Dauwdruppels in Terhorsterzand

Op 13 juli had ik wederom mijn wekker vroeg gezet. Op deze ochtend ging ik naar Terhorsterzand.

De biezen waren behangen met spinnenwebben met pareltjes.

Aan de rand van dit ven hingen tientallen juffers te wachten totdat de opkomende zon hun dauwdruppels zou laten verdwijnen…

Op zo’n moment kan ik er geen genoeg van krijgen. De natuur op z’n mooist.

 

 

Weidebeekjuffer

Ik werd getipt door mijn vriendin over een stroompje in Drenthe waar de weidebeekjuffer zou zijn te vinden. Ik ging op zoek. Het was wellicht te bewolkt en winderig, want de weidebeekjuffer liet zich niet zien. Op een zonnigere dag ging ik weer op stap. Na lang wachten zag ik tot mijn grote vreugde een weidebeekjuffer vliegen. Het mannetje landde op de beplanting ver bij mij vandaan…

Even later had ik meer geluk. De juffer landde op een blaadje op een plaats die ik met de macrolens zou kunnen benaderen. Ik ging behoedzaam te werk, want de weidebeekjuffer is van zichzelf wat ‘verlegen’.

De juffer vloog zo nu en dan op maar kwam terug en landde op hetzelfde blaadje.

Toen de juffer wat langer achter elkaar bleef zitten heb ik met de macrolens enkele details vastgelegd.

Na de uitgebreide fotosessie hebben we elkaar nog een keer goed in de ogen gekeken en toen werd het tijd om afscheid van elkaar te nemen…

Pantserjuffer met dauwdruppels

Op een dag was ik in alle vroegte op de Dwingelderheide. Het was nog een klein beetje mistig en dat gaf een bijzondere sfeer.

Na lang speuren vond ik een juffer met een bescheiden aantal dauwdruppels. Het was een pantserjuffer, een vrouwtje.

Ik twijfel of het de gewone pantserjuffer is of de tengere pantserjuffer. Dat laat ik maar over aan de experts.

 

Ik ga vast nog wel vaker vroeg op stap om te proberen juffers met heel veel dauwdruppels te fotograferen. Als we wat verder in het jaar zijn en de nachten kouder worden dan krijgen we vaker mist in de vroege ochtend. Dan wordt de kans op juffers met veel dauwdruppels groter.

Vlinders in de Weerribben

We hoopten tijdens onze fotokuier in De Weerribben de grote vuurvlinder en de grote weerschijnvlinder te zien, maar dat feest ging niet door. Ik laat hier de vlinders zien die we wel tegenkwamen. Op onderstaande foto wandelden we over een pad waar naast het pad vele kale jonkers bloeiden. De kale jonkers werden druk bezocht door diverse vlinders.

Hieronder staan diverse vlinders. De namen staan bij hun foto vermeld.

De rups van een dagpauwoog kwam ik tegen op dezelfde dag dat ik de serie van de ijsvogel maakte. Deze rups krijgt vandaag een plekje op mijn weblog in deze serie met o.a. de dagpauwoog.

Het landkaartje in zomerkleed heb ik één keer zien vliegen en landden. Ik kon er slechts twee foto’s van maken.

Op de cover

Begin mei werd ik benaderd door Gabriëlle van LBL met de vraag of ze mijn foto van de hommel op de stokroos mochten gebruiken voor het zomernummer van Staatsbosbeheer. Ze had de foto op internet gevonden.

Het was een foto die ik gepubliceerd had op mijn oude weblog in de tijd dat ik de foto’s bij Photobucket onderbracht. Klik hier voor dat logje over de stokroos en de hommel. Jarenlang kon je bij Photobucket je foto’s gratis onderbrengen om ze vervolgens via een link te hosten op sites van derden. In eerdere jaren zijn er wereldwijd miljoenen foto’s bij Photobucket ondergebracht.  In juni 2017 introduceerde Photobucket stilletjes een jaarlijkse vergoeding van $ 399 om afbeeldingen in te sluiten. De foto’s gingen ‘op zwart’ totdat men ging betalen. Photobucket kreeg met die actie de hele wereld over zich heen. Men was niet bereid om zoveel geld te gaan betalen. Door alle opspraak plaatste Photobucket de foto’s terug, maar dan wel met een watermerk dwars over de foto’s. Zie ook deze site. Ik ben nooit tot betaling overgegaan.

Maar nu weer terug naar het verzoek van Gabriëlle. Ondanks dat er een groot watermerk op de foto staat wist ze de foto wel te vinden en te waarderen. Op haar verzoek mailde ik haar de originele foto.

De foto is gebruikt voor een artikel over de wilde bij. Het artikel gaat het over het belang van de wilde bij als bestuiver. Op de rode lijst van de Nederlandse bijen staat 55 procent van het totaal aantal wilde bijensoorten en dat is enorm veel. Het artikel is te lezen in de digitale versie. Klik hier voor het digitale magazine.

Ik vind het wel een interessant blad. De foto komt op het blad niet mooi naar voren. De kleuren zijn vaal. Jammer.

 

Kleine vuurvlinder

Terwijl ik zat te posten bij de grauwe klauwier landde er een klein vlindertje bij mijn voeten. Al snel zag ik dat het de kleine vuurvlinder was.

Ik verruilde mijn Nikon bridgecamera voor de Canon met macro-objectief.

In tijgersluipgang kwam ik steeds dichterbij de kleine vuurvlinder. Ik leg ze liever vast terwijl ze op een bloem zitten in plaats van op een rommelige bodem, maar ja je hebt het niet altijd voor het zeggen.

 

 

Icarusblauwtje

Als ik ga fietsen in bijvoorbeeld Dwingelderveld neem ik twee camera’s mee. De lichtgewicht Nikon bridgecamera hang ik om mijn nek en rechterschouder. Die heb ik dan snel bij de hand als ik bijvoorbeeld een vogel zie. Tevens gebruik ik de Nikon voor het maken van landschapsfoto’s. De Canon spiegelreflex met macro-objectief heb ik in de fietstas. Die pak ik als ik bijvoorbeeld een vlindertje zie vliegen.

Ik maakte een fietstocht in Dwingelderveld. Ik had net een fotoserie gemaakt van de fitis met een snavel vol met voedsel en wandelde verder met de fiets aan de hand. Plotseling zag ik rond de bloeiende braamstruiken een blauwtje vliegen. Ik ‘parkeerde’ mijn fiets en pakte mijn body met macro-objectief en ging op jacht. Het vlindertje liet zich niet eenvoudig vangen. Iedere keer als ik in de buurt kwam ging het blauwtje een paar meter verderop zitten.

Maar de aanhouder wint, het lukte om dichterbij te komen. De vlinder spreidde tijdens het foerageren enkele malen de vleugels. Op de computer kon ik met zekerheid vaststellen dat het een icarusblauwtje was en wel een vrouwtje.

In de buurt van het blauwtje, op een andere bloem zat een grote mier. Toen de mier zijn eigen bloemetje had afgestruind ging hij naar het bloemetje van het blauwtje. Het icarusblauwtje liet zich gemakkelijk verjagen.

Met een blij en voldaan gevoel stapte ik weer op de fiets op weg naar de volgende uitdaging…

Een hooibeestje en een groentje

Vorige week maandag zou het mooi weer worden, maar dat viel vies tegen. Het tijdstip dat de zon zou gaan schijnen schoof steeds verder naar achteren.

Behalve dat het bewolkt was, stond er ook een stevige wind. Niet bepaald weer voor macro-fotografie. Toch stopte ik ook mijn camera met macro-lens in de fietstas. Achteraf bleek dat niet voor niets te zijn. Vanaf de schapen en de geiten volgde ik het fietspad naar de telescoop.

Daar sloeg ik rechtsaf het schelpenpaadje op en fietste ik over de grote, stille heide.

Onderweg maakte ik meerdere stops. Tijdens een van die stops zag ik een heel klein vlindertje fladderen. Het bleek te gaan om een hooibeestje. Dit vlindertje koos steeds een plekje tussen de begroeiing op de grond. Het is voor mij de eerste keer dat ik een hooibeestje heb gefotografeerd.

Bij een volgende stop zag ik enkele groentjes vliegen. Het waren onrustige vlindertjes. Uiteindelijk zocht een groentje een plekje in een boom boven mijn hoofd. Ik heb slechts één acceptabele foto van het dartele vlindertje kunnen maken.

Sint-jacobsvlinder

Terwijl Jan op  het Afanja-bankje  zat bij te komen van zijn macro-avontuur wandelde ik een eindje verder naar het noordelijke pad in de hoop daar juffers, libellen en andere insecten aan te treffen.

In het hoge gras vlogen vele juffers en lantaarntjes. Zien vliegen is een eerste, maar acceptabel vastleggen is een tweede. Ik denk dat dit een azuurwaterjuffer is.

Het aantal insecten op het fluitenkruid viel vies tegen er zat er welgeteld één. Het was wel een bijzondere insect,  althans voor mij een bijzondere. Bij mijn weten had ik deze nog niet eerder voor de lens gehad. Pas op de computer leerde ik dat het waarschijnlijk ging om de grote dansvlieg (Empis tessalata). Zie deze site.

Na deze fotosessie liep ik weer terug richting het bankje. Plotseling zag ik iets roods voorbij vliegen. Het was de sint-jacobsvlinder.

De sint-jacobsvlinder is een opvallende verschijning door de zwarte voorvleugel met twee rode stippen langs de achterrand en zowel langs de voor- als langs de binnenrand een rode streep. De achtervleugel is rood met zwarte randen. De sint-jacobsvlinder is  een overdag actieve nachtvlinder. De vlinder vliegt van begin april tot half augustus in één generatie. De periode waarin de vlinders uitkomen is vrij lang, zodat vlinders en rupsen tegelijkertijd kunnen voorkomen. De vlinders vliegen overdag en zijn gemakkelijk te verstoren. Ze komen ook wel ´s nachts op het licht af. De soort, die vroeger vooral veel in de duinen aanwezig was, heeft zich de afgelopen 30 jaar uitgebreid en komt nu in een groot deel van het land voor. In de kleigebieden in Friesland en Noord-Holland is de vlinder wat minder wijdverbreid. Bron is deze site.

Het viel niet mee om deze vlinder van dichtbij te benaderen. Als ik met de macrolens in de buurt kwam ging hij er weer vandoor. Aanvankelijk zat de vlinder in de beplanting naast het pad. Uiteindelijk vloog hij naar een gedeelte waar ik niet mocht komen. Op dat moment eindigde voor mij de ‘jacht’ op deze vlinder.