Eendenkooi, de Kooi van Pen (3)

In het vorige bericht plaatste ik informatie over eendenkooien in het algemeen, over de wilde eend en over de discussie op de jacht op wilde eenden. Zie deel 2 op mijn weblog. Vandaag beschrijf ik hoe het vangen van wilde eenden in een eendenkooi in zijn werk gaat. Daarvoor gebruik ik een demonstratie in de eendenkooi, de Kooi van Pen. Deze eendenkooi is met 35 HA, 5 kooiplassen en 18 vangpijpen een van de grootste van Europa. Deze eendenkooi is van Staatsbosbeheer en wordt onderhouden door vrijwilligers. Deze eendenkooi is niet bedoeld voor het vangen van wilde eenden voor consumptie. Deze eendenkooi is een aantal dagdelen in een weekend in het najaar geopend voor publiek. Vanwege de enorme belangstelling is inschrijven noodzakelijk.

Rond de vijver staan rieten schermen. Ze zijn zo geplaatst dat de eenden niet zien wat er achter de schermen gebeurt…

Voor het lokken van wilde eenden gebruikt men lokeenden. Deze tamme eenden zijn de vaste bewoners van de kooi. Overdag is de eendenkooi hun rustgebied. Drie uur na zonsondergang gaan de tamme eenden de polder in om eten te zoeken. Daar ontmoeten ze wilde eenden die er moe en hongerig van hun trektocht vanuit Scandinaviƫ of Rusland neerstrijken. Als de tamme eenden bij zonsopgang terug naar de kooi vliegen om te rusten volgen de wilde eenden hen. Ook toevallig overvliegende troepen wilde eenden die worden aangetrokken door het geluid van de kwetterende tamme soortgenoten worden zo naar de plas gelokt.

Als er wilde eenden op de plas dobberen gebaart de kooiker zijn kooikerhond om naar het scherm te lopen wat het dichtst bij de plas ligt. De commando’s worden met gebarentaal gegeven, omdat bij het minste geluid de eenden wegvliegen.

Op een teken van de kooiker loopt het kooikerhondje een keer om het rieten scherm heen. De eenden die op de plas dobberen zien het hondje tevoorschijn komen en weer verdwijnen achter de schermen. Eenden zijn erg slimme beestjes. Hun zwakke punt is dat ze ook erg nieuwsgierig zijn. Tamme eenden zijn gewend aan het kooikerhondje, maar wilde eenden komen af op zijn wuivende staart.

Zo zwemmen ze steeds verder de smaller wordende vangpijp in. Als de kooiker vervolgens aan de kant van de vijver achter de eenden opdoemt, kunnen ze alleen nog maar vooruit. Door het gaas wat over de vangpijpen is gespannen kunnen ze niet wegvliegen. En als ze aan het eind van de vangpijp komen klapt de kooiker het deurtje achter ze dicht.

Wordt vervolgd.