De holwortel en de vliegende hommels

Terwijl Jan op zijn weblog nog meerdere mooie series van de ooievaars bij De Lokkerij laat zien ga ik alvast met grote stappen vooruit en zijn we aanbeland bij Landgoed Dickninge. Ik wilde Jan heel graag kennis laten maken met de zeldzame holwortel. Door de wandeling naar de ooievaars had Jan onvoldoende kracht in zijn benen om de afstand over dit zandpad te overbruggen.

In overleg bracht ik hem bij het hek dichtbij de holwortel. In principe is dit pad verboden voor auto’s, maar voor een fotomaatje met MS had ik er geen moeite mee om dit verbod te overtreden. Nadat ik Jan had afgezet bracht ik de auto netjes terug naar de parkeerplaats. Vanaf de parkeerplaats wandelde ik vervolgens in een vlot tempo naar Jan. Hij had ondertussen een prima plekje gevonden…

We hadden geen 2 weken moeten wachten, de holwortel heeft namelijk z’n mooiste tijd gehad.

Het visstoeltje is een mooi hulpmiddel voor Jan voor zijn macrofotografie.

Het lukt mij nog om de macro-opnames te maken terwijl ik op de knieën zit. Inmiddels gebruik ik daarvoor wel mijn kniebeschermers.

Toen ik met onze zoon bij de holwortel was heb ik niet veel tijd genomen voor de macrofotografie. Ook zal onze zoon daar wellicht anders over denken. Nu ik samen met mijn fotomaatje was kon ik daar voldoende tijd voor nemen. Ik heb mijn macro-objectief deze keer gericht op de vliegende hommels.

Nadat we waren uitgekeken en voldoende foto’s hadden genomen wandelden we samen weer terug naar de auto. Tijdens de wandeling richtten we onze camera’s op enkele gebouwen op het landgoed. Op de parkeerplaats troffen we een man en een vrouw. De vrouw was gekleed in klederdracht uit Staphorst-Rouveen.

Winterkoninkje drinkt uit een vennetje

Vanaf de ooievaars wandelde ik via een omweg terug naar Huize Havixhorst. Ik kwam langs een vennetje.

In het vennetje dreef een grote tak. Op die tak hipte een winterkoninkje heen en weer. Onderwijl nipte het vogeltje water uit het vennetje.

Ik maakte enkele foto’s van het vlugge vogeltje. Jammer dat de autofocus van een bridgecamera de snelle beweging van het water nippen niet goed kon volgen. Die foto is dan ook niet scherp geworden. Maar voor het beeld heb ik de foto er wel tussen gezet.

Ooievaars op De Lokkerij

Vanaf landgoed Dickninge reed ik naar het verderop gelegen landgoed Havixhorst. Daar parkeerde ik de auto om te voet verder te gaan naar het ooievaarsbuitenstation ‘De Lokkerij’. Daar aangekomen werd ik overweldigd door zoveel ooievaars en ooievaarsnesten.

Bijna in iedere boom zit wel een ooievaarsnest. Verder is elk hoog plekje rond en op de boerderij bezet. Naast die natuurlijke plekjes staan er nog vele palen opgesteld waarop de ooievaars hun nest kunnen bouwen.

Door de bosschage fotografeerde ik het authentieke voorhuis. In het achterhuis bevindt zich het ooievaarsstation. De naam: ‘De Lokkerij’ dankt zijn naam aan de familie Lokken, die generaties lang het boerenbedrijf uitoefende. Lokkerij betekent dus: ‘de boerderij van Lokken.’

De ooievaars vlogen af en aan. Ik kan nu tijdens de corona-crisis wel stellen dat bij dit ooievaarsstation meer vliegbewegingen worden waargenomen dan bij de vliegvelden.  Als de ooievaar met nestmateriaal bij het nest kwam dan werd hij of zij dankbaar verwelkomd met een luid geklepper.

Het viel nog niet altijd mee om de snelle, laagvliegende ooievaars vast te leggen.

Ze toonden elkaar hun genegenheid door met hun snavel elkaar aan te raken. Of de ene ooievaar boog voor de ander de kop en zette een volle borst op. Ook maakte ik een aantal keren een paring mee.

Nadat ik mijn fotosessie had beëindigd trof ik de eigenaar buiten bij de brievenbus. Op grote afstand stelde ik hem een paar vragen. Hij vertelde dat er 51 nesten bezet zijn. Van de ongeveer 100 ooievaars blijven er 25 hier overwinteren. Het gaat goed met het aantal ooievaars, maar over de kwaliteit van de ooievaars is men wel bezorgd. Dat komt door de intensieve landbouw en dat er niet altijd genoeg voedsel te vinden is. Op internet vond ik meer informatie over de ooievaars  op het station.

Er moest ook eten worden verzameld. Dit haalden ze bijvoorbeeld in de naastgelegen weilanden. Het jaar 2019 was een uitzonderlijk jaar. Dat kwam door de klimatologische omstandigheden. Door de droogte konden de ooievaars heel moeilijk voedsel vinden voor hun jongen. Met als gevolg dat er opvallend veel grotere dode jongen onder de nesten werden gevonden.

Nest 5 wordt nog steeds bewoond door de oudste ooievaars op het station. Ze zijn beide 35 jaar oud. Zij hebben dit nest sinds 1990 permanent bewoond. Er wordt de laatste jaren nog wel eens een ei geproduceerd, maar dat vinden ze meestal na enige tijd onder het nest op de grond. Het laatste geslaagde broedsel was in 2013. In de 23 jaren met broedsel brachten zij 47 jongen groot. Bron is de site van De Lokkerij.

Er zijn ook ooievaars die een plekje in een boom te gewoontjes vonden en verkozen een elitair plekje op huize Havixhorst. Twee van de vier schoorsteenkappen zijn bezet. Ze maakten hun nest op de puntvormige schoorsteenkap, een knap staaltje bouwkunde.

Ik heb meerdere filmpjes gemaakt. Die filmpjes heb ik aaneengesmeed tot een film van ruim 4 minuten.