Vorige week zag ik een ´anders dan anders´ vogeltje in onze achtertuin. Al snel had ik door dat het een bonte vliegenvanger was. Een dag later stond ik voor het raam naar de achtertuin te kijken. Toen zag ik het vogeltje met nestmateriaal naar een van de vele nestkastjes vliegen. Dat was een grote verrassing. Met de camera en het zoomobjectief heb ik mij verdekt opgesteld in de tuin en daar is deze serie uit voortgekomen.

Meerdere jaren verkende een bonte vliegenvanger een van de nestkastjes, maar tot het bouwen van een nestje in een kastje is het nooit gekomen. Dit jaar lijkt daar verandering in te komen…







De mannetjes van de bonte vliegenvanger hebben regelmatig twee vrouwtjes. Ze krijgen dit voor elkaar door na de paring met het eerste vrouwtje honderden meters verderop weer te gaan zingen om een tweede vrouwtje aan te trekken. Voor de zogenaamde ‘bijvrouwtjes’ is dit nadelig, Bij hen vliegen 20 % minder jongen uit dan bij het eerste vrouwtje. Het fenomeen dat een mannetje meerdere vrouwtjes heeft heet polygynie. Poly = veel en gunè = vrouwen. De Nederlandse term luidt ‘veelwijverij’.
