Het verdronken dorp Sfentili

Toen we eerder in onze vakantie op Kreta onderweg waren naar het Lassithi Plateau zagen we onderweg een heel groot meer. We stopten een paar keer zodat ik er foto’s van kon maken. Een bezoek aan dit meer zette ik op mijn lijstje voor een volgend uitstapje.

En zo gebeurde het dat we op de elfde dag van onze vakantie op weg waren naar het meer. Door de weersomslag eerder in de week bleef het weer tijdens de dagen daarna niet echt mooi. Met name in de bergen was het zwaar bewolkt en viel er van tijd tot tijd een miezerig buitje. Aan rand van dit meer of beter gezegd in het meer ligt het dorpje Sfentili.

Het dorp Sfentili (Sfendili) ligt 39 kilometer van Heraklion op Kreta, niet ver van Chersonissos. Toen de Aposelemis dam gebouwd werd bleek het dorp Sfentili binnen de grenzen van het kunstmatige meer te komen liggen. Er is toen besloten om het dorp te laten “verdrinken”. De dam is gebouwd om te kunnen voorzien in de watervoorziening en irrigatie in het noorden van Oost-Kreta (een gebied van Heraklion tot Agios Nikolaos).

De bewoners van het dorp hebben het dorp moeten verlaten en zouden worden gecompenseerd door de staat. De bewoners beweren echter dat de staat had moeten zorgen voor de verplaatsing van het dorp naar een ander gebied, wat echter niet is gebeurd. Om deze reden weigeren de ‘koppige’ bewoners de plaats te verlaten waar ze zijn geboren en getogen…

We reden om het meer heen en daalden af richting het verdronken dorp. Het lukt helaas niet om het dorp te bereiken. Een grote plas en een glibberige onverharde weg weerhield ons ervan om verder te rijden. Terwijl mijn man de auto keerde maakte ik een foto van het uitzicht en van een foeragerende blauwe reiger. Terwijl ik daar stond zag ik daar ook de grauwe klauwier, een mannetje en een vrouwtje. Ze zaten te ver weg om er mooie foto’s van te krijgen. Ik vond het wel een leuke waarneming. De grauwe klauwier heb ik al meerdere keren gefotografeerd in de zomer in Dwingelderveld.

Terwijl het waterpeil van de dam op en neer gaat, verdwijnt en verschijnt Sfentili, waardoor het dorp tegenwoordig een toeristische attractie is. Sinds 2015 is het dorp over het algemeen goed zichtbaar. Op internet vond ik een mooie compilatie van het ‘verdronken dorp’. Dit filmpje heb ik pas gevonden toen we weer thuis waren. Toen ik deze beelden zag vond ik het extra jammer dat we niet bij het ‘verdronken dorp’ konden komen.

Bron is deze site.

Het laarzenpad

Nadat ik de kapitein en passagiers van de Ecowaterliner had uitgezwaaid startte ik met de wandeling over het laarzenpad.

Het laarzenpad is alleen te bewandelen buiten het broedseizoen. Het traject wordt overbrugd met meerdere pontjes. Op het moment dat ik op het eerste pontje stapte kwam er om de hoek een ijsvogel met een visje in de snavel aangevlogen. Het pijlsnelle vogeltje kwam recht op mij af. In een split second zag de ijsvogel mij en wijzigde zijn koers. Ik was verrukt en had het nakijken. Halverwege de overtocht ben ik even gestopt om een foto te maken van de voormalige watertoren van Sint-Jansklooster. Deze toren is omgebouwd tot uitkijktoren. Die beklimming staat nog op mijn to do list.

Na een wandeling over het pad omzoomd met riet kwam ik op een open vlakte. Het riet beperkt enorm in het uitzicht, ik was dan ook blij dat ik halverwege het pad een aantal doorkijkjes had. Aan de boot en het materiaal te zien was de zomermaaier hier aan het werk.

Ik wandelde door naar de Beulakerwiede. Op de oever van deze plas heb ik langere tijd genoten van het mooie uitzicht en de geur van het water en de kragge. Ik zoomde in op een zeilboot en een kunstwerk. Het kunstwerk, de Beulaker Toren is van de hand van Alphons ter Avest. Onder deze weidse plas ligt het verdronken dorp, Beulake. De bewoners van dat gebied staken eind 18e eeuw rond het dorp zoveel turf voor de snel groeiende bevolking in Holland, dat de Zuiderzee het kwetsbare dorp tijdens een hevige storm volledig overspoelde. Volgens overlevering was alleen de kerktoren nog jarenlang boven het water zichtbaar. Op deze site van Bredewiederkrant kun je lezen over het kunstwerk.

Na het mooie moment op de oever van de Beulakerwiede wandelde ik verder naar het volgende pontje, nummer drie op de route. Dit pontje was op drift geraakt en moest ik dus eerst aan wal trekken. Het is overigens wel lastig om de pontjes te bedienen als je behangen bent met foto-apparatuur.

Bijna aan het eind van de route kwam ik wederom op een open stuk terecht. Op dit gedeelte zag ik tot twee keer toe een koninginnepage vliegen. Helaas bleven ze niet lang genoeg stil zitten om ze scherp in beeld te krijgen. Tussen het riet zat een vrouwtje rietgors verscholen en een kleine karekiet. Dat was een mooie toegift.

En toen was ik weer gearriveerd bij het bruggetje waar mijn wandeling begon. De route heeft het laarzenpad, maar met de droogte van de laatste tijd zijn laarzen echt niet nodig. Hoge stevige wandelschoenen zijn wel aan te raden, want het zijn geen gebaande paden…