Op die mooie zonnige herfstdag landde er een grote bonte specht op de boom naast onze woonkamer. Voordat ik mijn camera in de aanslag had, vloog de specht alweer weg en streek neer in het land met kerstbomen van de buurman. Ik sloop naar buiten. Gelukkig lukte het me om, goed verstopt achter een struik, enkele foto’s van de vogel te maken. De specht roffelde gretig op een restant van een stam, waar tot voor kort nog een kerstboom had gestaan.
Nadat de specht uiteindelijk verdwenen was, bleef ik nog even staan om een paar foto’s te maken van de koolmezen die weer dichterbij durfden te komen, naarmate ik daar langer stil bleef staan. Ik kan daar zo van genieten van het gedrag van de vogeltjes, die zich niets van mij leken aan te trekken terwijl ze van tak naar tak fladderden.
Op een gegeven moment zag ik een vogel landden in een kerstboom, ver bij mijn vandaan. Kijkend door de zoeker werd mijn vermoeden bevestigd: het was een koperwiek. Ondanks dat ik een 600 mm lens had, moest ik de foto’s flink inzoomen om de vogel dichterbij te krijgen. Op de tweede foto is te zien dat de koperwiek een dennennaald in zijn snavel heeft.
Even later zag ik een groene specht scharrelen tussen het groen. Als hij zich niet had bewogen, had ik hem waarschijnlijk niet opgemerkt. Gelukkig besloot hij even stil te zitten in het zonnetje, maar helaas bleef zijn kop in de schaduw. Tja, je kunt niet alles hebben. De specht was druk bezig met het zoeken naar mieren en hun larven tussen het mos. Met zijn lange, kleverige tong peuterde hij ze uit de nestgangen, waarna zijn snavel besmeurd was met zwarte aarde.
Als laatste kreeg ik nog een gaai voor de lens. Ik stond daar, helemaal in mijn element, te genieten van al de gevleugelde vrienden om me heen. Dat is het mooie van zonnig weer: de vogels laten zich dan veel beter fotograferen dan wanneer het donker of grijs is. Het zachte namiddaglicht maakt alles net even levendiger.
Vandaag deel ik een fotoserie van onze mistige fotokuier in Fryslân. Jan en ik reden daarvoor naar natuurgebied De Deelen. We wandelden een klein stukje over dit pad. Veel viel er niet te beleven: behalve een groepje eenden dat steeds verder van ons wegzwom, bleef het opvallend stil in de nevelige omgeving.
We wandelden terug naar de parkeerplaats en namen van daaruit een volgend pad. Daar koos een grote zilverreiger het luchtruim, terwijl aan de overkant een groepje krakeenden met ons mee zwom. Jan wist ze prachtig vast te leggen, zoals te zien is in dit bericht. Zelf wist ik in de mist toch nog wat kleur te vangen: de heldergroene varens, de lichtbruine berkenzwammen en de rode herfstblaadjes.
Vanaf De Deelen reden we verder over de landweggetjes. Terwijl we over de Bornego reden, zagen we in de mist ineens een grote groep mensen, dieren en andere silhouetten opdoemen (zie Google Maps). Dat onverwachte tafereel nodigde uit tot onze volgende stop.
Toen ik weer in de auto wilde stappen, werd mijn aandacht getrokken door een huisje dat door de bomen schemerde. Ik stapte door de droge sloot, beklom de wal en kwam uit bij het water, dat, zo ontdekte ik later, de Hooivaart heet. Het uitzicht over het water en de bomen in de mist vond ik meer dan de moeite waard om vast te leggen.
Vanaf de Bornego reden we via de Van Sminiawei richting Akkrum. Net buiten het dorp stopten we bij Watertoren Hotel Nes. We hadden er samen wel plezier om: een hotel met een fenomenaal uitzicht over de landerijen en dan moet je net die ene mistige dag treffen waarop dat uitzicht volledig in nevelen is gehuld.
Aan de noordkant van Akkrum hebben we onze lunch genuttigd. Ik kon op Google Maps de locatie niet terugvinden. Dat kwam omdat ik dacht dat we ná Grou hebben geluncht. Gelukkig gaf Jan uitkomst.
Van Akkrum reden we via Grou en Warten om De Alde Feanen terug naar het huis van Jan en Aafje. We moesten op tijd thuis zijn, want Jan en Aafje gingen samen met de kinderen Sinterklaas vieren. Het was kort en het was mistig, maar desondanks hebben we weer een prima dag gehad.
De dag begon met een kleurrijke zonsopkomst. Aan de rand van het dorp maakte ik onderstaande foto’s.
De rest van de dag bleef het prachtig weer met een mooie blauwe lucht. Verschillende heesters staan momenteel in bloei en de magnolia toont al volop haar dikke knoppen. Het zou een veelbelovende aankondiging van de lente kunnen zijn, ware het niet dat het vandaag 13 december is!
Het is ongewoon warm voor de tijd van het jaar. De ene na de andere warmterecord wordt verbroken en dat is een zorgelijke ontwikkeling. Hoewel zachte winters comfortabel lijken, brengen ze grote ecologische en economische risico’s met zich mee. Zo raken natuurlijke groeicycli verstoord, landbouwgewassen uit balans en ook onze cultuur, denk aan tradities die verbonden zijn met winterse kou, komt onder druk te staan. Deze reeks van uitzonderlijk warme dagen is een duidelijk signaal van klimaatverandering, een proces dat onze samenleving blijvend zal beïnvloeden.
Nadat ik genoeg foto´s had gemaakt van de drieteenstrandlopers op het strand van Texel, wandelden we verder richting de vuurtoren.
We waren daar in de herfstvakantie, maar voor de tijd van het jaar was het uitzonderlijk zacht. We konden zelfs buiten op het terras van een heerlijke versnapering genieten. Toen we daarna terugliepen naar de auto, kwamen we langs het Renvogelveld. We besloten daar een kijkje te nemen. Bij aankomst werd ons direct verteld dat de zeldzame grauwe franjepoot er te zien was.
De grauwe franjepoot is een kleine steltloper die vooral opvalt door zijn bijzondere foerageergedrag: in ondiep water zwemt hij in kleine rondjes terwijl hij al draaiend prooidiertjes oppikt. In Nederland is het een zeldzame doortrekker, voornamelijk in augustus en september. Wie hem hier tegenkomt, mag zich gelukkig prijzen – het is zo’n soort die hoog op het verlanglijstje van veel vogelaars staat.
Vlak naast de grauwe franjepoot foerageerde een dodaars. Deze kleine fuut, de kleinste van Europa en een uitstekende duiker, bleef voortdurend in de nabijheid van de franjepoot. Het leek alsof hij handig profiteerde van het zoekwerk van zijn buur, waarbij kleine prooidiertjes opdwarrelden die hij vervolgens gretig oppikte. Een mooi voorbeeld van hoe vogels elkaar soms onbewust helpen tijdens het foerageren.
Na de fotosessie bij de klokkenstoel en op de begraafplaats in Baarlo reden we terug naar buurtschap Nederland. Onderweg stopten we even bij het bruggetje over de Roomsloot om een paar foto’s te maken. In deze omgeving, de Weerribben groeit het bijzondere Weerribbenriet. Dit riet staat bekend om zijn hoge kwaliteit en wordt gebruikt voor rieten daken.
Vanaf het bruggetje maakte ik een foto in noordelijke én in zuidelijke richting. Jan schreef in een bericht op zijn weblog over het buurtschap Nederland, zowel zoals het nu is als hoe het er in vervlogen tijden uitzag.
Tussen Nederland en Wetering maakte ik nog een stop om deze foto te maken.
Daarna reden we naar Wetering West, waar momenteel een grootschalig project in volle gang is: het kappen van bos en het herstellen van de oorspronkelijke trekgaten en legakkers. Terwijl we daar stonden te fotograferen, kwam een bewoner op ons af. Ik ken hem al langer, dus we maakten even een praatje. Natuurlijk vroeg ik wat hij vond van het resultaat tot nu toe. Hij vond het er op zich mooi uitzien, maar merkte op dat de kronkelige legakkers wel wat netter hadden gekund. Vroeger, tijdens het turfsteken, lagen die namelijk kaarsrecht.
Ik zocht op internet naar meer informatie over dit project, maar kon zo snel niets vinden. Wel stuitte ik op een ander interessant document:Perspectief Bestemming Weerribben-Wieden 2025, een visie op duurzaam en (be)leefbaar toerisme en recreatie in Steenwijkerland. Zie deze website.
En zo kwam er een einde aan een mooie fotokuier samen met Jan. Het werd tijd om terug te keren naar huis: naar mijn man, naar de warmte van de houtkachel en naar een lekker kopje koffie.
Vandaag neem ik jullie opnieuw mee naar Texel. Ik wissel de recente fotoseries af met de beelden die ik maakte tijdens de herfstvakantie. Eerst genoten we van een verblijf in een prachtig vakantiehuis, midden op het eiland. Halverwege de week verhuisden we naar een sfeervolle B&B in Oudeschild. Op een namiddag besloot ik de Waddendijk over te steken en maakte ik een wandeling langs de Waddenzee.
Ik kon me geen beter moment wensen: de lucht schilderde zichzelf in de mooiste tinten.
Halverwege mijn wandeling stuitte ik op een gedeelte waar grote strobalen waren opgestapeld. Op dat moment kon ik niet bedenken wat de reden hiervoor kon zijn. Gelukkig heb ik hier en daar mijn hulplijnen. Zo legde ik mijn vraag voor aan boswachter Thomas van Texel. Hij schreef het volgende: ‘Specifiek op die plek heeft het Hoogheemraadschap wat last van opstuivend zand (van het recreatiestrand) wat de dijk opwaait. Dat is voor een dijk niet zo goed. Het recreatiestrand is fijn korreliger zand. Fijn strandzand, maar als nadeel dus wel snel verstuifbaar’.
Even later mocht ik genieten van een prachtige zonsondergang.
Vandaag vervolgen we de fotoseries die ik maakte tijdens de fotografiedag samen met Jan. Na de fotoserie aan de Wetering reden we via Nederland en Baarlo naar ons volgende doel en dat was het A. F. Stroinkgemaal. Toen we door Baarlo reden zag Jan een kleine klokkenstoel staan en vroeg mij te stoppen.
Ik parkeerde de auto op de oprit naar de begraafplaats en al gelijk kwam er een man naar ons toe; hij was bezig met het bladruimen. Hij vertelde dat hij hovenier, doodgraver én gids was van deze begraafplaats. Wij vertelden hem dat onze aandacht was getrokken door de klokkenstoel. Dat kon hij wel waarderen en nam Jan meteen mee naar het informatiebord.
Terwijl Jan naar de gids luisterde maakte ik een aantal foto’s van de klokkenstoel. De klokkenstoel is pas in 2017 geplaatst. Het verhaal erachter kun je lezen op de website van RTV Oost en op de website van De Stentor.
De man, die duidelijk blij was dat hij toehoorders had, nam ons mee de begraafplaats op. Hoewel ik er al talloze keren langs ben gereden, was ik er nog nooit eerder geweest. Hij vertelde ons uitgebreid over de graven en de mensen die hier begraven liggen en wees zelfs het graf aan waarin hij later zelf zou komen te rusten. Opvallend was dat ik tijdens onze ronde zoveel bekende namen tegenkwam, waaronder meerdere familieleden.
Jan heeft het op zijn weblog prachtig verwoord. Daarnaast maakte hij een korte video-opname om jullie mee te nemen in enkele van de verhalen en om de sfeer op de kleine dodenakker van Baarlo te laten proeven. Dat bericht is hier te bekijken.
Nadat we door de Eierlandse Duinen hadden gewandeld, kwamen we aan op het strand. Ik maakte twee foto’s: één met uitzicht naar het zuiden en een andere naar het noorden, waar in de verte de vuurtoren zichtbaar was.
Plotseling ontdekte ik op het strand een drieteenstrandloper. Het is één van mijn favoriete vogeltjes.
De drieteenstrandloper, zoals zijn naam al verklapt, heeft drie tenen in plaats van vier. Dit bijzondere kenmerk maakt hem bijzonder snel, vooral wanneer hij over het strand rent. Het is een fascinerend gezicht om te zien hoe deze kleine vogel zich in een rap tempo langs de vloedlijn beweegt, constant op zoek naar voedsel dat de zee achterlaat.
Nadat ik me met de camera volledig had uitgeleefd op de koddige vogeltjes, zetten mijn man en ik onze tocht voort, in de richting van de vuurtoren.
Vandaag zetten we onze fotokuier voort die Jan en ik onlangs maakten. Na de fotosessie aan de Hoogeweg reden we door naar de Wetering. Bij de Vlodderbrug aten we onze meegebrachte broodjes. Daarna gingen we verder naar de brug waar mijn ouders vroeger brugwachter waren. Jan bleef op een bankje bij de parkeerplaats zitten, vanwaar hij met zijn drone een mooie rondvlucht maakte. Zelf wandelde ik richting de brug, de brugwachterswoning en langs het water.
Op de picknickplek staat sinds 2001 een bronzen beeld met de titel De Golf, aangeboden ter gelegenheid van de gemeentelijke herindeling. Rond november 2012 werd het kunstwerk echter gestolen. Het verdwijnen leidde tot de nodige verontwaardiging, omdat de gemeente geen aangifte had gedaan en de kunstenaar pas via een omwonende op de hoogte werd gebracht. (Zie deze website.)
Na wat speurwerk ontdekte ik op de oude website van Plaatselijk Nut Wetering e.o. wanneer het kunstwerk is herplaatst: dat gebeurde op 19 november 2013. Op deze website is ook een fotoserie van de herplaatsing te vinden.
Ik wandelde verder langs de Wetering, richting het zuiden. Vanaf dit punt had ik een prachtig uitzicht op de brug, die strak in het water werd weerspiegeld. Een soortgelijke foto heeft in groot formaat op de kamer van mijn moeder gehangen in het verpleeghuis. Vol trots vertelde ze de verzorgenden altijd over “haar brug”.
De oorspronkelijke brugwachterswoning is inmiddels in handen van een nieuwe eigenaar. Afgezien van een nieuw bijgebouw heeft hij aan de woning vrijwel niets veranderd. Dat is bijzonder voor de verkochte huizen langs de Wetering, want veel woningen worden gekocht door mensen van buitenaf, vervolgens afgebroken en vervangen door nieuwbouw. Juist daarom is het voor mij telkens een feest van herkenning wanneer ik de nieuwe eigenaar bezoek en al die vertrouwde plekjes terugzie. Zelfs een deel van de berkenbomen met de heksenbezems is blijven staan.
Ik wandelde over de oever richting de brug. Daar staat een bord dat zwemmen en vissen in de nabijheid van de brug verboden zijn. In onze tijd stond dat bord er niet. Wij doken, sprongen en zwommen juist graag vlak bij de brug. Aan het houten remmingswerk hadden we zelf een trap getimmerd, zodat we makkelijk uit het water konden klimmen om er meteen weer in te duiken. Onze ouders hielden wel goed in de gaten of het veilig was; als het te druk was met boten, mochten we er niet zwemmen.
Op deze archieffoto, staat mijn vader op de brug. Vroeger was er veel direct contact tussen de brugwachter en de mensen op de boten. Ook met het passerende verkeer hield hij contact. Het werd altijd gewaardeerd wanneer hij nog even wachtte op een naderende passant voordat hij de brug opende. Hij maakte ook graag een praatje met voorbijgangers die voor de brug moesten wachten, of met mensen die speciaal even langskwamen om een tijdje bij hem in het brughokje te zitten.
Op de onderstaande foto is te zien dat het oude brughokje verdwenen is. De brugwachter zit tegenwoordig in een hokje dat een eindje van de brug af staat. Op deze foto kun je ook goed zien welke afstand er vroeger overbrugd moest worden tussen onze woning en het brughokje. Als het rustiger werd op het water, hoefden we niet voortdurend in het brughokje te blijven. We moesten dan vanuit huis horen of er een boot aankwam. Schippers gaven een signaal met de scheepshoorn. Dat betekende wel dat de radio of televisie binnenshuis nooit luid mocht staan.
Op de plek waar mijn vader vroeger de rietopslag had (linkerfoto) ligt nu een parkeerplaats. Daar zat Jan op een bankje de drone te bedienen.
Vanaf de brug maakte ik een foto van het uitzicht naar het zuiden en naar naar en het noorden. Tegenover ons, aan de andere kant van het water, lag camping De Wilgenhof, die overigens nog steeds bestaat. In die jaren beleefden we daar veel gezellige momenten met de overbuurkinderen en de campinggasten.
Jan maakte met de drone deze prachtige overzichtsfoto’s. We hadden daar aan het water een fijn plekje en een heerlijke jeugd. We hadden een roeiboot, een punter, een zeilboot en een surfplank. Op de linkerfoto is aan de horizon een meer te zien: het Giethoornsche Meer. Daar ging ik altijd zeilen en surfen. Vaak voer ik er met de punter naartoe, terwijl ik de zeilboot of de surfplank achter de punter meesleepte. Met wat proviand aan boord kon ik er de hele dag op het water doorbrengen.
Jan heeft ook een filmpje met de drone gemaakt. Het opnemen was nog relatief eenvoudig, maar het bewerken achteraf kostte veel tijd. Ik ben Jan dan ook zeer dankbaar dat hij dat voor mij heeft gedaan!
Tijdens de herfstvakantie op Texel maakten mijn man en ik een prachtige wandeling door de Eierlandse Duinen. Hoewel ik hier eerder korte wandelingen heb gemaakt om tapuiten te fotograferen, was ik nog niet eerder zo ver het gebied ingetrokken. Ook voor mijn man was dit onbekend terrein. Leuk om dit dit stukje Texel samen te ontdekken.
Onderweg kwamen we tot onze verrassing nog bloeiende korenbloemen en koekoeksbloemen tegen. Op een duin stond deze forse parasolzwam.
Tijdens onze wandeling zagen we wel de ingangen van verschillende konijnenburchten, maar de bewoners zelf lieten zich niet zien. In de herfst en winter blijven konijnen vooral ondergronds, waar ze in hun burchten beschut zijn tegen kou en regen.
We wandelden langs duinmeren en mooie rietvelden.
Na een lange wandeling bereikten we uiteindelijk het strand. Via het strand liepen we terug in de richting van de vuurtoren. Maar daarover later meer.