Tijdens de Nationale Herdenking op 4 mei herdenken we de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, van oorlogssituaties en van vredesmissies. Op 5 mei vieren we 75 jaar vrijheid. Het zou een jaar worden met vele festiviteiten, maar het corona-virus zette een streep door de planning. Ik ben er van overtuigd dat de herdenking en de vrijheidsviering door de huidige moeilijke situatie extra betekenis gaat krijgen. In het kader van het herdenken en het vieren neem ik jullie mee naar het onderduikershol in Diever.
Het verhaal over dit onderduikershol leerde ik in het jaar 1981, het jaar dat mijn man en ik verkering kregen. Mijn schoonouders kwamen uit Diever en Dieverbrug. Geert Gerhardus Koster, één van de onderduikers was een broer van onze aangetrouwde tante. Toch heeft het nog tot juli 2018 geduurd dat we voor de eerste keer een bezoek brachten aan dit hol…
In de winter van 1943-1944 vatte de groep het plan op om bij een onopvallende zandheuvel in het dennenbos van Berkenheuvel een schuilplaats te bouwen. De knokploeg groef de heuvel uit, bouwde van de dennenstammen een hol en herstelde de zandheuvel in de oude vorm. Na een paar maanden hard werken was de schuilplaats gereed en verdwenen de verzetsmannen onder de grond. Eén van de leden, Fokke Hessels, was een verwoed lezer van Indianenverhalen. Daarom kreeg het onderduikerscomplex de naam ‘de Wigwam’.
Het hol was een centrum van illegale activiteiten. Van hieruit werden tal van nachtelijke expedities ondernomen, zoals een overval op het distributiekantoor van Dwingelo of de bevrijding van dorpsgenoot Rooks uit de plaatselijke politiecel, waarin hij gevangen was gezet nadat in zijn huis een joodse onderduiker was gevonden. Ook werden de bevolkingsregisters van Diever en Dwingeloo weggehaald en in De Wigwam ondergebracht. Soms zaten in het hol wel twintig illegalen verscholen. Ook logeerden hier geregeld Amerikaanse en Engelse piloten, wier vliegtuigen waren neergehaald. Zo arriveerde op 31 augustus 1944 de Amerikaanse boordschutter Harry A. Dolph en op 17 september 1944 de Amerikaanse staartschutter Jim Moulton. De knokploeg-leden beschouwden de geallieerde piloten als welkome gasten. Vaak bleven deze gasten enige tijd om de verzetsstrijders te instrueren over het gebruik van vuurwapens.
Op een nacht meldde de Fries Tjitze Wallinga, lid van de zogenaamde ‘wilde’ groep van Heerenveen, zich bij het hol om twee piloten over te nemen. Enige tijd later, in de vroege ochtend van 25 oktober 1944, werd Wallinga in het Friese Oosterwolde door een patrouille van de Sicherheitsdienst gearresteerd met een vuurwapen op zak. In Crackstate te Heerenveen werd hij onderworpen aan een zwaar verhoor. Hoewel hij eerst weigerde namen te noemen, kon hij de druk die de Sicherheitsdienst op hem uitoefende niet trotseren. Hij noemde de namen van een aantal verzetsmensen en gaf ook de locatie van het onderduikershol in Diever prijs.
Alle arrestanten werden naar Crackstate in Heerenveen gevoerd en via Amersfoort op transport gezet naar concentratiekampen in Duitsland. Slechts één man heeft het overleefd… Het hele verhaal staat op deze site.
Laten we herdenken, laten we vieren, niet alleen op 4 en 5 mei, maar alle dagen van ons leven!