Paessens-Moddergat

Op zaterdag, tijdens ons familieweekend, splitsten we ons op in kleinere groepen. Onze zoon en ik kozen voor een wandeling bij Paessens-Moddergat. Deze ‘duo-dorpen’ aan de Friese zeedijk zijn vooral bekend door het visserijmuseum ’t Fiskershúske met haar in oude stijl teruggebrachte 18e eeuwse vissershuisjes. Wij kozen echter voor Het Wad en de vergane palenrij buitendijks. Als eerste stonden we stil bij het monument wat herinnert aan de ramp in 1883. Tijdens een zware storm kwamen 83 vissers om. In vrijwel elk huishouden vielen een of meerdere slachtoffers te betreuren.

Onze zoon leest de namen van de omgekomen vissers.

Vanaf de dijk hadden we mooi zicht over het Wad. Het was eb en dus waren er wadlopers op het Wad. Aan de horizon ligt het Waddeneiland, Schiermonnikoog. De veerboot ligt in de haven.

Nadat we hadden genoten van het uitzicht liepen we naar beneden. We wandelden langs de palenrij richting het water. Waar we vanwege ons schoeisel niet verder konden bogen we rechtsaf. Onze zoon vond de schapen wel leuk. Hij probeerde ze te aaien, maar dat lieten ze niet toe. Ik richtte mijn camera een tijdje op de huiszwaluwen. Ze verzamelden modder om daarmee hun nesten te maken. Althans die indruk kreeg ik, maar misschien zochten ze ook wel naar voedsel.

Tijdens onze wandeling kwamen we een paar keer een groep wandelaars met gids tegen. Ze waren op weg voor een excursie op het Wad. Na de ontmoeting met de jonge onderzoekers kwamen we weer uit bij de Waddendijk. Daar hadden de kinderen veel plezier met het rollen vanaf de dijk.

450 schapen en 95 lammetjes

Op een zonnige, maar winderige dag fietste ik weer naar Dwingelderveld. Ik genoot van het frisgroene bos en moest daar even een foto van maken.

Ook deze keer zag ik de schaapskudde grazen in de buurt van het fietspad niet ver van de schaapskooi. Het viel mij al meteen op dat de kudde groter was dan een week eerder.

Tevens ontwaarde ik een aantal lammetjes. Het viel mij op dat er veel minder lammetjes waren dan schapen.

De kudde werd op die dag gehoed door Anja en Finn. Anja kwam naar het fietspad om een praatje te maken. We kennen elkaar al een aantal jaren van het Dwingelderveld. Het is altijd leuk om elkaar weer te zien en weer bij te praten. De meeste voorbijgangers vinden het overigens leuk om een praatje te maken en om meer over de schaapskudde te horen.

Ik vroeg aan Anja hoe het zat met het aantal schapen en lammetjes. Anja vertelde dat er gedurende één week 3 rammen bij de ooien worden gelaten. Binnen die week worden er dus een aantal ooien gedekt. Het scheelt enorm veel werk dat er ‘maar’ 95 lammeren worden geboren in plaats van 450. Dit aantal is voldoende om de kudde in stand te houden. Natuurgetrouw worden de lammetjes buiten geboren. Wel binnen een afrastering die wolven-proof is.

De kersverse moeders met hun lammetjes blijven 2 weken in de schaapskooi. Nadien gaan ze weer mee met de kudde. Het is belangrijk dat de lammetjes meteen weten hoe het hoort en daarom neemt Anja tijdens de eerste periode één ervaren hond mee en dat is Finn. De lammetjes zijn nog klein en kunnen nog niet ver lopen. Om die reden blijft de kudde in de buurt van de schaapskooi. De schapen en lammetjes eten in deze periode voornamelijk gras. Een beetje regen zou welkom zijn, want het gras is behoorlijk schraal. In de schaapskooi worden ze bijgevoerd met hooi. Als straks in mei het pijpenstrootje tussen de heide begint te groeien nemen ze dat als voedsel tot zich.

Meestal is er voor Finn geen werk te doen. Op zulke momenten wijkt hij niet van de zijde van Anja. ‘Aan de voet.’

Terwijl de schapen al grazend steeds verder van de kudde afdwalen vergeten ze nog wel eens dat ze een lammetje hebben. Op een bepaald moment schiet het ze dan te binnen en gaan ze al blatend in een drafje naar de kudde terug om hun lammetje te zoeken. De lammetjes zijn voornamelijk aan het slapen of aan het spelen. Het lijkt erop dat ze dit doen binnen de kinderopvang…

Toen de kudde zich te ver uitspreidde en enkele schapen naar beschermde vegetatie dreigden te gaan werd het voor Anja tijd om in te grijpen. Volgens mij hoefde ze geen woorden te gebruiken en zag Finn aan haar lichaamstaal wat er van hem werd verwacht. Hij stoof richting de kudde, binnen een minuut had hij de 450 schapen en 95 lammetjes bijeen gedreven.

Na deze klus voegde Finn zich weer bij Anja en liepen ze gezamenlijk verder. Voor mij was het tijd om mijn fietstocht te vervolgen.