‘Hoe God verdween uit Jorwerd’

Vanaf Boazum reden Jan en ik naar Jorwerd (Jorwert). Dat dorp had ik de avond daarvoor uitgekozen vanwege het boek van Geert Mak. Daar kom ik later op terug. Voordat we het dorp inreden zette ik de auto in de berm om een aantal foto’s te maken.

Even later stapten we uit de auto in het centrum tegenover ´Het Wapen van Baarderadeel. Nabij het etablissement staat op een bijzondere sokkel het beeld ´de Foardrager’. Op de sokkel zijn tegels aangebracht met daarop teksten en tekeningen over het dorp Jorwerd en haar bewoners. Het is een kunstwerk ter herinnering aan het 50-jarig bestaan van het Iepenloftspul Jorwert (Openluchtspel Jorwerd). Bron is deze site.

Op de gevel van ´Het Wapen van Baarderadeel´ herinnert een plaquette aan het boek wat Geert Mak in 1996 schreef, ´Hoe God verdween uit Jorwerd´. Het is een biografie van een dorp tijdens de stille revolutie tussen 1945-1995, toen het echte boeren langzaam ten onder ging. Geert Mak vertelt het verhaal van de boeren en het geld, van de kleine winkeliers en de oprukkende stad, van de kerktoren die instortte en de import die niet meer groette, van de natuur die terugkeerde en tegelijk verdween. Wat is er gebeurd op het platteland toen de machines kwamen, en de subsidies en de banken, en toen de echte boeren langzaam ten onder gingen? Mak beschrijft een historische omwenteling waarvan nu pas de omvang en de gevolgen zichtbaar worden.

Vanaf het café wandelen we naar de Redbadtsjerke (Sint-Radboudkerk). De toren stamt uit de elfde of twaalfde eeuw. Op zaterdagochtend 25 augustus 1951, om zeven minuten over vijf, stortte plotseling de toren in. In de jaren daarop is de toren herbouwd met fraai siermetselwerk, zoals dat ook bij de originele toren het geval was. Om de herbouw te financieren en te vieren werd in en vanuit het dorp het Iepenloftspul (openluchtspel) gehouden. Wandel maar met ons mee om de kerk.

Terwijl Jan fotografeerde op het kerkhof maakte ik een grotere ronde door het dorp. Na een tijdje voegde ik mij weer bij Jan die op dat moment zijn aandacht richtte op een Tsjerkepaad (kerkpad).

De Sint-Martinuskerk in Boazum

Na het bezoek aan de toren van Eagum reden Jan en ik naar Boazum. Daar parkeerden we auto op een pleintje vlakbij de Sint-Martinuskerk. Deze kerk had ik de avond daarvoor op internet ontdekt. Op een lijst met Friese kerken heb ik gezocht naar een van de oudste kerken in Fryslân. Deze kerk lag op onze route of beter gezegd, we hebben de route er op aangepast. Op Google Maps had ik vervolgens gezien dat deze kerk mooi is gelegen aan een grote poel.

Het eerste wat opviel, toen we op weg gingen naar de kerk, was het mooie grote huis aan deze kant van de poel. Dat moest haast wel een pastorie zijn of zijn geweest. Op internet vond ik informatie wat mijn vermoeden bevestigde…

Omstreeks 1868 boog het kerkbestuur over een benoeming van een nieuwe dominee. In 1869 koos men uiteindelijk voor ds. Klinkenberg uit Irnsum. Deze stelde tijdens de onderhandelingen de bouw van een nieuwe pastorie en de aanleg van een nieuwe tuin als voorwaarden voor zijn komst naar Boazum. Er was wel sprake van achterstallig onderhoud toch was de staat van de pastorie zo slecht dat de pastorie geheel moest worden afgebroken. Kennelijk beschikte de kerk door goede pachtopbrengsten over voldoende financiële middelen om aan zijn wensen te voldoen. Na ds. Klinkenberg hebben er vele dominees in deze pastorie gewoond. De laatste dominee die er woonde was ds. Palmboom. Hij overleed in 1960. Het mag een wonder heten dat deze pastorie niet ten prooi is gevallen aan projectontwikkelaars en is afgebroken. Boazum is nog steeds trots op deze mooi gelegen pastorie met mooie tuin. Achteraf vond ik het wel jammer dat ik niet meer foto’s van de pastorie hebben gemaakt zoals bijvoorbeeld van de andere zijde…

Na een aantal jaren leegstand werd de pastorie verhuurd aan een aannemer voor een symbolisch bedrag met de verplichting om het gebouw op te knappen. Ook de tuin werd goed onderhouden door deze huurder. Midden jaren zeventig is de pastorie gekocht door een particulier. Dat was de eerste die het huis en het erf kocht uit zeven eeuwen kerkelijk bezit. Bron is deze site. De poel is in 1914 ontstaan door het te diep afgraven van de terp.

Via de Tsjerkebuorren wandelen we naar de kerk. Nabij de kerktoren staan een aantal huizen. Door het luiden van de klok zit uitslapen op zondagochtend er wellicht niet in.

De kerk is veel groter dan ik me had voorgesteld. De Sint-Martinuskerk is gebouwd in de twaalfde eeuw en is een van de fraaiste dorpskerken in Fryslan. In de jaren 1938 tot 1948 is de kerk gerestaureerd. De kerk is vooral beroemd vanwege de muurschildering in het koor van de tronenede Christus, de Majestas Domini. Deze schildering is in 1941 bij de restauratie tevoorschijn gekomen. Bijzonder is dat Christus is afgebeeld zonder baard. Het orgel met de prachtig gesneden beelden stamt uit 1791. Het is gebouwd door Gottlieb Heinemann en Rudolf Knol. In 2012 is het gerestaureerd.

Boven de poort staat een tekst uit de Statenvertaling en wel Psalm 92 vers 14. ‘Die in het huis des HEEREN geplant zijn, dien zal gegeven worden te groeien in de voorhoven onzes Gods.’ In de Nieuwe Bijbelvertaling staat het beschreven als: ‘Ze staan geplant in het huis van de Heer, in de voorhoven van onze God groeien zij op.’

We maakten een rondje om de kerk. Oude grafstenen en nieuwe graven wisselden elkaar af. In de gevel zitten meerdere dichtgemetselde ramen en deuren. Wandel maar met ons mee.

Na de ronde om de kerk in Boazum stapten we in de auto om op weg te gaan naar het volgende dorp.

De kerktoren van Eagum

Een paar weken geleden was ik te gast bij mijn fotomaatje, Jan in Fryslân. We besloten om een ritje te maken langs enkele oude Friese kerken en torens. Ik had de avond daarvoor wat voorwerk gedaan en een aantal kerken/torens opgezocht op internet. En zo koersten we na de koffie als eerste naar de kerktoren in Eagum. Het zal door de witte kleur komen dat het torentje zo in het oog springt. Het is een baken in het vlakke Friese landschap. Waarom er alleen nog een toren staat en geen kerk heeft Jan op zijn weblog beschreven. Klik hier voor de geschiedenis van deze toren.

Jan en ik wandelden over het kleine kerkhof. Op Google Maps is goed te zien hoe klein deze begraafplaats is. Er zijn nog hele oude grafstenen waarbij de tekst nog amper is te lezen. Verder was er een grafsteen die bijna tot kunst is verheven. De steen met de tekst ‘Ta oantinken…myn leave frou…’ (In herinnering… mijn lieve vrouw…)

Ruim 50 jaar geleden heeft het Bittergenootschap Frisia van de Groninger studentenvereniging Vindicat bedacht dat de kerktoren van Eagum in het midden van de wereld staat. En voor wie het niet gelooft… “Eagum leit midden yn e wrâld. Sân tredden van e toer dêr is it middelpunt. Dy`t net leauwe wol kin it neitrêdzje.” (Eagum ligt in midden in de wereld. Zeven stappen vanaf de toren is het middelpunt. Wie het niet gelooft kan het narekenen.)

Met een gedenksteen, direct naast de toren, en een herinneringstegeltje wordt die plek gemarkeerd. Dat deze plek en de Groninger studenten een speciale band hadden bleek wel uit het feit dat elk jaar, tijdens de introductieweken, deze plek door de studenten werd bezocht. Op de tegel staat: 7 hoanestep fen en toer 7 – 10 – 1972 (7 hanenstappen van de toren…). Onlangs heeft de Vereniging hier bij de toren haar 185-jarig bestaan gevierd. De plaquette op de laatste foto herinnert daaraan.

Nadat we een rondje over het kerkhof hadden gemaakt wandelden we nog wat verder door deze kleine buurtschap. Buiten Eagum zette ik de auto nog even in de berm. Daar hadden we zicht op een klein stukje skyline van Leeuwarden. Op de foto is o.a. de Achmeatoren te zien. Nog een laatste blik op de toren zonder kerk van Eagum en toen vervolgen we onze weg…