Catspoolder, Lendevallei

Vanaf het nieuwe fietspad, het Lindepad ging ik terug naar huis via het Catspoolderpad. Na de twee meter brede betonpad is het wel even wennen om op dit smalle asfaltpaadje te fietsen. Zeker bij tegenliggers is het goed opletten geblazen. Maar voordat we het pad op fietsen blijven nog even stilstaan bij het informatiebord…

In 2009/2010 is de Catspoolder in het kader van het Landinrichtingsproject ‘Beekdal Linde’ aangekocht en ingericht tot plasdrasgebied. Aansluitend is de poolder door de Provincie Fryslân overgedragen aan het It Fryske Gea. Sindsdien staat het gebied door een duiker in open verbinding met De Lende en voor een deel permanent onder water. Door het hogere waterpeil wordt ook de verdroging van de aangrenzende natuurgebieden verminderd. Verder is de oude petgatenstructuur met petgaten en legakker weer zichtbaar gemaakt. Bij overvloedige regenval is de polder een tijdelijk opvanggebied voor overtollig water.

Tijdens de herinrichting stuitte men op een verrassing, en wel op een enorme zwerfkei met een gewicht van 17.100 kilo. De zwerfkei is tijdens de voorlaatste ijstijd vanuit Scandinavië naar deze plek gevoerd. Het is een gneisgraniet, afkomstig uit de bergen in de omgeving van Tving in Zuid-Zweden. De kei is ongeveer 1400 miljoen jaar oud!

Links van het fietspad ligt het Botkerisservaot. Het deelgebied kreeg deze naam uit eerbetoon aan dr. Jacob Botke die zeer veel werk heeft verricht voor It Fryske Gea. De petgaten waren onderdeel van de eerste 80 ha natuur die ronde De Lende werden aangekocht. Om het geheel voor 26.000 gulden te kunnen aankopen werd een landelijke inzamelingsactie op touw gezet. Met succes. Bijzonder was de gift van 100 gulden door Koningin Wilhelmina. Met de aankoop is in 1940 de basis gelegd voor het huidige natuurreservaat ‘De Lendevallei’. Op de achtergrond zie je de toren van het kerkje in Peperga. Dit kerkje is niet meer als zodanig in gebruik. Het is verbouwd tot een B & B waar je vanaf ‘slechts’ 155 euro per nacht kunt overnachten.

Catspoolder, witjes en lieveheersbeestjes

Een paar weken geleden was ik op stap met Jan. Deze keer was hij te gast bij ons thuis. Na de koffie vertrokken we op verzoek van Jan naar het wolvenmonument in De Lendevallei. Jan heeft daar een bericht over geplaatst op zijn weblog. Na de fotoserie bij het wolvenmonument stelde Jan voor om naar een kijkhut in de buurt te gaan…

Dat was kijkhut De Catskieker. Ik was daar een aantal malen alleen geweest en het was leuk om daar nu samen met Jan te zijn.

Buiten de kijkhut stonden nog vele distels in bloei. Op de zonnige dag vlogen er ook nog veel witjes rond. Terwijl Jan zich vermaakte binnen de kijkhut heb ik een tijdje rond de distels en de witjes gestruind.

Toen ik onderstaand witje op de foto zette ontdekte ik ook enkele lieveheersbeestjes. Toen ik beter keek ontdekte ik er veel meer. Op internet las ik dat het ging om het Aziatisch lieveheersbeestje, waarbij meerdere varianten te zien waren.

Nog een laatste blik over de plas voordat we onze weg vervolgen naar onze volgende stop. Ik hanteer overigens geen chronologische tijdsvolgorde.

Vogelkijkhut Catskieker

Vandaag is het vervolg op deze serie. Rond zonsopkomst maakte ik een wandeling in de Catspoolder naar de vogelkijkhut Catskieker. De zon klom steeds hoger en wierp een rode gloed over het dunne laagje ijs.

Ik was daar voor de derde keer en weer viel het me op dat er iets “mis” is met de verhoudingen binnen deze kijkhut. Ik heb daar in januari 2020 ook al over geschreven op mijn weblog. De vloer en het bankje zijn namelijk te laag.

Met mijn 1.71 cm vind ik mezelf geen kleintje, maar toch kan ik niet over de rand heen kijken. Getuige onderstaande foto.

Als ik op mijn tenen ga staan dan heb ik het uitzicht zoals op de foto hieronder. Op de tenen staan houd ik niet lang vol. De opstapjes zijn te smal om daarop het evenwicht te kunnen bewaren. Als ik op het bankje ga zitten zie ik helemaal niets. Ik zal deze punten nogmaals onder de aandacht brengen bij It Fryske Gea, bijvoorbeeld op Twitter.

Een grote groep watervogels heeft met vereende krachten een wak open gehouden.

Ik zag kieviten, wilde eenden, krakeenden, brandganzen, grauwe ganzen, nijlganzen, een soepgans en een blauwe reiger. Maar de blikvanger was toch wel de zilverreiger.

Vogelkijkhut: Catskieker

Niet alle wilde zwanen waren er vandoor gegaan, daarom besloot ik nog een keer naar de vogelkijkhut terug te keren. Misschien zwommen ze nog dichtbij de hut en zou ik ze van dichtbij kunnen vastleggen…

Maar helaas. In de tijd dat ik met de auto van het Catspolderpad weer naar de vogelkijkhut reed waren ook de laatste wilde zwanen vertrokken. Er dobberden nog wat eenden rond en twee knobbelzwanen waren in de ochtendzonnetje bezig met hun toilet.

Ik besloot daarom maar in te zoomen op de prachtige nieuwe vogelkijkhut die de  naam: ‘Catskieker’ draagt.  Zie Google Maps. Kieker is Nedersaksisch voor kijker. De hut werd prachtig beschenen door de opkomende zon.

De hut is gemaakt van roestkleurig staal. Het oogt als een degelijke vogelkijkhut. Naar mijn mening zijn er wel een paar puntjes ter verbetering. De kijkgaten zitten net wat aan de hoge kant. Met 1.71 meter ben ik niet klein, maar toch moest ik op de tenen staan om foto’s te kunnen maken. Als je op de bankjes zit dan lukt het zeker niet om door de kijkgaten te fotograferen.De houten rand boven de grond ziet eruit alsof je daar op kan staan maar dat lukt niet, daarvoor is de rand te smal. De kier vlak boven de bestrating lijkt mij niet handig, door deze kier kan het vast flink gaan tochten. Persoonlijk zou ik de bestrating en de bankjes omhoog brengen.

 

Wilde zwanen

Vanochtend ging ik vroeg in de ochtend een fotokuier maken in de Catspoolder. Ik was bewust heel vroeg gegaan, omdat ik daar in de vroege ochtend op zondag enkele overvliegende wilde zwanen had gespot. Die foto’s zijn vanwege het bewolkte weer en de instelling op één van de camera’s niet goed gelukt…

Vanochtend hoopte ik dat ik de wilde zwanen weer zou treffen.  Mijn eerste stop was wederom bij de plas tussen De Blesse en Wolvega.

Na bovenstaande korte stop reed ik verder naar de nieuwe vogelkijkhut in de Catspoolder. Ik liep onderaan de dijk naar de vogelkijkhut. De vogelkijkhut zet ik een volgende keer in de kijker.

Vanuit de kijkhut zag ik een groep wilde zwanen. Ze zwommen mooi in het ochtendrood. Helaas zaten ze op flinke afstand van de vogelkijkhut en tot overmaat van ramp zwommen ze nog verder bij de hut vandaan. Gelukkig had ik op het laatste moment mijn Nikon met sterke zoom in mijn fototas gestopt en dat kwam nu goed van pas.

De wilde zwaan is een wintergast in Nederland. Ze broeden in Fenno-Scandinavië en Rusland en overwinteren op Nederlandse weiden en op wateren in het duingebied. Wilde zwanen zijn slanker dan knobbelzwanen en groter dan kleine zwanen. De wilde heeft een grote, driehoekige gele plek op de snavel. Sinds 2005 broedt de vogel in Nederland. Sindsdien werden enkele jongen in ons land groot. Bron: site van de vogelbescherming.

En deze portie buitenlucht van anderhalf uur had ik maar mooi te pakken voordat mijn werkdag in het ziekenhuis begon. Dit is voor herhaling vatbaar.