Opnieuw naar de weidebeekjuffer

Vanaf de Hoogeweg vervolgden Jan en ik onze weg naar Kuinre en wel naar de Hopweg. Aan de Hopweg had ik eind augustus een fotoserie gemaakt van de weidebeekjuffer. Ik hoopte van harte dat ik ze deze keer zou kunnen laten zien aan Jan. Hij had ze nog nooit in het echt gezien. We hadden geluk, ze waren er nog.

Tussen zien en fotograferen zit nog wel een wereld van verschil. Ze fladderden voortdurend rond. Zo nu en dan ging er eentje zitten op een grasspriet naast het water. Een dergelijk plekje was dan niet altijd met de camera te bereiken. Jan staat op bovenstaande foto dan ook te speuren en af te wachten op het moment suprême.

We stonden beiden op een andere plek opgesteld. Ik had geluk dat er een paringswiel voor mij in beeld verscheen. Bij het fotograferen had ik wel wat last van een grasspriet, zo kwamen de ogen van het mannetje niet mooi in beeld. Toch ben ik blij met deze foto’s, want een paringsrad van de weidebeekjuffers had ik nog niet in mijn archief.

Ik was eigenlijk verbaasd dat er zo laat in het jaar nog een paringswiel viel waar te nemen. De warme temperaturen zullen mogelijk hebben meegespeeld. Ik kon op internet niet vinden waarom het mannetje het achterlijf omhoog houdt. Ik vermoed dat het is om een vrouwtje aan te trekken, maar dat kan ik niet wetenschappelijk onderbouwen. Ik las namelijk een soortgelijk verhaal over de bosbeekjuffer op deze site.

Even later had ik wederom geluk, een mannetje landde op een mooi plekje en spreidde van tijd tot tijd zijn vleugels.

Dit was een geslaagd doel voor onze gezamenlijke fotokuier!

Paringswiel

Een paringswiel van de zwarte heidelibel. Ik heb ze een tijdje gevolgd, maar een fotogeniekere plek zat er niet in.

Dan de bloedrode heidelibellen, die kozen een mooier plekje uit. Gefotografeerd in Woldlakebos in Nationaal Park Weerribben-Wieden.

Een paringsrad bij het zuidelijke ven

Een tijdje geleden nam mijn fotomaatje, Jan mij mee naar het zuidelijke ven in het  Weinterper Skar.

Ik maakte eerst een aantal foto’s van het prachtige uitzicht over het ven. Tientallen libellen scheerden over het water en de oever. Stilzitten was er niet bij.

Terwijl Jan zijn fotografie afwisselde met rustmomenten op het vissersstoeltje ging ik ‘op de struun’ met de camera met macro-lens. Een paartje watersnuffel was bezig met hun voortplanting. In een paringsrad vlogen ze driftig rond. Uiteindelijk kozen ze voor een mooi plekje zodat ik ze kon vastleggen.

Een stofje in het oog of zwaaide het mannetje even vriendelijk naar de fotograaf?

De laatste juffers

Terwijl ik de koeien in Terhorsterzand fotografeerde (zie dit logje) en daar ter plekke enkele foto’s en berichtjes op Twitter plaatste kreeg ik een appje van mijn fotograferende vriendin of ze nog even koffie moest brengen. Door mijn berichtjes op Twitter was ze er namelijk achter gekomen dat ik aan het fotograferen was in Terhorsterzand. En zo gebeurde het dat ik even later aan de warme koffie zat op een bankje op de heide. Mooier kun je het niet krijgen.

Vlak voordat ze kwam had ik aan de rand van het ven een juffer ontdekt.

Even later zagen we nog een paar juffers, waaronder een paringswiel. Of er van paren veel terecht kwam weet ik niet want het paartje zag er versleten uit.

Na het fotograferen van de juffers lieten we het ven achter ons en vervolgden we het pad in oostelijke richting. De heide was bijna uitgebloeid, maar was nog steeds mooi om te zien. Op dit gedeelte van Terhorsterzand was ik nog niet eerder geweest en was dan ook aangenaam verrast door de schoonheid van dit gedeelte.

Als je even stopt voor een foto met de macrolens is er meestal wel een krasser die voor je voeten wegspringt. Deze wilde wel even voor me poseren.

Na een mooie wandeling kwamen we aan het gedeelte waar de klokjesgentiaan staat. Helaas hebben we op de vele klokjes geen eitjes van het gentiaanblauwtje kunnen ontdekken. We waren enigszins verbaasd dat er nog steeds klokjes in de knop stonden. De theorie over de schaarse aanwezigheid van de eitjes op de klokjes is dat de vlinders vroeg waren dit jaar en de klokjesgentiaan wat later is gaan bloeien. Ze zijn elkaar als het ware ‘misgelopen’.