De Slufter

Na de wandeling in De Muy reden we naar De Slufter om daar een wandeling te maken. Wij zijn van mening dat als we op Texel zijn ook altijd wel even naar de Slufter ‘moeten’ vanwege het unieke karakter van dit gebied.

De Slufter is een uniek gebied dat in open verbinding staat met de Noordzee. Na een aantal mislukte pogingen om er een landbouwpolder van te maken, werd aan het begin van de 20e eeuw besloten het zeegat open te laten. Het Sluftergebied bestaat uit een krekenstelsel dat soms na een storm onder water staat. Je vindt er zouttolerante planten als zoutmelde, zeekraal, de geurige zeealsem en het lamsoor, waarvan de bloemen in de zomer het hele gebied paars kleuren. Het grootste deel van De Slufter wordt als vogelbroed en -rustgebied beheerd. Alleen het zuidelijke gedeelte is vrij toegankelijk. Je kunt vanaf de Sluftertrap het pad volgen tot aan het strand. In het noordelijke stuk broeden veel vogels, zoals eidereend, bergeend en kluut. In de Sluftergeul leven zeedieren als krabben, garnalen en platvis. Bron is deze site. Wandel maar met ons langs het krekenstelsel.

De volgende vogels heb ik kunnen fotograferen. Kanoet, man en vrouw. Eidereend, man en vrouw. Eidereenden met jongen. Veldleeuwerik. Tureluur.

Veldleeuwerik

Naast dit fietspad in Dwingelderveld sta ik regelmatig te genieten van de de zang van de veldleeuwerik.

Vanuit de vegetatie vliegt de veldleeuwerik plotseling al zingend omhoog. Dat opstijgen gaat best snel. Het is dan de kunst om de vogel door de zoeker in beeld te krijgen.

Als de veldleeuwerik weer op de grond landt dan zie je hoe goed ze gecamoufleerd zijn. Als ik deze niet had zien landen dan had ik deze vast niet gezien. Deze veldleeuwerik zette even zijn kuifje omhoog.

Op een vroege ochtend stond ik weer in alle rust om mij heen te kijken. Plotseling zie ik vlak bij mij een vogeltje rondscharrelen. Ook op onderstaande foto zie je hoe onopvallend ze tussen de begroeiing scharrelen.

Nu ik vaker in het veld ben zie ik nu beter het verschil tussen de piepers en een veldleeuwerik. Het werd mij al snel duidelijk dat dit een veldleeuwerik was.

Het was wel heel bijzonder dat dit vogeltje zich niets van mij aantrok en rustig doorging met het gescharrel.

Veldleeuwerik en geelgors

Nadat ik de fotoserie van de vink had gemaakt hoorde ik de zang van de veldleeuwerik. Onder uitbundige klinkende zag klom het vogeltje hoger en hoger. Het lukt me niet om dat vast te leggen. Het zijn de mannetjes die spectaculaire zangvluchten maken. Ze kunnen wel tot meer dan honderd meterr klimmen om vervolgens luid omlaag te vliegen om in de buurt bij het vrouwtje te landen. Een uitzonderlijk record ligt op 56 minuten. Helaas gaat het zeer slecht met de veldleeuwerik. Sinds 1960 namen de aantallen met 95% af. Daarmee is deze soort een van de grootste slachtoffers van de intensieve landbouw en verruiging van de duinen. Bron is deze site van de vogelbescherming. De veldleeuwerik lijkt op de graspieper en ik heb ze dan ook al meerder keren verward. Op deze bewuste dag was het toch echt de veldleeuwerik die ik had vastgelegd. Helaas landde het vogeltje te ver weg om er een acceptabele foto van te maken. Toch laat ik de foto hier wel zien omdat het in dit geval gaat om de waarneming. Ik ga de komende weken vast nog een keer op herhaling…

Even later hoorde ik het kenmerkende geluid van de geelgors. Ik stapte van mijn fiets om te kijken of ik het vogeltje kon ontdekken. Het was even zoeken, maar toen zag ik het vogeltje zitten in een boompje.

Een korte tijd later landde er een geelgors in het gras. Geen fotogeniek plekje, maar dat mag de pret niet drukken. Ik had mijn eerste geelgors van dit seizoen te pakken.

Nadat de geelgors voldoende had geposeerd zocht het een veilig heenkomen tussen het frisse groen.

De Slufter, leeuweriken en eidereenden


Op onze tweede vakantiedag op Texel was het overwegend bewolkt, maar wel prima wandelweer. Samen met onze kinderen ging ik naar de Slufter.

De Slufter is een uniek gebied dat in open verbinding staat met de Noordzee. Na een aantal mislukte pogingen om er een landbouwpolder van te maken, werd aan het begin van de 20e eeuw besloten het zeegat open te laten. Het Sluftergebied bestaat uit een krekenstelsel dat soms na een storm onder water staat.

Het grootste deel van De Slufter wordt als vogelbroed en -rustgebied beheerd. Alleen het zuidelijke gedeelte is vrij toegankelijk. Je kunt vanaf de Sluftertrap het pad volgen tot aan het strand. In het noordelijke stuk broeden veel vogels, zoals eidereend, bergeend en kluut. In de Sluftergeul leven zeedieren als krabben, garnalen en platvis.

Het lag in de planning om naar de zee te lopen. Op dat punt zouden we de andere familieleden treffen. Zij waren bezig met het eerste traject van een driedaagse wandeling langs de Noordzeekust. Na een tijdje bleek dat we het verkeerde pad hadden gekozen, we liepen ‘vast’ bij een vogelbroedgebied met hoog water. Bordjes en een touw gaven aan dat we niet verder mochten. In heb ingezoomd op de eidereenden met jongen die daar ronddobberden.

Door het hoge water konden we nergens oversteken en moesten we weer helemaal terug richting de ingang van de Slufter. Door de verrekijker zagen we de andere familieleden wel staan, maar het lukte dus niet om bij elkaar te komen.

Het mooiste aan een wandeling door de Slufter vind ik de zang van de veldleeuwerik. De veldleeuwerik klimt tot grote hoogte van soms meer dan honderd meter, waarna ze luid zingend omlaag vliegen om in de buurt bij het vrouwtje te landen. Klik hier voor het gezang van de veldleeuwerik. De veldleeuwerik staat als gevoelig op de rode lijst.

Een veldleeuwerik laat zich niet snel zien. Ze foerageren op de grond en ze drukken zich bij onraad. Een dag later maakt ik opnieuw een wandeling door de Slufter. Deze keer was ik alleen en wandelde door een rustig gedeelte van de Slufter. Er landde een vogeltje op een paaltje niet ver bij mij vandaan. Ik heb een fotoserie van het vogeltje gemaakt. Sinds een aantal jaren weet ik dat de veldleeuwerik en de graspieper heel veel op elkaar lijken. Ik vind het lastig om ze van elkaar te onderscheiden. Na lang wikken en wegen denk ik dat ik hier toch een veldleeuwerik ‘te pakken’ heb. Maar wie het zeker weet mag het zeggen…