Dwingelderveld, radiotelescoop en een adder

Op een prachtige zonnige dag ben ik met de fiets achterop de auto naar het Dwingelderveld gereden. Omdat we in het verleden een aantal jaren in deze regio hebben gekampeerd is dit voor mij bekend terrein. Het was goed om er nu terug te zijn.

Mijn eerste doel was de radiotelescoop. Tientallen keren ben ik er langs gefietst, maar een rondleiding heb ik daar nog nooit gemaakt. Dat staat nog altijd op de planning.

Langs het voetpad nabij de radiotelescoop liggen regelmatig adders te zonnen. Voor mijn koffiepauze was ik daar al een keer op en neer gelopen, maar had geen adder gezien. Even later zag ik een paar mensen met een camera druk in de weer. Ik besloot een kijkje te gaan nemen.

En ja hoor, daar lag een adder. Die lag er ook al toen ik daar de eerste keer langs wandelde, maar ik had deze over het hoofd gezien.

Na de fotoserie van de adder ben ik het schelpenpad op gefietst. Ik maakte een stop om de radiotelescoop vanaf een afstand nog een keer te fotograferen.

Wordt vervolgd.

Kadoelerbrug, Zwanenmeer en roodborsttapuit

Door een medewerker van Natuurmonumenten was ik getipt over een locatie waar de grote karekiet broedt. En zo reed ik op een mooie ochtend naar de Kadoelerbrug.

De slagbomen gingen net naar beneden. Omdat ik toch moest wachtten maakte ik meteen enkele foto’s. Ik was een keer eerder bij deze brug geweest, maar dan aan de andere kant. In januari 2020 had ik hier foto’s gemaakt vanwege de bijzondere passage van een enorm jacht. Ik schreef daarover in dit bericht.

Aan de overkant van de brug parkeerde ik de auto en wandelde de Zwartemeerdijk op. Zie Google Maps. In de bocht hoorde ik de zang van de grote karekiet. Tsjonge jonge wat een decibels produceert deze vogel. Ik heb de vogel twee keer in een flits zien vliegen, maar voor de rest bleef hij goed verborgen tussen het riet.

Hoewel het uitzicht over het Zwanenmeer niet verkeerd was, had ik het na een uurtje wel gezien. Ik wandelde weer terug richting de Kadoelerbrug.

Toen ik weer bijna bij de auto was zag ik een mannetje roodborsttapuit op een paaltje zitten. Even verderop zat een vrouwtje haar verenkleed te poetsen. In de buurt hielden zich ook enkele juvenielen op.

Afscheid en hooiland

Afgelopen week is een naast familielid overleden. Een familielid waar we intensief bij betrokken waren inclusief mantelzorg. Hoewel het overlijden in de lijn der verwachting lag, kwam het toch nog sneller dan verwacht. Maar het is goed zo. Hij is nu Thuis… daar waar geen lijden is en geen tranen vloeien…

Deze dagen rondom het regelen van de Dankdienst voor zijn Leven en het werkelijke afscheid zijn intensief. Ik heb om die reden mijn werkagenda voor een aantal dagen leeggemaakt. Verdriet en concentratie passen nu eenmaal niet op dezelfde plek in mijn hoofd. De dingen die mij afleiding en ontspanning bieden laat ik doorgaan. Zo gaan we vanmiddag op bezoek bij vrienden op de camping in de Weerribben. En gisteren was ik op bezoek bij Jan en Aafje. Vrienden zijn belangrijk op momenten van vreugde en op momenten van verdriet…

❤️

Na de koffie gingen Jan en ik op pad. Jan op de iLark en ik op de E-bike. De rit over de fietspaden vond ik verrassend mooi. Ik kwam nu op plekjes waar ik nog niet eerder was geweest.

We kwamen langs het weidevogelgebied de Smalle Ee. In januari stonden Jan en ik ook op deze plek. Toen stond het gebied onder water en lag er een laagje ijs. Je kunt erover lezen in dit bericht.

Deze week hebben we eindelijk stabiel zomerweer. De boeren hebben het razend druk om in deze dagen het lange gras als hooi van het land te krijgen. Dit hooi werd met een pick-up tot pakjes geperst. Vroeger gebeurde het altijd op deze manier, tegenwoordig gaat het vaak in plastic balen.

Libellen in het Woldlakebos

Gisteren liet ik hier een collectie juffers in het Woldlakebos zien. Vandaag wordt het vervolgd met een serie libellen.

Op de eerste foto hangt een jong mannetje viervlek, deze moet nog op kleur komen. Een bruine korenbout hangt aan een grasspriet op foto 2. Op de 3e en 4e foto is wederom een viervlek te zien, maar dan volledig op kleur. Op de 4e foto lijkt het net of de libel van goud is.

Juffers in het Woldlakebos

Vandaag neem ik jullie nog een keer mee naar het Woldlakebos. Deze keer voor een verzameling juffers.

Met Obsidentfy heb ik ze op naam gebracht. Op foto 1 en 2 hangt de gewone pantserjuffer. Op de 3e en 5e foto staat een variabele waterjuffer. De azuurwaterjuffer staat op foto 4. Op de laatste foto is een moeilijk te determineren juffer ten prooi gevallen aan een spin…

Vlinders en zweefvliegen in het Woldlakebos

Op een mooie ochtend ging ik naar het Woldlakebos. Ik hoopte daar uitsluipende libellen te fotograferen. Hoe ik ook speurde, ik heb er geen één gezien.

Gelukkig was er nog wel wat ander klein spul wat ik wel op de foto kon zetten. Op de eerste en zesde foto staat een groot dikkopje. Het bruin zandoogje op de een na laatste foto is de enige dagvlinder die ik zag vliegen. Verder was er een blinde blij, akkerhommel, citroenpendelvlieg en een gele veenzweefvlieg. Determinatie volgens ObsIdentify.

Het uitstapje in het Woldlakebos wordt vervolgd.

De Auken, lepelaar, koereiger, zilverreiger en purperreiger

Op een ochtend waarop het eindelijk zonnig weer was ben ik naar de kijkuit in De Auken gegaan. Tijdens de wandeling naar de kijkhut kwam ik een fotograaf tegen. We wisselden enkele wetenswaardigheden uit. Altijd handig die tips…

Aan de overkant van de plas broeden o.a. aalscholvers, lepelaars, blauw reigers, koereigers, grote zilverreigers en purperreigers. Tot mijn verrassing was ik al die tijd alleen in de kijkhut. Zo had ik mooi rondom zicht op de langs vliegende vogels. Als eerste de lepelaar.

Plotseling hoorde ik een hoge pieptoon en zag op hetzelfde moment een blauwe flits. Een ijsvogel kwam voorbij ‘gesjeesd’. Even later hoorde ik een onbekende, opmerkelijke zang. De app Merlin gaf uitkomst. Het was de cetti’s zanger. Hoe opvallend de cetti’s zanger zijn zang laat horen zo verborgen leeft dit vogeltje.

Een koereiger in vlucht. Een dag later sprak ik een medewerker van Natuurmonumenten. Onlangs hebben ze een telling uitgevoerd met behulp van een drone. Hij vertelde dat dit de grootste kolonie koereigers is van heel Europa.

De dag begon zo mooi zonnig, maar al snel nam de bewolking weer toe.

De grote zilverreiger in vlucht.

Terwijl ik onderstaande foto maakte flitste de ijsvogel voorbij in omgekeerde richting.

De purperreiger kwam het vaakst langs. Het viel nog niet mee om die te fotograferen, door de harde wind vlogen ze vaak laag over het water en over de begroeiing. Dat is voor de autofocus lastiger om scherp te stellen. Maar met veel geduld is het toch gelukt.

Kaatje bij de Sluis, theaterspektakel

Vorige week zijn we naar theaterspektakel ‘Kaatje bij de Sluis” in Blokzijl geweest. Het was nat en koud. We hadden de winterjas aan en ik had zelfs een thermobroek onder de lange broek en dat was niet overbodig.

Jammer voor de figuranten dat het regende. Ondanks dat was het gezellig druk in het havenstadje.

In mei 2024 is het 50 jaar geleden dat Anneke en Fons van Groeningen hun restaurant Kaatje bij de Sluis openden. Een restaurant dat door de jaren naamsbekendheid kreeg in heel Nederland. Het duo stond 30 jaar lang aan het roer en bracht het restaurant naar topniveau, met als kroon op hun werk meerdere malen een Michelinster.

In het kader van het 50-jarig bestaan is er deze zomer in de haven van Blokzijl tijdelijk een openluchttheater. Het verhaal van ‘Kaatje’ wordt opgevoerd in de vorm van een theaterspektakel: een voorstelling die mede gemaakt wordt door vrijwilligers uit het dorp. Binnen één dag hadden maar liefst 300 vrijwilligers uit het dorp zich aangemeld. Het restaurant is genoemd naar Kaatje. Volgens de legende runde Kaatje daar begin achttiende eeuw een eigen herberg…

De voorstelling begon om half negen. En net op dat moment werd het droog en kwam het zonnetje tevoorschijn.

We werden zelfs nog getrakteerd op een regenboog.

De legende van Kaatje volgt hieronder. Tussendoor zal ik foto’s plaatsen van de mooie avond…

De moeder van Kaatje is een koopmansweduwe afkomstig uit Amsterdam die in Blokzijl een eigen herberg runde. Na de dood van haar moeder verplaatste Kaatje in 1707 de herberg naar de nieuwe sluis van Blokzijl. Ze maakte er al snel naam. Kaatje deed onder meer zaken met kooplieden van de Verenigde Oostindische Compagnie en had in haar herberg mede daardoor de beschikking over allerlei buitenlandse kruiden en vruchten. Kaatje maakte naar verluidt de lekkerste gerechten. Haar recepten hield ze geheim.

De herbergierster bleef haar hele leven alleen, wachtend op haar jeugdliefde Hilbert, een stuurman uit de koopvaardij en kaper in staatsdienst. Hilbert zou ooit gezworen hebben niet in Blokzijl terug te keren voordat hij een fortuin had verdiend. Dankzij haar goed lopende herberg rooide Kaatje het in de tussentijd prima alleen. Mede dankzij haar kookkunsten en gastvrijheid was ze niet alleen een beroemdheid in Blokzijl maar ook in veel omliggende plaatsen en in veel steden aan de voormalige Zuiderzee.

In september 1732, toen Kaatje zestig jaar oud was, sloeg het onheil toe. De beroemde inwoonster van Blokzijl werd beroofd en dusdanig toegetakeld dat ze aan haar verwondingen overleed. De daders, die ook Kaatje’s receptenboeken meegenomen hadden, werden nooit opgepakt. Twee weken na haar dood keerde Kaatje’s jeugdliefde terug in Blokzijl. Hilbert had jarenlang zaken gedaan in Madagascar en was schatrijk, maar kwam net te laat voor de inmiddels overleden Kaatje. Bron is deze site.

In de musical is een kleine dichterlijke vrijheid toegepast. Kaatje wordt wel beroofd van haar receptenboek, maar ze blijft in leven. Hilbert keert op tijd terug naar huis en de twee geliefden sluiten elkaar in de armen. Eind goed, al goed..

De Leijen, zwarte sterns en nog meer

Vorige week stond er een fotokuier op het programma met mijn fotomaatje in Fryslân. Ik stelde Jan voor om een kijkje te gaan nemen bij vogelkijkhut ‘Blaustirns’ in de hoop er zwarte sterns te zien en te fotograferen. Helaas was het een bewolkte dag met zo nu en dan een bui. Nadat we in de auto de bui hadden afgewacht begonnen we aan onze wandeling. Het eerste vogeltje wat we hoorden en zagen was de rietzanger. Zelfs het kleine ding was nat geworden.

We wandelden naar de kijkhut. Aanvankelijk was er op het water niets te beleven. Aan de hoeveelheid paaltjes en stokken in het water ligt het niet, er zijn voldoende gelegenheden voor vogels om voor ons neer te strijken.

Uiteindelijk heb ik een verzameling gescoord wat bestaat uit een paartje futen, een zwarte stern en een visdief.

Toen ik door een van de kijkgaten stond te kijken naar de opklaringen werd ik gewaarschuwd door Jan, er kwam een bruine kiekendief aangevlogen…

We wandelden terug naar de auto om daar ons broodje te eten.

Vanuit de auto zag ik tot mijn verbazing zwarte sterns over het kruidenrijk grasland scheren. Ik was in de veronderstelling dat ze alleen maar foerageerden boven water. Terwijl Jan in de auto bleef wandelde ik richting het weiland om er foto’s van te maken.

Heggenmus voert jong (2)

In dit bericht schreef ik over een heggenmus die op zoek was naar voedsel voor zijn jongen. Ik was wel benieuwd of ik zou kunnen achterhalen waar de heggenmus het nestje had verstopt. Om die reden stak ik de sloot over naar het perceel van de buurman.

Ook wel eens leuk om onze tuin ‘door de ogen’ van de buurman te zien. De buurman werkt dagelijks tussen de kerstbomen. Daarnaast wandelt hij ‘s morgen en ‘s avonds over zijn land en dus langs onze tuin.

Met de camera op statief stond ik te wachten. Het duurde niet lang of de heggenmus kwam aangevlogen en ging op een paaltje zitten tussen het lange gras.

In de snavel had hij een lekker hapje. Het vogeltje wisselde steeds van plek alsof hij niet wist wat hij ermee aan moest. Ik had verwacht dat hij rechtstreeks naar het nestje in de coniferenhaag zou vliegen.

En toen hoorde ik het gepiep en ontdekte het jong in het struweel achter het hek. Even later werd het jong voorzien van voedsel.

Na een poosje kwam de heggenmus weer aangevlogen. Deze keer had het vogeltje een stokje in de snavel. Omdat het stokje min of meer in het verlengde van de snavel ligt is het op onderstaande lastig te zien.

Vervolgens zag ik het vogeltje in een kerstboom duiken. Op dat moment kreeg ik door dat het ‘stokje’ een dennennaald was en dat hij die hij uit de kerstboom plukte. Op internet kon ik geen verklaring geven. ChatGPT gaf uitkomst. Het kan zijn voor baltsgedrag, nestopbouw, speelsheid/nieuwsgierigheid of territoriaal gedrag. Ik ga er in dit geval vanuit dat het territoriaal gedrag is. Misschien werd het gedrag veroorzaakt omdat er een fotograaf in zijn territorium stond. ChatGPT schrijft daarover… door dennennaalden en ander opvallend materiaal op te pakken en ermee rond te vliegen, kan de heggenmus territorium markeren of concurrenten en roofdieren afleiden. Dit gedrag kan een vorm van visuele communicatie zijn naar andere vogels, waarmee ze aangeven dat het gebied bezet is.

Na de dennennaalden werd er nog een zacht spinnetje aangevoerd.

Het jong bleef op het plekje achter het gaas zitten. Geduldig wachten tot er voedsel in z’n snavel werd gestopt.