Smaragdlibel

Bij water is altijd leven. Nadat ik bij het water de gevlekte witsnuitlibel, de grote keizerlibel en de grote oeverspin had vastgelegd wandelde ik al speurend verder over het pad.

Plotseling ‘dwarrelde’ er weer een onderwerp voor mijn ogen langs. Een libel liet zich min of meer vallen in het struweel. Ik richtte snel mijn macro-lens op de libel voordat deze weer zou wegvliegen.

Het was een opvallend en prachtige gekleurde libel en wel de smaragdlibel. De libel ging er niet direct weer vandoor, door de zoeker zag ik wat de mogelijke oorzaak was, er zat slijtage aan zijn vleugels…

Johannes schrijft op zijn site het volgende: ‘De smaragdlibel is een mooie glanslibel die vrij lastig van sommige familieleden te onderscheiden is. De vrouwtjes hebben een achterlijf wat overal even dik is, de mannetjes hebben meer een knotsvorm. In tegenstelling tot de metaalglanslibel ligt het zwaartepunt van de knots in de laatste segmenten, in plaats van in het midden. De smaragdlibel mist de gele vlekken aan de zijkant van het lichaam die wel voorkomen bij de zeldzame gevlekte glanslibel.

Verse exemplaren zijn groen met bruinige ogen, de wat langer vliegende dieren kleuren bruin uit en krijgen prachtig groene ogen. Ze komen voor bij vennen en laagveenmoerassen. De vliegtijd is van mei tot juli’. Dat laatste verklaart wellicht de slijtage aan de vleugels. Het was nog wel een uitdaging om de libel vanaf de voorkant te fotograferen, maar het is uiteindelijk wel gelukt.

 

Dolomedus plantarius of fimbriatus?

Terwijl ik langs een sloot liep in de Weerribben hoorde ik wat plonzen. Ik speurde in de sloot, maar kon de oorzaak van het plonzen niet ontdekken. Wel viel mijn oog op een hele grote spin. Ik ging er vanuit dat ik hier te maken had met de grote oeverspin oftewel Dolomedes plantarius. Ik had de uitzending gezien van  Vroege Vogels en wist dat ze een voorliefde hebben voor krabbenscheer en voorkomen in laagveengebieden zoals de Wieden en de Weerribben.

Na speurwerk op de computer kwam ik erachter dat er twee soorten spinnen zijn die lastig van elkaar zijn te onderscheiden. Naast de grote oeverspin is er ook nog de grote vlotterspin oftwel de Dolomedes fimbratius. Nu weet ik niet zeker welke soort spin ik heb vastgelegd. Wie het weet mag het zeggen…

Deze spinnen zijn groot. Ze kunnen aan de oppervlakte rennen of onder water zwemmen om prooien te vangen. Vaak heeft de spin zijn voorpoten op het wateroppervlakte om trillingen van prooien te detecteren. Als de spin zich bedreigd voelt, gaat hij zich in een luchtbel een uur lang onder water verbergen.

Op YouTube vond ik een mooi filmpje over de Dolomedus plantarius.