Gisteren ging ik samen met mijn fotomaatje Jan op pad. De avond daarvoor overlegden we via de app vanuit welk thuisbasis we zouden starten en waar we naartoe zouden gaan. We kozen voor het Wad. Jan zal deze prachtige dag zorgvuldig in kleine stappen beschrijven op zijn weblog. Ik laat de fotoseries zien op een later tijdstip en dan in grotere stappen…
Toen ik in de namiddag over de A7 naar huis reed werd ik getrakteerd op een mooie lucht. Ik nam de afslag Beetsterzwaag en vond daar een plekje waar ik onderstaande foto maakte.
Na de fotosessie bij de IJzeren Kaap op Texel reed ik door naar Wagejot. Ook daar genoot ik van het prachtige spel tussen de wolken en de zon.
Bij Wagejot zie je altijd wel vogels. Meestal fotografeer ik vanuit de auto. Sinds kort gebruik ik daarvoor een broekmodel rijstzak. Toen ik de zak binnenkreeg, heb ik hem gevuld met rijst, de goedkoopste die ik kon vinden. Maar al snel bleek de zak veel te zwaar. De rijst heb ik er toen uitgehaald, gekookt en in porties aan de kippen gegeven. Uiteindelijk heb ik de zak gevuld met zonnebloempitten. Dat is lichter en voldoet prima.
Een groepje kluten stond te rusten. Kijkend door de telelens zag ik wat kleins en donkers scharrelen op een van de eilandjes. Het bleken twee kramsvogels te zijn. Ze gaven me echter geen kans op een tweede foto en vlogen al snel weg.
In het water stond een bergeend. Iedere keer ben ik opnieuw verrast door het prachtige verenkleed van deze forse eend, met name de subtiele groene accenten vind ik bijzonder mooi. Op de oever stond een mannetje en een vrouwtje smient. Even verderop ging een mannetje slobeend het water in om daar samen met een vrouwtje te foerageren.
Iets verderop was een grote groep kluten aan het foerageren. Na een tijdje vlogen ze massaal op, om vervolgens verder weg weer in het water neer te strijken.
Er stond ook een grote groep wulpen. Toen ik wat verder naar het noorden reed, zag ik een wulp op de oever. De vogel hield de omgeving scherp in de gaten. Het duurde niet lang voordat de wulp het luchtruim koos.
Een laatste foto van Wagejot in noordelijke richting, en daarna reed ik verder richting de molen.
In dit bericht deelde ik een fotoserie van de IJzeren Kaap op Texel. Op een later zonnige dag ben ik teruggegaan naar deze plek om nog verder in te zoomen op de details van dit stukje erfgoed. Bovenop de Waddendijk had ik een prachtig uitzicht naar het noorden, met indrukwekkende wolkenformaties.
In het zuiden was de bewolking dichter, wat in combinatie met de zon een betoverend spel van licht en schaduw bracht.
De IJzeren Kaap, ook wel Kaap Oosterend genoemd, werd in 1854 ontworpen door architect Quirinus Harder, die later de Texelse vuurtoren zou ontwerpen. Harder werkte als bouwkundige bij het Loodswezen en kreeg de opdracht een ijzeren zeekaap te ontwerpen die als vuurloos baken overdag zichtbaar was voor het scheepverkeer.
Met de kerktoren van de kerk in Oosterend vormde de IJzeren Kaap een bakenlijn ten behoeve van de schepen in vooral het oostelijke deel van de Texelstroom. Korte tijd was er vlakbij de kaap in 1843 een haventje gevestigd waar de oestervissers uit Oosterend aanmeerden. Door het grillige verloop van het vaarwater en een toename van het nachtelijke scheepvaartverkeer op de Texelstroom werd in 1977 gekozen voor een vuurbaken en werd besloten om de bakenlijn te verplaatsen in noordelijke richting om verwarring bij de schippers te voorkomen.
Toen de Waddendijk aan de oostkant van het eiland werd verzwaard en opgehoogd, is ook de constructie van de kaap aan de dijk aangepast en werden verschillende reparaties verricht. De hele onderste etage is onder de grond gewerkt, zodat slechts drie van de vier etages die de kaap telt, bovengronds en dus zichtbaar zijn. De etages worden gevormd door zes radiale liggers, die aan de buitenzijde aan de stijlen zijn bevestigd en in het midden bij een zeskantig koppelstuk samenkomen. De constructie is verstevigd met twee diagonale wanddraden per vlak en trekstangen in de zes zijvlakken.
De IJzeren Kaap staat op de rijksmonumentenlijst en werd in 2010 in opdracht van de gemeente Texel gerestaureerd. Zowel vanuit architectonisch als maritiem historisch opzicht wordt de kaap hoog gewaardeerd. Hij vormt een zeldzaam voorbeeld van een vuurloos baken met een gietijzeren constructie, dat bovendien nog in goede staat verkeert. Nog steeds vormt het baken op de dijk nabij Oosterend een opvallend herkenningspunt, zowel vanaf het water als vanaf het land.
Dit gebied ook een mooi punt om vogels te spotten. Zo kun je daar aalscholvers, alken, eidereenden, meeuwen en zeekoeten aantreffen. Aan het eind van de zomer kom je hier ook fuutachtigen en kuifduikers tegen. Bron is deze site.
Nog een laatste zwaai en dan rijden we weer verder over het prachtige vogeleiland, Texel.
Tijdens ons verblijf op Texel kreeg ik van een andere fotograaf de tip om paddenstoelen te fotograferen op de Hoge Berg. Bij een zonnig moment besloot ik erheen te rijden. Aangekomen in de buurt van de aangegeven locatie, maakte ik eerst een foto van een idyllisch optrekje in de omgeving.
Vervolgens wandelde ik naar het hoogste punt. Dit perceel, het Doolhof, heette oorspronkelijk ‘Engelsteen’ en later ‘Engelse steen’. Dat heeft te maken met de grote steen die op het hoogste punt van de heuvel ligt. Op deze site kun je er alles over lezen. Ik heb daar een tijdje heerlijk rondgestruind, maar het heeft me geen mooie foto’s van paddenstoelen opgeleverd.
Op de terugweg naar de auto maakte ik een foto van het karakteristieke landschap met tuinwallen, op sien Tessels ‘tuunwoallen’. Deze landafscheidingen, opgebouwd uit opeengestapelde graszoden, dienden vroeger om te voorkomen dat vee het land van de buren bereikte. Naast hun praktische functie hebben de tuinwallen ook een grote ecologische waarde. Ze bieden een groeiplaats aan bijzondere plantensoorten, die op hun beurt weer talloze insecten aantrekken. De tuunwal is daarmee een uniek en kenmerkend element van het Texelse landschap.
Toen ik mijn weg vervolgde kwam ik langs werkzaamheden aan een tuinwal. Ik zette de auto aan de kant om er foto’s van te maken. Men was bezig met het herstellen van tuinwallen. De bovenkant van de tuinwal werd afgegraven. Vervolgens stapelde men nieuwe zoden bovenop de wal. De graszoden waren afkomstig van het naastgelegen weiland. Deze herstelwerkzaamheden mogen alleen uitgevoerd worden in de periode van 1 september tot 1 maart. Dit is de aangewezen tijd, omdat in deze maanden geen broedende vogels aanwezig zijn in de tuinwallen. Daarnaast zou het in de zomer te droog zijn en is de kans groot dat de graszoden verdrogen en dood gaan.
De oorsprong van de tuinwallen gaat terug naar de tweede helft van de zestiende eeuw. In die tijd werd op Texel het recht op overalweide afgeschaft. Dit hield in dat boeren hun vee niet meer overal mochten laten grazen, maar alleen op eigen land. Het Texelse duinlandschap liet het graven van sloten echter niet overal toe. Ook hout was schaars: er was toentertijd nog geen bos op het eiland. Beplanting stieft door de zilte grond vaak snel af. De creatieve Texelse boeren besloten daarom ’tuunwoallen’ aan te leggen, die nog altijd een belangrijk deel uitmaken van het landschap.
Tuinwallen zijn lage ‘muurtjes’ van ongeveer één à anderhalve meter hoog en een meter breed, gemaakt van op elkaar gestapelde graszoden. Vroeger werden de landafscheidingen bedekt met stekelige planten, zoals duindoorn of sleedoorn. Zo bleef het vee in eigen wei. Tegenwoordig vindt men andere begroeiing op de tuinwallen. Bloemen als grasklokjes, eikvarens, Engels gras, muizenoortjes en zandblauwtjes geven de wallen prachtige kleuren en trekken op hun beurt insecten aan. Noordse woelmuizen voelen zich thuis in droge tuinwallen. De ’tuunwoallen’ zorgen dus voor een grote diversiteit in flora en fauna in het oude Texelse land.
Halverwege de negentiende eeuw werd een groot aantal tuinwallen geruimd, omdat ze overbodig waren geworden. Een aantal jaren later werd een stuk oud Texels land, de Hoge Berg, echter omgedoopt tot landschapsreservaat. De boeren in het Hoge Berg-gebied kregen een vergoeding als zij de tuinwallen om hun land zouden laten staan en onderhouden. Inmiddels zijn de perceelafscheidingen beschermd verklaard en worden zelfs nieuwe exemplaren aangelegd. Tuinwallen zijn namelijk niet alleen handig en mooi; ook hebben ze een hoge natuurwaarde. Bron is deze site.
Onze laatste stop op de eerste vakantiedag op Texel was het strand bij de vuurtoren. Vanaf de parkeerplaats wandelden we door de duinen naar het strand. De bewolking werd steeds dichter, boven de Noordzee trok er zelfs een bui voorbij.
Het strand bij de vuurtoren is bij eb maar liefst een kilometer breed. Dit brede strand is ontstaan na de aanleg van de Eierlandse Dam. In 1995 legde Rijkswaterstaat als experiment een 825 meter lange dam aan in zee. Het doel was om aan de zuidkant zand vast te houden en tegelijkertijd zandverlies tegen te gaan. Tot ieders verrassing overtrof het resultaat binnen een jaar de stoutste verwachtingen. Er vond namelijk aanzanding plaats aan beide kanten van de dam. Op deze site vind je meer informatie en een filmpje over de aanleg van de dam.
Het brede strand is een el dorado voor jong en oud. Mensen vliegeren, gooien met ballen en frisbees, spelen voetbal, en honden kunnen er naar hartenlust rennen. Dankzij de enorme ruimte heeft iedereen voldoende plek en zit niemand elkaar in de weg.
Bij de Eierlandse Dam hoopte ik, net als vorig jaar, sneeuwgorzen en strandleeuweriken te zien, maar dit keer bleven ze uit. Zilvermeeuwen waren daarentegen in groten getale aanwezig. Ze trokken zich weinig aan van de vissers die naar de kop van de dam liepen, waarschijnlijk in de hoop een visje mee te pikken.
Op de rotsblokken zag ik ook enkele paarse strandlopers foerageren. De paarse strandloper is een strandloper met relatief korte poten. De vogels broeden in rotsachtige gebieden langs de kusten van Scandinavië. Daar bouwt het mannetje een nest van plantaardig materiaal op de bodem van een klein kuiltje. Overwinteren doet de vogel onder andere langs de kusten van de Noordzee en de Atlantische Oceaan. Langs de Nederlandse kust kan de vogel vooral gezien worden in de buurt van, door mensen gebouwde, obstakels. Bron is deze site.
Tot slot richtte ik mijn telelens op een boortoren ten noorden van Texel en op het nabijgelegen Waddeneiland, Vlieland.
We gaan verder met de fotoseries die gemaakt zijn tijdens de herfstvakantie op Texel. Onze volgende stop was in Cocksdorp. Hier kun je vanaf de dijk prachtig de vogels zien. Ook vanaf de steigers op het Wad is een ideale plek om vogels te spotten. Bij laagwater komen de vogels vaak heel dichtbij, wat een unieke ervaring geeft.
De grote steiger oogt nieuw en betrouwbaar, maar de naastgelegen kleine steiger heeft zijn beste tijd wel gehad, evenals de palenrij op het Wad. Voor fotografen zijn juist deze verweerde objecten het meest fotogeniek.
Op het Wad was een rosse grutto aan het foerageren. Met zijn snavel, die regelmatig tot aan zijn kop in het slik verdween, wist hij succesvol voedsel te vinden.
In een geul dobberden smienten en pijlstaarten. Hoewel ik de smienten al vaak had gezien, waren de pijlstaarten een nieuwe en bijzondere ontdekking voor mij.
Vanaf de binnenwateren stroomde water richting de Waddenzee. Blijkbaar werden er talloze visjes meegevoerd, want meerdere vogels waren druk aan het foerageren in deze waterloop.
Aan de zijkant van de geul stond een blauwe reiger te vissen.
Een kokmeeuw wist meerdere keren een visje te vangen. In zijn winterkleed ontbreekt de kenmerkende bruine kop en heeft hij slechts een klein donker vlekje aan weerszijden van zijn kop.
Op die dag was het uitzonderlijk helder weer, waardoor we Vlieland aan de horizon duidelijk konden zien liggen.
Rijdend over de Lancasterdijk, ga ik ter hoogte van de Krassekeet met de auto steevast de Waddendijk op, waar ik bovenop geniet van het prachtige uitzicht. Achter de dijk staat de molen Het Noorden.
Het naastgelegen gemaal Het Noorden was in oktober in restauratie. Gezien het bord op het hek ga ik er vanuit dat de restauratie werd uitgevoerd door bouwbedrijf K. Dekker. Op internet kon ik er verder niets over vinden. In 1979 verving gemaal Krassekeet de gemalen Het Noorden en van Waalenburg. De uitwateringssluis van het Noorden werd eind jaren zeventig door middel van een betonnen wand afgesloten. Dit gebeurde toen de dijken van Texel op Deltahoogte werden gebracht. Vanwege de historische waarde is het unieke uitwateringscomplex, inclusief de molen, gerestaureerd. Zie ook deze site
Vanaf de Waddendijk strekt zich naar het oosten een weids uitzicht uit over de Waddenzee.
In het ondiepe water stond een kleine zilverreiger. Kleine zilverreigers zijn veel kleiner dan de grote zilverreiger. De kleine zilverreiger heeft een zwarte snavel en gele tenen. Bij de grote zilverreiger is dat andersom.
De kleine zilverreiger is veel actiever tijdens het foerageren. Ze trappelen voortdurend met hun poten in het water. Het trappelen veroorzaakt bewegingen in het water wat kleine visjes of andere waterdieren doet schrikken, waardoor ze dichter bij de poten van de reiger komen. Op die manier kan de zilverreiger sneller en gemakkelijker zijn prooi vangen. Daarbij rennen en springen ze door het water om hun buit te bemachtigen.
Vanmorgen opende ik de gordijnen en zag een witte wereld. Ik maakte een rondje door de tuin met mijn camera om de situatie vast te leggen. Hoewel de sneeuw dun was, zorgde deze voor een winters beeld. Het contrast met struiken en bomen die nog in herfstkleuren stonden was een opvallend gezicht.
Vandaag vieren we een bijzondere mijlpaal: onze zoon ontvangt zijn Masterdiploma in Ecology and Evolution. Sinds 1 september heeft hij een baan als Adviseur Milieu & Gezondheid bij GGD. Deze baan sluit perfect aan bij zowel zijn persoonlijkheid als bij zijn opleidingen. Voorafgaand aan zijn Master behaalde hij zijn Bachelor in Biomedical Sciences. Tevens behaalde bij zijn onderwijsbevoegdheid. Daarnaast heeft zijn afstudeerstage in Finland een waardevolle bijdrage geleverd. Als peuter wist hij zijn gedachten al helder over te brengen, en die gave bezit hij nog steeds en dat doet hij op een fijne en inspirerende manier. Ik ben natuurlijk trots op alles wat hij heeft bereikt, maar wat voor mij echt telt, is wie hij is als mens: sociaal, empathisch, prettig in de omgang en met een grote dosis humor. ❤️
De indrukwekkende wolkenformaties boven de Waddenzee vormden een uitnodiging om langer op de oever te blijven. Vanaf Waddenstrand ‘De Hornt’ reden we naar de IJzeren Kaap. De dynamische lucht en het spel van licht boven het water zorgden voor een moment van rust en reflectie.
De IJzeren Kaap, ook wel Kaap Oosterend genoemd, werd in 1854 ontworpen door architect Quirinus Harder, die later de Texelse vuurtoren zou ontwerpen. Harder werkte als bouwkundige bij het Loodswezen en kreeg de opdracht een ijzeren zeekaap te ontwerpen die als vuurloos baken overdag zichtbaar was voor het scheepverkeer.
Op een later moment ben ik daar nog een keer geweest en heb toen ingezoomd op de IJzeren Kaap. Die fotoserie komt in een later bericht inclusief meer achtergrondinformatie over de IJzeren Kaap.
We blijven nog even bij Waddenstrand ´De Hornt´ zie Google Maps. De vloeiende lijn van de dijk, bedekt met robuuste basaltblokken, strekt zich uit als een natuurlijke grens tussen land en water. Heel in de verte voer een kotter met passagiers waarvan ik vermoed dat het een garnalenkotter was.
Mijn man wandelde langs de vloedlijn en ik liep richting een paar kunstschilders.
Kunstschilders hadden het prachtige uitzicht vereeuwigd in hun schilderijen. Met hun toestemming maakte ik onderstaande foto’s.
Het uitzicht op de Waddenzee was prachtig. Door de wolken heen scheen de zon, waardoor verticale lichtbanen op het water zichtbaar werden. Dit samenspel van zonlicht, wolken en water bij windstil weer maakte het een mooi tafereel waarbij ik helemaal tot rust kwam.