Tijdens mijn rit door het Friese landschap viel mijn oog op een aanwijsbord naar een plaats waar ik nog nooit van had gehoord: Lytsewierrum. De naam wekte mijn nieuwsgierigheid, dus besloot ik spontaan een kijkje te nemen.
Lytsewierrum – wat letterlijk “klein Wierum” betekent – is een buurtschap in de provincie Fryslân. Het ligt in de gemeente Súdwest-Fryslân, tussen de dorpen Boazum en Easterwierrum. Lytsewierrum is oorspronkelijk gebouwd op een terp, een kunstmatige heuvel die vroeger werd aangelegd om bewoners te beschermen tegen overstromingen. Op deze website kun je een indruk krijgen van het dorp en zijn bewoners via een mooie verzameling foto’s.


Het dorpje ligt aan een doodlopende weg, wat de stilte en beslotenheid alleen maar versterkt. Met slechts 65 inwoners in 2024 doet Lytsewierrum zijn naam alle eer aan – het is met recht een lytse Wierum.
Ik parkeerde mijn auto net buiten het dorp, bij een schuur waar een paar oude koetsjes stonden opgesteld – alsof de tijd er even stil was blijven staan. Aan de overkant zag ik een karakteristieke Friese boerderij met in de tuin een verweerde boerenwagen die het landelijke beeld compleet maakte.


Zoals in bijna elk dorp in Fryslân, staat ook in Lytsewierrum een kerk, de Gertrudiskerk. Opvallend is hoe groot deze kerk is in verhouding tot het kleine dorpje eromheen. Het lijkt bijna alsof het gebouw ooit voor een veel grotere gemeenschap bedoeld was.
Bij een van de boerderijen stuitte ik op een grappig tafereel: een Fries paard liep samen met haar veulen rustig te grazen op het grasveld in de tuin. Wel handig, zulke levendige grasmaaiers, dan heb je ook geen machine nodig. En de achtergelaten paardenpoep is met een schep snel opgeruimd.


Het veulen stond nieuwsgierig toe te kijken hoe de vrouw des huizes de was aan de lijn hing. Het was een eenvoudig, alledaags moment – maar juist die kleine taferelen maken zo’n dorpje levendig en bijzonder. Terwijl de schone was wapperde in de wind, leek het veulen even deel uit te maken van het dagelijkse ritme op het erf.


Voordat ik weer in de auto stapte, keek ik nog één keer om. Net op dat moment zag ik hoe het veulen nieuwsgierig aan de schone was snuffelde – alsof het zelf wilde controleren of alles wel fris genoeg was. Ik moest glimlachen, want ik doe dat ook graag. 😉

