan draait het bordje in de zuil naar ‘Hoogwater Niet betreden!’ In de praktijk blijkt helaas dat niet alle mensen zich er wat van aantrekken. Al enige tijd staat er op de zuil dat het buiten gebruik is…

Op deze kwelder staat veel zulte ook wel zeeaster genoemd. In deze tijd zijn de meeste planten uitgebloeid en zitten ze vol met pluizige zaden. Op de overgebleven bloemen foerageerde een kegelbijvlieg (100% zeker volgens Obsidentify).

Ook vlogen er meerdere vogeltjes rond de pluizige Zulte. Eentje kon ik te ‘pakken krijgen’ met de telelens. Volgens ObsIdentify was het een oeverpieper. Maar het zou ook zo maar een waterpieper kunnen zijn, zie deze site.

Op laarzen glibberde ik door het slik. Ik kreeg gezelschap van een gezinnetje. Het meisje op gele laarsjes stapte gezellig met mij mee. Intussen praatte ik met haar ouders over het prachtige Wad. Toen het meisje met haar laarsjes zat vastgezogen in het slik heb ik haar bevrijd. Haar dankbare ouders hadden namelijk geen laarzen aan.

De vogels stonden op grote afstand wat uiteraard ook de bedoeling was want anders had ik daar niet mogen staan. De 600 mm tele bracht weinig uitkomst. Een bergeend vloog op kortere afstand langs.

Achteromkijkend naar de Waddendijk zag ik een mooi lichtspel tussen zon en wolken. Toen ik daar een foto van maakte vloog er een buizerd door het beeld.

Inmiddels waren er meer bezoekers gekomen. De meesten bleven bij de Waddendijk. Eenmaal terug op de parkeerplaats maakte ik nog een foto van het monument wat bovenop de Waddendijk staat. Dit monument herinnert aan de Poerdersramp in 1935. Op deze site kun je er alles over lezen.

Een mobiele kijkhut

We blijven nog even in het hoge noorden van Fryslân. Na mijn rondgang rond de kerk in het centrum van Nes reed ik verder over de weidse Friese grond. Toen ik over de Koaterhústerwei reed zag ik in het weiland iets bijzonders staan. Toen ik de auto liet uitrollen zag ik al snel dat het een kijkhut op wielen was. Zie Google Maps

In de kijkhut zag ik het linkje naar het brein hierachter. De Waadrâne is een Agrarisch Collectief met ruim 165 leden in de noordelijke kuststrook tegen de Waddenzee dat meewerkt aan de bescherming van boerenlandvogels. Zij zetten zich in voor het behoud van natuur, landschap en biodiversiteit en werken daarbij samen met elkaar én met de natuur. Zo maken ze Noard-Fryslân nóg mooier. Waadrâne beschikt over twee mobiele vogelkijkhutten welke vrij toegankelijk zijn. De vogelkijkhutten staan tijdens het broedseizoen vaak op locaties waar op dat moment veel weidevogels actief zijn. Daarna worden ze verplaatst naar een vogelakker of kruidenrijke akkerrand. Op deze site staan de locaties vermeld waar deze vogelkijkhutten staan en bezocht kunnen worden.

Vanuit de kijkhut maakte ik een foto naar het oosten en naar het westen. Het was stil…

De mobiele kijkhut stond op een akker met een brede strook wilde bloemen. De meeste bloemen waren uitgebloeid toch kon ik nog wat kleur vastleggen.

Nadat ik mijn weg vervolgde had ik even later weer een moment waarvoor ik de auto even aan de kant zette. Een prachtig Fries paard trok een kleine koets over de Mariëngaarderweg.

Scharrelkippen tussen de graven in Nes

Na de fotosessie op het Wad bij Paesens-Moddergat reed ik verder door het noorden van Fryslân. In het dorpje Nes reed ik langs een mooie kerk. Ik parkeerde de auto en maakte een rondgang om de kerk.

De gebruikelijke rust op het kerkhof werd ruw verstoord door een man met een grasmaaier. Het lag er daardoor wel keurig bij. Verdere onderhoud werd gepleegd door een toompje scharrelkippen met een haan.