Een haas bij De Waal en een graspieper met een teek

Op een ochtend reden mijn man en ik in de buurt van De Waal op Texel. Mijn man zat achter het stuur en ik zat er naast. Zo kon ik met de camera in de hand goed de omgeving bekijken en roepen als hij moest stoppen. Ik zag een haas in het weiland. Mijn man stopte aan de kant van de weg en zo kon ik mooi inzoomen op de haas.

Op Texel zie je nog redelijk veel hazen. Deze haas had mij al snel in de gaten en ging er vandoor. Een paar tellen later stopte hij even om te kijken of de kust veilig was. Nee dus. Hij rende de andere kant op om zich vervolgens te drukken in het gras.

Nadat ik voldoende foto’s van de haas had gemaakt reden we verder naar De Volharding. Daar maakten we een wandeling. In de begroeiing stond een graspieper. De graspieper stond bij iets wat door zou kunnen gaan voor een nestje.

Een eindje verder zat een graspieper op een uitkijkpost en liet zich duidelijk horen. Het zou kunnen zijn dat dit de partner was.

Met de zoomlens zoomde ik in op de graspieper. Thuis op de computer zag ik dat de graspieper een teek achter het linker oog had. Ik had mij niet eerder gerealiseerd dat ook vogels teken kunnen dragen. Op internet vond ik de volgende informatie…

Teken voeden zich met het bloed van zoogdieren, vogels en reptielen, de zogenaamde gastheren. Het ei-stadium is passief en voedt zich niet. Elk volgend stadium voedt zich slechts eenmalig, en ondergaat daarna een rustperiode waarin het volgende stadium ontstaat. De volwassen mannetjes en vrouwtjes paren. De paring vindt meestal plaats op de gastheer. Na de paring zuigt het vrouwtje zich vol met bloed en zwelt haar lichaam zichtbaar op. Als ze volgezogen is laat ze zich op de grond vallen. Het vrouwtje heeft het bloed nodig voor de ontwikkeling van de eitjes. Als de eieren rijp zijn, legt het vrouwtje deze op de bodem, waarna zij sterft. Ze legt 1000 tot 2000 eieren. De eieren worden in de herfst gelegd. Mannetjes kunnen meerdere keren paren en hebben geen bloed nodig en zullen dus ook niet bijten. In het volgende voorjaar komen de larven uit, die zich voeden op kleine knaagdieren (muizen) en vogels. Aan het einde van de zomer vervellen de larven tot nimfen, die in winterrust gaan. In het volgende jaar voeden de actieve nimfen zich op een grote variatie aan zoogdieren en vogels. Aan het einde van de zomer vervelt de nimf tot volwassen teek (mannetje of vrouwtje). De volwassen teken gaan in het volgend voorjaar op zoek naar een gastheer, meestal een grote grazer zoals ree, hert of wild zwijn, maar ook schapen, runderen en paarden kunnen als voedselbron dienen. Bron is deze site.

Zangvogels in de Onnerpolder

In de vorige serie schreef ik over mijn ontmoeting met de hermelijn in de Onnerpolder. Vandaag beginnen we aan de wandeling. Ik laat jullie eerst een paar overzichtsfoto’s zien van dit prachtige gebied aan het Zuidlaardermeer.

Het eerste vogeltje wat ik fotografeerde was de gele kwikstaart. Tijdens mijn wandeling heb ik verder een rietgors, een kneu, een rietzanger en een graspieper vastgelegd.

Wordt vervolgd.

Het Kiersche Wijdepad

Op maandag 11 april besloot ik het Kiersche Wijdepad te volgen. Over deze route had ik gelezen in het blad van Natuurmonumenten. Zie ook deze site.

Ik was nog maar net aan de wandeling begonnen en toen kwam er een torenvalk aangevlogen en die bleef ‘bidden’ in mijn buurt.

Wandel maar met mij mee over het Kiersche Wijdepad. Klik op de foto voor groot formaat.

Het was voor mij de eerste keer dat ik een afstand van 5 kilometer wandelde inclusief twee spiegelreflexcamera’s met zware objectieven. Daarbij droeg ik ook nog een rugtas. Deze combinatie viel mij dan ook vies tegen. Bij iedere kilometer leek het net alsof de fotoapparatuur steeds zwaarder begon te wegen. Er was ook geen mogelijkheid om halverwege een kortere route te nemen, het landschap wordt namelijk doorsneden door watertjes.

Net op het moment dat mijn moraal was gezakt tot een dieptepunt werd ik aangenaam verrast, een graspieper landde op een routepaaltje vlak voor mij.

Dat was het cadeautje en de oppepper wat ik net even nodig had om mij de laatste kilometer door te helpen…

Ik wens jullie allemaal fijne paasdagen toe.

Zangers bij de Horsmeertjes

Op dag 6 maakte ik nogmaals een wandeling bij de Horstmeertjes. Deze keer was ik alleen.

Ik stond boven op de duin te kijken naar de windveren boven de veerhaven toen er een bruine kiekendief laag langs kwam zeilen.

Tijdens mijn wandeling trof ik een blauwtje, een grasmus, een rietzanger, een graspieper, een blauwborst, nog een grasmus, een fitis? en een kneu.

Ik keek vaak naar boven en genoot van de mooie wolkenluchten.