Tijdens de fotosessie in het Fochteloërveen zag ik een dikkopje op een distel.

🦋

Iets verderop zag ik parende bruine zandoogjes.

🦋

Tijdens de fotosessie in het Fochteloërveen zag ik een dikkopje op een distel.

🦋

Iets verderop zag ik parende bruine zandoogjes.

🦋

Op een zondagmiddag ging ik ondanks het buiige weer toch even de natuur in. Ik koos voor een locatie met bloemen dichtbij de parkeerplaats. Dat bleek een verstandig besluit te zijn, want ik heb twee keer voor de regen moeten schuilen in de auto. Ik was op een van de parkeerplaatsen in het Fochteloërveen. Tussen het bloeiende gras zag ik een vlinder vliegen. Het bleek een koevinkje te zijn, een vrouwtje. Het viel nog niet mee om het onrustige koevinkje te fotograferen.

Het koevinkje behoort tot de familie van de zandoogjes. Het koevinkje zie ik onze contreien, in Noordwest Overijssel niet zo vaak vliegen.

Het koevinkje is een algemene standvlinder die vooral voorkomt op de zandgronden van Zuid- en Oost-Nederland. De laatste jaren worden er ook steeds vaker koevinkjes gezien in de duinen.

Een van de vele mooie fietstochten door Drenthe vind ik de route door Ansen en over de Anser Es.

Op de Anser Es heeft men vele akkers ingezaaid met rogge en insectenvriendelijke bloemen, zoals korenbloemen. Je kunt aan de neergeslagen bloemen wel zien dat er de dag ervoor felle buien met veel neerslag over de akkers is getrokken.

De insecten maakten dankbaar gebruik van de korenbloemen.




Nadat ik een tijdje bij de korenbloemen had gefotografeerd fietste ik verder om te gaan posten op een plek waar ik de vorige keer de geelgors had gezien. Ik ging in de berm zitten en wachtte rustig af. In afwachting van de geelgors maakte ik een foto van voorbijgangers.

En daar zag ik een vogeltje landden in het groen. Een geelgors. Inzoomend zag ik dat het mannetje een bloemetje had meegenomen voor zijn vrouwtje…

Doordat ik geduldig bleef wachten verscheen er nog een aantal keren een geelgors. Iedere keer had de vogel een snavel vol met voedsel.



Een paar weken geleden las ik op Twitter dat het zaak was om de bessenstruiken in de gaten te houden. Misschien zou er dan een bijzondere vlinder zijn te zien. En ja hoor, na lang speuren zag ik de bessenglasvlinder. Deze dagactieve nachtvlinder behoort tot de familie van de wespvlinders.

Deze vlinder zat overigens op een blad van een springbalsemien vlakbij de bessenstruiken. Op Waarneming.nl heb ik een melding gedaan van deze bessenglasvlinder in onze tuin.

Ik heb nog een aantal series te gaan met de fotografische hoogtepunten uit onze vakantie op Texel. Vandaag onderbreek ik echter die series door een actueel onderwerp en wel met een fotoserie van een meikever.
Vanwege het koude en natte voorjaar vliegen de meikevers dit jaar laat. Althans dat is mijn hypothese. In en rond onze tuin zijn de meikevers in de regel goed vertegenwoordigd. Het zijn niet meer zulke grote aantallen als jaren geleden, maar toch. Ze vliegen als het schemer wordt. Iedere avond als het bijna donker is sta ik op het balkon te genieten van de langsscherende meikevers en vleermuizen. Ik sta dan bewust in het donker. Meikevers gebruiken namelijk het maanlicht als een manier om recht te kunnen vliegen, van kunstlicht raken ze in de war. Ze vliegen dan rondjes om de lichtbron.

De volwassen meikever eet bladeren van allerlei loofbomen. Hij heeft een voorkeur voor zomereik, beuk en haagbeuk maar ook voor fruitbomen. Dat verklaart de wellicht de aanwezigheid van de vele meikevers in onze tuin. We hebben veel bomen in onze tuin waarvan de meerderheid hoogstamfruitbomen is.

Wat ons opvalt is dat de meikever een voorliefde heeft voor onze krulhazelaar. Deze hazelaar staat aan de rand van de vijver dichtbij onze veranda. Als we na een werkdag op een mooie zomeravond onder de veranda zitten dan zien we de meikever rond de krulhazelaar vliegen. Op een vooravond heb ik getracht een vliegende meikever vast te leggen. Dat viel nog niet mee. Ondanks de instelling (sportfotografie) heb ik er slechts twee redelijke foto’s uit kunnen slepen.

Bij meikevers zijn het vooral de vrouwtjes die heel erg veel eten. Mannetjes eten eerder weinig. Bij de zoektocht naar een vrouwtje, speelt dit gegeven ook een rol. De voelsprieten van mannetjes zijn erg gevoelig voor feromonen, geurstoffen die de vrouwtjes afscheiden. Maar hun voelsprieten zijn nog gevoeliger voor alcoholen, die vrijkomen uit beschadigde bladeren, bijvoorbeeld door etende vrouwtjes. Zo komt het dat de mannetjes in de eerste plaats afkomen op de geur van beschadigd blad en pas erna de feromonen van een vrouwtje in de buurt detecteren. In tegenstelling tot de meeste insecten, waar de mannetjes door de geurstoffen van de vrouwtjes gelokt worden. Bron is deze interessante site waar je alles leest over de meikever.

Dat verklaart dus het gedrag van het mannetje die voortdurend rond de krulhazelaar vliegt om vervolgens ergens tussen de bladeren te landen. Het mannetje vindt tussen de bladeren een vrouwtje. Ik heb ze een keer ‘betrapt’. Ik heb er een paar foto’s van gemaakt. Dat ging lastig vanwege de bladeren en ik wilde ze niet verstoren. De foto’s zijn gemaakt met het macro-objectief, vandaar de beperkte scherpte/diepte.


Het gebeurt ook wel dat een meikever uit een boom valt en op een lager gelegen gelegen plant of op de grond terecht komt.

Deze meikever belandde op een palmboompje.

In plaats van dat de meikever gewoon wegvloog bleef deze tussen de bladeren van de palm rondscharrelen. Toen ik even later weer ging kijken was de meikever toch gevlogen.

In het vorig bericht liet ik de bloemenpracht aan de fruitbomen zien. Het is nu aan de bijen om die ontelbare bloemetjes te bestuiven. Als de zon schijnt dan vliegen er inderdaad vele bijen van bloem naar bloem. Het bestuiven van de bloemen is niet hun hoofdtaak, de bestuiving vindt plaats terwijl ze bezig zijn het verzamelen van nectar en stuifmeel.

Bijen vliegen van maart t/m oktober. De bijen hebben het meeste baat bij bomen die veel nectar en stuifmeel leveren, de zogenaamde drachtbomen. De meeste bomen bloeien in het voorjaar en in de zomer. Zo ook in onze tuin. Ik leerde op deze site dat er een paar soorten zijn die tot in september nog bloemen kunnen geven en dan massaal door bijen worden bezocht. De bekendste, met toepasselijke namen zijn de honingboom (Sophora) en de bijenboom (Tetradium). Sinds de appelboom is omgewaaid is er een plek in onze achtertuin vrijgekomen. Op die plek zouden we wel een honingboom of bijenboom kunnen plaatsen.




Het zijn niet alleen de honingbijen die zorgen voor de bevruchting van onze fruitbomen. De grootste groep is de wilde bij. Er zijn ook enkele (nacht)vlindersoorten die baat hebben bij de fruitbomen. Tijdens of na de bloesem groeit het jonge blad aan de bomen. Vooral nachtvlinders hebben de appelboom of pruimenboom als waardplant. Sommige van deze vlinders kunnen voor een rupsenplaag zorgen, maar meestal is er een goed evenwicht omdat de vogels in dezelfde tijd hun jongen voeden. Vooral meesjes struinen fruitbomen af op zoek naar voedsel voor hun kroost.

In onze tuin zijn meerder nestkastjes bezet. Daarnaast zijn er nog vele nestjes in het struweel. Al die bekjes moeten wel gevuld worden en dan is het mooi meegenomen als ze daarvoor niet al te ver weg hoeven.



De ouden zijn dan ook volop aan het zoeken tussen de bloesem naar voedsel voor hun jongen.




Het huidige weertype is wel triest voor de (wilde) bijen. Op het moment van schrijven regent het en is het 12 graden. Ik heb net een rondje gemaakt door de tuin. Er is geen insect te bekennen. De vogels in onze tuin hebben zelf geen last van de regen. Gelukkig maar, want ze moeten ook gewoon door met het zoeken naar voedsel voor hun jongen.

In onze verhoogde bloembak in de achtertuin staan veel blauwe druifjes. Als het zonnetje schijnt en de temperaturen komen in de dubbele cijfers dan maken de bijen dankbaar gebruik van deze blauwe druifjes.

Vervolgens kan ik mij met de macrolens weer helemaal uitleven op de foeragerende bijen. De bloembak van zwerfkeien, gemaakt door de vorige eigenaar, is 60 cm hoog. Zittend op een laag krukje kan ik op een comfortabele manier de blauwe druifjes en de bijen vastleggen.



De grootste uitdaging vind ik om de bijen al vliegend vast te leggen. Na de eerste fotosessie heb ik er één acceptabele foto kunnen uitslepen. Voordat ik tijd had voor een tweede fotosessie sloeg het weer om. Bij regen, kou en harde wind is er geen bij meer te zien. Zo jammer.

Naast de vijver staat een Pieris japonica. De hommels maken dankbaar gebruik van de bloemen van deze grote struik. Het valt nog niet mee om acceptabele foto’s te krijgen van de foeragerende hommels. De drukke hommels kunnen zich prima verschuilen tussen de ontelbare bloemetjes.

Meestal zie je alleen de achterkant van de hommel. Slechts een enkele keer lukte het om ze in z’n geheel vast te leggen.

De grootste uitdaging was om ze vliegend vast te leggen.

Voor deze serie gebruikte ik mijn macro-objectief. De Canon body die ik daarvoor gebruik is de 80D. Deze body heb ik onlangs over kunnen nemen van mijn zus. Waar ik haar heel dankbaar voor ben.

Bij deze 80D kan ik ‘ongestraft’ een hogere ISO instellen zodat ik een hele korte sluitertijd kan bewerkstelligen. Dat laatste is een voorwaarde om een vliegende hommel vast te leggen. Daarnaast heeft de 80D meer voordelen ten opzichte van de 50D. Dat is de camera die ik eerst hiervoor gebruikte.

Allen een goed en zonnig weekend gewenst.
Tijdens de zachte dagen in de derde week van februari zag ik heel veel vuurwantsen tevoorschijn komen. Over een lengte van 6 meter zaten wel honderden vuurwantsen.

Normaal gesproken komen ze in mei tevoorschijn uit hun winterschuilplaats om een partner te zoeken. Het vrouwtje verspreidt een geur om zo een mannetje te lokken. Die geur schijnt voor de mens niet aangenaam te zijn.

Deze vuurwantsen zaten vlak boven de grond op het muurtje van zwerfkeien. Ook trof ik groepen vuurwantsen aan op de bladeren van de stokrozen. Op internet las ik dat vuurwantsen graag zitten in een Hibiscus, Acacia of Linde. Dat zou de aanwezigheid van de grote hoeveelheid kunnen verklaren, achter het muurtje van zwerfkeien staat namelijk een forse hibiscus.

De vuurwants is niet schadelijk. Sterker nog de vuurwants helpt om de tuin op te ruimen. Deze insect haalt namelijk zijn voedingsstoffen uit afgevallen bladeren en dode insecten.

Op het moment van schrijven meten we buiten een temperatuur van +1 graad en hadden we een nachttemperatuur van -1 graad. De vuurwantsen hebben zich wijselijk weer teruggetrokken in hun winterschuilplaats.
Door de extreem hoge temperatuur is de natuur in onze tuin tot leven gekomen. Ik ben zo blij als ik de bijen en de wilde bijen weer zie vliegen. Hoe meer hoe beter. Het zijn immers de bestuivers van onze hoogstamfruitbomen.

Maar voordat de bloemen van de fruitbomen zover zijn moeten ze zich eerst tegoed doen aan andere bloemen zoals deze krokusjes.


