Bijen bij de wilgenkatjes

Op deze eerste paasdag hadden we een prachtige paasviering in de kerk. Daarna genoten we van een heerlijke lunch met mijn familie, die uitstekend was verzorgd door onze jarige neef in Meppel. Boven verwachting werd het toch nog aangenaam weer, waardoor we de rest van de middag heerlijk in de tuin konden vertoeven.

Aan het einde van deze mooie dag plaats ik toch nog een fotoserie, dit keer van de bijen bij de katjes van de knotwilgen. Sinds we weten dat de katjes van de knotwilgen belangrijk zijn voor bijen vanwege hun vroege bloei, knotten we onze wilgen om de beurt, zodat elke boom eens per drie jaar gesnoeid wordt. De takken stapel ik vervolgens op in de rommelhoek; op de foto is deze stapel nog net te zien in de rechterhoek.

Gisteren zag ik dat er flink wat bijen zich tegoed deden aan het stuifmeel en de nectar van de katjes. Omdat ze vooral hoog boven mijn hoofd vlogen, heb ik met een telelens een fotoserie van ze gemaakt. Het was mooi om te zien en het bevestigt dat onze opzet geslaagd is!

Poelkikkers

Toen ik aankwam bij de Catspoele in de Dellebuursterheide, stonden er al een paar mensen. Vader en dochter, die ik daar al eerder was tegengekomen, herkende ik meteen en zij mij. Het was leuk om elkaar weer te zien en dezelfde passie, het fotograferen in de natuur te delen.

Samen speurden we het gebied af, op zoek naar ringslangen, levendbarende hagedissen en andere bijzondere dieren. Ik heb inmiddels wel gemerkt dat extra ogen echt een verschil maken…

Voor de vlonder lag een bultige begroeiing. Zulke drijvende of half-ondergedoken vegetatie – zoals waterplanten, riet of pollen gras – is een ideale schuilplaats voor poelkikkers, die graag bij elkaar zitten, vooral tijdens het voortplantingsseizoen.

De andere fotografen hadden al een poelkikker ontdekt. Ze wezen me vanaf een afstandje waar hij zat, maar hoe ik ook speurde, ik zag geen kikker. Uiteindelijk maakte ik op goed geluk een foto. Pas thuis, achter de computer, zag ik hem: een bruine kikker met groene strepen, verscholen tussen de vegetatie.

Zien jullie de kikker wel?

De redenen dat ze zich graag ophouden in zo’n bult zijn de volgende::

  • Schuilplek: De begroeiing biedt bescherming tegen roofdieren.
  • Zonplek: Ze zonnen graag op drijvende planten of op de rand van een bult, waar ze snel het water weer in kunnen glippen.
  • Voortplanting: In het voorjaar verzamelen mannetjes zich vaak op gunstige plekken om te kwaken en vrouwtjes aan te trekken. Die “hoopjes” begroeiing zijn dan een soort kikkercafé.
  • Jachtgebied: Tussen de planten vinden ze makkelijk prooi zoals insecten of larven.

Om jullie te helpen heb ik op onderstaande foto’s met een pijl aangegeven waar de poelkikker zich had verstopt. De tweede foto is een uitsnede van de eerste.

Op een gegeven moment zwom er een ringslang richting de bult. We keken gespannen toe: zou hij een kikker grijpen? Maar de slang zwom keurig om de bult heen en verdween iets verderop tussen de vegetatie. Wellicht was deze ringslang nog te jong om op kikkers te jagen. Jonge ringslangen voeden zich voornamelijk met slakken, wormen en insecten — zoals ook te lezen is op deze site.

De kikker op het zoekplaatje leek op de kikker op de eerste foto. Vanaf de vlonder, te zien op de tweede foto, heb ik een aantal poelkikkers kunnen fotograferen. Ze zaten vaak op een bedje van mos en waren zo goed zichtbaar.

Wordt vervolgd.

Klein geaderd witje, dodaars en bruine winterjuffer

Na mijn wandeling in het Fochteloërveen, waar ik de fotoserie maakte van een torenvalk met een levendbarende hagedis, reed ik door naar natuurgebied de Dellebuursterheide. Ik wandelde richting de Catspoele – sinds een paar jaar een van mijn favoriete plekjes. Onderweg stond ik even stil bij dat mooie optrekje op een schitterende locatie.

Op die plek fotografeerde ik met mijn telelens een klein geaderd witje – mijn eerste vlinder die ik dit seizoen vastlegde. Veel tijd kreeg ik niet, want na één foto fladderde het vlindertje alweer verder naar de volgende bloem.

Vanaf de vlonder keek ik uit over de Catspoele. Zoals altijd liet de dodaars van zich horen. Meestal zwemmen ze aan de overkant van de plas, maar dit keer kwamen ze iets dichterbij. Toch blijft het voor mijn autofocus een uitdaging om zo’n overwegend bruine watervogel scherp te stellen tegen de bruine weerspiegeling van de bomen langs de oever.

Op een rietstengel vlak voor de vlonder hing een bruine winterjuffer. Wat deze soort zo speciaal maakt en waarom hij Winterjuffer heet komt door zijn unieke gedrag in de winterperiode. De meeste libellen en juffers leven maar één seizoen als volwassen dier (imago) en sterven voor de winter begint. Maar de bruine winterjuffer overwintert juist als volwassen dier. Dat is zeldzaam bij libellen. In de herfst zoeken ze een beschut plekje op, vaak tussen dorre grassen of bladeren, en brengen daar de winter door in een soort rusttoestand.

Pas in het voorjaar worden ze weer actief, paren ze en zetten ze hun eitjes af. In Nederland is de bruine winterjuffer jarenlang zeldzaam geweest, maar hij is de laatste decennia bezig met een opmars, mede door klimaatverandering. Mildere winters helpen ze namelijk beter te overleven.

Wordt vervolgd.

Torenvalk met levendbarende hagedis

Anderhalve week geleden ging ik op een prachtige voorjaarsdag opnieuw naar het Fochteloërveen, in de hoop daar de heikikker weer te zien. Mijn aandacht ging vooral uit naar de mannetjes, die tijdens de korte paartijd een opvallende blauwe kleur aannemen. Deze kleurverandering, die slechts enkele dagen duurt, is bedoeld om vrouwtjes aan te trekken en is een bijzonder fenomeen om te aanschouwen.

Het Fochteloërveen, een van de best bewaarde hoogveengebieden van Nederland, biedt een geschikte leefomgeving voor deze kwetsbare soort. Door het rustige, waterrijke landschap is het een ideale plek om het voortplantingsgedrag van de heikikker in alle rust te observeren.

Ik wandelde over het pad langs de verschillende vennen, maar hoe aandachtig ik ook luisterde… het kenmerkende geluid van de heikikker bleef uit. Zelfs op de plek waar ik de vorige keer een grote groep had waargenomen, was het nu stil. De paartijd was voorbij.

Er waren wel tal van vogels te horen. De Merlin-app gaf aan dat er een Tjiftjaf, een fitis, een rietgors, ganzen en een graspieper in de omgeving aanwezig waren. Terwijl ik luisterde, landde een fitis in een boompje in de buurt.

Ik wandelde verder over het smalle zandpad, omringd door de weidsheid van het prachtige landschap. In de lucht cirkelde een roofvogel. Ik dacht dat het een torenvalk was, maar ik twijfelde. De vogel vertoonde namelijk niet het ‘biddend’ gedrag dat zo kenmerkend is voor dit soort. In plaats daarvan leek hij geduldig te wachten, zwevend op de thermiek, op zoek naar prooi in het uitgestrekte landschap onder zich.

Kijkend door de zoeker zag ik op een gegeven moment dat de roofvogel iets in zijn poten geklemd had. In eerste instantie dacht ik dat het een takje was. De vogel bleef in de buurt, cirkelend, steeds hoger en hoger de lucht in. Ik volgde hem met mijn camera, benieuwd wat hij zou doen.

Toen ik de foto’s later op de computer bekeek, realiseerde ik me pas goed wat ik had vastgelegd: het was inderdaad een torenvalk. Maar in plaats van een takje had de vogel een levendbarende hagedis in zijn klauwen. Het was een perfecte vangst voor de torenvalk, maar tegelijkertijd voelde het toch een beetje sneu voor de hagedis die als prooi eindigde.

De redenen waarom een torenvalk met een prooi steeds hoger vliegt, vond ik op internet.

  1. Een torenvalk wil zijn prooi niet verliezen aan andere roofdieren, zoals kraaien, buizerds of zelfs andere torenvalken. Door hoger te vliegen, verkleint hij de kans dat een concurrent hem de buit afpakt (dit gedrag heet kleptoparasitisme).
  2. Hij zoekt een rustige, veilige plek om zijn prooi op te eten — bijvoorbeeld een paaltje, boomtak of afgelegen weiland. Vanuit de lucht heeft hij goed overzicht waar hij kan landen zonder gestoord te worden.
  3. Als de prooi gevangen is op een plek die ver van zijn nest of rustplaats ligt, stijgt de torenvalk op om zich te oriënteren en de juiste richting te kiezen. Vanaf grotere hoogte heeft hij beter zicht op het landschap.
  4. Hoewel het op het eerste gezicht gek lijkt om met extra gewicht hoger te vliegen, is de lucht op grotere hoogte iets ijler, wat minder luchtweerstand geeft. Dat maakt het soms iets efficiënter om langere afstanden af te leggen — al hangt dat af van de prooi en het doel.

Dekema State

Vandaag vervolg ik mijn fotoserie van het uitstapje met de fotografiegroep van de kerk. Na ons bezoek aan Martenastate reden we door naar het nabijgelegen Dekema State. Gelukkig stond de deur open en begonnen we met een bezoek aan het toilet, gevolgd door koffie op het gezellige terras. Daarna maakten we een rondgang door de prachtige tuin.

Dekema State is een historisch landgoed in Jelsum, Friesland, dat zijn oorsprong vindt in de 14e eeuw als versterkte stins. Door de eeuwen heen werd het uitgebreid en bewoond door adellijke families zoals Camstra, Dekema en Van Wageningen. In 1814 kreeg het zijn huidige vorm na een ingrijpende verbouwing. Sinds 1996 is het landgoed opengesteld voor publiek en wordt het beheerd door de Stichting Old Burger Weeshuis. Bezoekers kunnen het huis en de tuinen verkennen, die zijn ingericht in de stijl van de jaren 1930, en genieten van de rijke stinzenflora die in het voorjaar tot bloei komt.

De tuin is deels ommuurd, wat een beschutte sfeer creëert. Tegen de muren groeien leibomen, die op kunstige wijze zijn gesnoeid in diverse vormen. Dit wordt ook wel ‘levend kantwerk’ genoemd – een prachtige combinatie van natuur en ambacht. Op deze site kun je er alles over lezen.

We slenterden op ons gemak over de strakke tuinpaden. De ene na de andere fotograaf stopte om een mooi detail vast te leggen. We gingen regelmatig door de knieën om net dat ene bloemetje van dichtbij vast te leggen. Op een gegeven moment zag ik een akkerhommel tussen de bloemen zweven. Ik aarzelde geen moment en ging meteen “op jacht” met mijn camera. Binnen onze groep ben ik degene die altijd gefascineerd is door alles wat vliegt. Terwijl de anderen zich vooral op bloemen of doorkijkjes richtten, zat ik op de knieën voor de hommel.

Het Museumhuis was helaas gesloten op de vrijdag dat wij er waren. Terwijl we daar stonden, arriveerde de hovenier en begon met het snoeien en opbinden van het leifruit. Ik liep naar hem toe voor een praatje. Hij liet me zien hoe het opbinden in zijn werk ging en vertelde dat hij daarvoor speciale wilgentakjes gebruikte. Deze wilgenbomen groeien op het landgoed zelf.

Tevens tipte de man ons over een bijzonder toompje kippen dat zich achter het huisje op foto 5 bevond. Ik bedankte hem hartelijk voor de tip en we wandelden die kant op. De kippen en de haan waren inderdaad prachtig om te zien, maar het waren vooral de schattige kuikentjes die ons vertederden. In een hoekje stonden een aantal bijenkasten, waar de bijen af en aan vlogen. Wat fijn dat daar in elk geval nog bijen te zien waren…

Terwijl we daar stonden te genieten van de kleine kuikentjes, was het plotseling gedaan met de rust. Zonder dat we het van tevoren doorhadden, waren we beland in de NAVO-oefening Ramstein Flag. Met tussenpozen scheerden tientallen straaljagers over ons heen. Vanwege het enorme lawaai konden we elkaar nauwelijks nog verstaan. De medewerker had inmiddels zijn gehoorbeschermers opgezet. De kippen en kuikentjes trokken zich er echter niets van aan. Meer over deze oefening kun je lezen op de site van Omrop Fryslân.

Een van de leden maakte een filmpje van de overvliegende straaljagers.

Tijdens het rondje over het buitenste pad kwamen we langs een schattig prieeltje, verscholen tussen het groen. Even verderop graasden een aantal Zwartbles schapen met hun lammeren in de wei. Nadat we het rondje voltooid hadden, sloten we ons bezoek af met een foto van de grafzerk van Hette van Dekema en Reynsck van Camstra, een stukje tastbare geschiedenis op deze bijzondere plek.

We kijken terug op een prachtige en geslaagde middag.

80 jaar vrijheid; Keep Them Rolling

Dit jaar herdenken we dat Nederland 80 jaar geleden werd bevrijd. Op 13 april 1945 werd Steenwijk bevrijd van de Duitse bezetting. Ter gelegenheid van deze bijzondere dag organiseerde de gemeente Steenwijkerland op 13 april een herdenking in samenwerking met ‘Keep Them Rolling’. Historische legervoertuigen uit de Tweede Wereldoorlog reden door de gemeente om stil te staan bij de bevrijding en om de herinnering aan deze ingrijpende periode levend te houden.

‘Keep Them Rolling’ is een vereniging in Nederland van liefhebbers en bezitters van militaire voertuigen uit de Tweede Wereldoorlog. Hun missie is het herdenken van de bevrijding en het eren van de geallieerde troepen die Nederland hebben bevrijd van de Duitse bezetting in 1944–1945.

Dat doen ze door het restaureren en rijden van authentieke voertuigen uit de Tweede Wereldoorlog, zoals jeeps, trucks, tanks en motoren. Daarnaast nemen ze actief deel aan bevrijdingsevenementen, parades en herdenkingen. Op deze manier houden ze de geschiedenis levend en brengen ze het verhaal van de bevrijding over aan jongere generaties…

De slogan ‘Keep Them Rolling’ komt uit de oorlog zelf, waar het letterlijk betekende: hou de bevoorrading aan de gang – essentieel voor het succes van de geallieerden. Tegenwoordig symboliseert het ook: hou de herinnering levend door de voertuigen te laten blijven rijden.

Landgoed Martenastate

Vorige week vrijdag gingen we met de fotografiegroep van de kerk op stap naar het hoge noorden. Boven Leeuwarden liggen namelijk een aantal prachtige states, omringd door schitterende tuinen – een perfect doel voor een fotouitstap. Onze eerste bestemming was landgoed Martenastate.

Martenastate is een historisch landgoed gelegen in Koarnjum met een rijke geschiedenis die teruggaat tot de 15e eeuw. De eerste bekende bewoner was Sytze Martena, die hier rond 1400 woonde. Gedurende de eeuwen werd de state bewoond door adellijke families zoals de Martena’s, Van Burmania en Vegilin van Claerbergen. De laatste adellijke bewoner, jonkheer Duco Martena van Burmania Vegilin van Claerbergen, overleed in 1894 en liet het landgoed na aan de hervormde kerk van Koarnjum. In 1899 werd de oorspronkelijke state, die in verval was geraakt, afgebroken en vervangen door het huidige neorenaissance “slotje”, ontworpen door architect W.C. de Groot.

Het kasteeltje is gelegen op een eiland omgeven door een park in Engelse landschapsstijl, gekenmerkt door gebogen paden, hoogteverschillen, slingerende waterpartijen en oude bomenlanen. Het landgoed staat bekend om zijn rijke stinzenflora. Op deze site kun je er alles over lezen.

We dwaalden over de slingerende paden. Het was prachtig weer met een strakblauwe lucht waartegen het frisse groen van de wilgen schitterend afstak. Het park wordt omringd door uitgestrekte weilanden waar een straffe noordenwind overheen blies. Die wind zal er vast de oorzaak van zijn geweest dat ik slechts één insect heb gezien: een hommel, die zich tegoed deed aan de bloemen van de holwortel.

We kwamen aan bij een brug die het landschapspark Martenastate verbindt met het nieuwe natuurpark rond Martena Zathe, de voormalige dorpsboerderij die van oudsher bij het park hoorde. De brug is grotendeels opgebouwd uit stenen die vrijkwamen bij de restauratie van Martena Zathe. Het ontwerp is van kunstenaar Birthe Leemeijer, die zich liet inspireren door Louis Le Roy, die in de jaren zeventig enkele jaren voorzitter was van de Stichting Martenastate. Louis Le Roy is bij het grote publiek vooral bekend van de Ecokathedraal in Mildam.

Kemphanen in de lucht

De foto’s van vandaag horen eigenlijk nog bij de serie over de kemphaan. Ik was vergeten ze toe te voegen, en omdat er al reacties op het vorige bericht waren, heb ik besloten om er een apart bericht van te maken. Eerst nog een foto van de kemphaan die zo dichtbij stond te poseren.

Tijdens mijn wandeling over het Swynzerpaad zag ik dat het plas-drasgebied veel groter is dan ik had gedacht. Inzoomend tot 600 mm had ik in noordoostelijke richting dit uitzicht.

Terwijl ik mijn camera daarop richtte, vloog er een groep kemphanen op. Altijd een indrukwekkend gezicht.

Een kemphaan

Terwijl ik over het Swynzerpaad wandelde door het plas-drasgebied, keek ik even achterom in de richting van de parkeerplaats en de vogelkijkhut. Het is een geliefd pad, niet alleen bij vogelspotters, maar ook bij wandelaars, hardlopers en fietsers.

Een kemphaan foerageerde langs de oever. Even later keek de kemphaan me nieuwsgierig aan en hield me vervolgens scherp in de gaten. Kijk eens naar de prachtige tekening van zijn veren – het lijken wel allemaal kleine hartjes. Op de laatste foto is te zien hoe de vogel zijn knipvlies sluit.

Ik kan niet zeggen of dit een mannetje of een vrouwtje is. Kemphanen hebben namelijk een bijzonder genderverhaal. Er zijn drie verschillende typen mannetjes, waarvan één type sterk op een vrouwtje lijkt. Op de website van Theunis Piersma kun je hier meer over lezen.

Parende grutto’s

Een stukje verder langs het Swynzerpaad bereikte ik een hek met een veerooster. Terwijl ik vandaar naar het noordoosten keek, ontvouwde zich voor mij een uitgestrekt plas-drasgebied. Met dit weidse uitzicht genoot ik van de schoonheid van het Friese landschap. De serene rust werd alleen doorbroken door de roep van weidevogels.

Op enige afstand van het hek landde een mannetjesgrutto in het weiland. Het mannetje toonde duidelijk interesse in een vrouwtje dat in de buurt aan het foerageren was.

Ik gebruikte het hek als statief voor mijn camera met zoomlens, waardoor ik een stabiel beeld had van de grutto’s zonder ze te verstoren. Dit gaf me de gelegenheid om hun gedrag te observeren en vast te leggen. 

Het mannetje maakte een korte sprong en landde op de rug van het vrouwtje, een duidelijk teken dat er een paring aan zat te komen. Het was een geluksmoment om dat mee te maken! 

Het mannetje zakte door zijn knieën, terwijl het vrouwtje haar achterlijf naar boven richtte om de paring mogelijk te maken. Tijdens de paring spreidde het mannetje zijn vleugels om hen heen, wat mogelijk diende ter bescherming of stabilisatie.

Hoewel ik dacht dat de paring afgerond was, bleken beide vogels nog niet volledig tevreden. Het mannetje en vrouwtje namen opnieuw positie, waarna het paringsritueel zich herhaalde. Dit gedrag, waarbij meerdere pogingen plaatsvinden, kan wijzen op het belang van een succesvolle paring voor de voortplanting. Na de paring bleef het mannetje nog even op de rug van het vrouwtje staan, waarna hij eraf sprong. Beide vogels schudden hun veren om zich te herstellen en gingen vervolgens weer door met foerageren.

Nu is het afwachten of het broedsel succesvol zal zijn en of de jongen zullen opgroeien tot volwassen grutto’s. Het behoud van geschikte leefgebieden en het verminderen van bedreigingen zijn cruciaal voor het welslagen van hun ontwikkeling en het voortbestaan van de grutto.