Met een zonsondergang bij het vakantiehuis sluit ik de serie over ons verblijf op Texel af.

We hebben genoten en we hopen volgend jaar weer naar Texel te gaan.





Met een zonsondergang bij het vakantiehuis sluit ik de serie over ons verblijf op Texel af.
We hebben genoten en we hopen volgend jaar weer naar Texel te gaan.
Op de laatste dag van de vakantie op Texel maakten we een wandeling in De Hors. Nadat wij de auto hadden geparkeerd en net waren begonnen aan onze wandeling reed er een bus langs van de Koninklijke Marine. Aan het einde van die weg is de militaire basis Joost Dourlein gevestigd.
De Hors is een bijzonder landschap.
In dit bijzonder landschap waren een man en een vrouw bezig met een fotoshoot of video-opname.
Aan de horizon ligt Den Helder.
Toen we weer terug waren bij de auto vloog er een torenvalk over. In de regel vliegen ze bij mij vandaan, maar deze torenvlak bleef juist dicht in de buurt ´bidden´.
En met 400 mm tele op een kropcamera kon ik deze mooi dichtbij trekken.
Op Wagejot op Texel broeden heel veel vogels. Het is dan ook een plekje waar ik graag kom. .
Terwijl ik daar stond streek er een grutto neer.
De grutto zocht in het slik naar voedsel.
Even later stapte de grutto op een eilandje en ging daar verder met het zoeken naar voedsel. De bergeend keek vanaf een afstandje toe.
Op het eilandje stonden ook orchissen. De grutto liep voortdurend met de kop naar beneden op zoek naar een lekker hapje. Het was dus wel een kunst om snel een foto te maken als de kop omhoog ging. Ik hoopte dat de grutto richting de orchissen zou lopen zodat ik ze samen op de foto zou krijgen. Mijn wens kwam uit…
De lepelaar heb ik leren kennen op Texel… Ruim 40 jaar geleden kreeg ik verkering met mijn huidige man. Zijn ouders hadden toen een stacaravan op Texel. Mijn man kende Texel op zijn duimpje, het was zijn tweede thuis. Voor mij was Texel nieuw. Maar ook ik heb mijn hart verpand aan dit Waddeneiland. Het was in die jaren dat ik de lepelaar leerde kennen. Bij de Horsmeertjes op Texel broedde een kolonie lepelaars. In die jaren gingen we steevast een bezoek brengen aan het uitkijkpunt om met een verrekijker naar de lepelaars te kijken. Ze zaten ver weg en zelfs met een verrekijker zag je niet veel details. Tegenwoordig is het waarnemen van een lepelaar op Texel niet meer uitzonderlijk. Onderstaande lepelaar stond in Waalenburg.
Heel vroeger waren de broedkolonies in Nederland vrijwel alleen te vinden in moerasgebieden op het vasteland. Rond 1900 werd de populatie geschat op ongeveer 1000 paren. Door het overmatige gebruik van pesticiden in de jaren ’50 en ’60 daalde de broedpopulatie drastisch tot minder dan tweehonderd paren. Gedurende de jaren ’70 en ’80 trad er langzaam herstel op. Nu zijn er ruim 2.500 broedparen. De Nederlandse populatie lepelaars is uniek, in andere landen in Noordwest Europa broeden ze nauwelijks. Lepelaars bevinden zich van februari tot september/oktober in Nederland. Via Franse en Spaanse moerassen trekken ze naar winterkwartieren langs de West-Afrikaanse kust (vooral Banc d’Arguin). Lepelaars broeden in moerassige gebieden, dichte rietkragen of moeilijk bereikbare bomen en struiken, maar ook op kwelders.
Deze ouder en jong foerageerden in Waalenburg. Dat het een jong is dat zie je aan de snavel die nog niet is uitgekleurd naar zwart.
Ook zie je regelmatig lepelaars overvliegen. Meestal zag ik ze te laat, want dan waren ze al boven mijn hoofd en op het moment dat ik de camera had gericht waren ze al een flink eind weg. Tot het moment dat ik een groepje lepelaars zag aankomen. Ik was op tijd met mijn camera en 400 mm tele en kon ze op acceptabele afstand fotograferen.
Na de wandeling in De Muy reden we naar De Slufter om daar een wandeling te maken. Wij zijn van mening dat als we op Texel zijn ook altijd wel even naar de Slufter ‘moeten’ vanwege het unieke karakter van dit gebied.
De Slufter is een uniek gebied dat in open verbinding staat met de Noordzee. Na een aantal mislukte pogingen om er een landbouwpolder van te maken, werd aan het begin van de 20e eeuw besloten het zeegat open te laten. Het Sluftergebied bestaat uit een krekenstelsel dat soms na een storm onder water staat. Je vindt er zouttolerante planten als zoutmelde, zeekraal, de geurige zeealsem en het lamsoor, waarvan de bloemen in de zomer het hele gebied paars kleuren. Het grootste deel van De Slufter wordt als vogelbroed en -rustgebied beheerd. Alleen het zuidelijke gedeelte is vrij toegankelijk. Je kunt vanaf de Sluftertrap het pad volgen tot aan het strand. In het noordelijke stuk broeden veel vogels, zoals eidereend, bergeend en kluut. In de Sluftergeul leven zeedieren als krabben, garnalen en platvis. Bron is deze site. Wandel maar met ons langs het krekenstelsel.
De volgende vogels heb ik kunnen fotograferen. Kanoet, man en vrouw. Eidereend, man en vrouw. Eidereenden met jongen. Veldleeuwerik. Tureluur.
Tijdens onze vakantie op Texel maakten we een wandeling in De Muy.
De Muy is een jong duingebied waar de invloed van het zoute water verdwenen is. In tegenstelling tot in De Slufter is de mens er hier wel in geslaagd om een stuk strand in te polderen. Er is een dijkje aangelegd dat het gebied van de zoute Sluftervallei scheidt. Doordat er later nieuwe stuifdijken op het strand zijn aangelegd, steeg het grondwater en ontstond de Muyplas. Bron is deze site.
Toen we de hoek om gingen zagen we dat we een probleempje hadden. De kudde Galloway stond in de buurt van het pad. Mijn doel lag aan het einde van dit pad. Daar lag namelijk de poel waar ik vorig jaar de kwakende kikkers heb gefotografeerd. Dan zou ik wel langs de kudde moeten. Mijn man was heel resoluut, hij ging er niet langs. Ik twijfelde.
Terwijl ik nog stond te dubben kwam er een echtpaar aanfietsen. Ze stapten af, overlegden samen en wandelden vervolgens tussen de kudde door. Onderwijl maakten ze nog een aantal foto’s. De koeien reageerden niet op hen. Het jong ging rustig door met drinken en de rest ging geen stap aan de kant.
Dat gaf mij moed en ik besloot het te wagen. Ik liep echter niet vlak langs de koeien, maar zo ver mogelijk bij hen vandaan. Ondertussen maakte ik snel een aantal foto’s.
Toen ik aan de andere kant was werd ik teleurgesteld, er was daar geen kikker te bekennen. Mijn missie was dus voor niets. Er kwam uit tegenovergestelde richting een man met een aangelijnde herdershond aan gejogd. Ik was benieuwd of hij de kudde zou passeren. Hij stopte vlak bij mij en drukt mij op het hart om niet door de de kudde te wandelen. Hij ging rechtsomkeer. De man wist niet dat ik er al tussendoor was gelopen en ik moest wel dezelfde weg terug. Er was geen alternatieve route. De man had mij bang gemaakt, terwijl ik even daarvoor nog vol zelfvertrouwen was. Zo blijkt maar weer hoe dat werkt in het leven. Door de wandelende fietsers had ik vertrouwen gekregen, door de man met de hond werd ik bang gemaakt. Ik gebruik deze ervaring weer bij het coachen van stagiaires op mijn werk.
Ondanks mijn angst ben ik er wel weer tussendoor gegaan.
De kluut wordt op Texel veel waargenomen. Bij Wagejot kwam ik deze kluut tegen.
Hij foerageert lopend in de modder en ondiep water met heen en weer zwaaiende bewegingen van de kop.
En soms gaat de kop helemaal onder met een heuse boeggolf als gevolg.
Kluten foerageren het liefst in water met een fijne sliblaag. Op de foto is het spoor wat ze dan achterlaten goed te zien.
Ze eten het liefst insecten, kreeftachtigen en wormen.
Na een tijdje zocht de kluut zijn heil elders.
Wagejot is momenteel in het nieuws vanwege het roze gekleurde water. De oorzaak is een zeldzame combinatie van droogte, zoutgehalte van het water en daarin levende micro-organismen. Zie deze site van Natuurmonumenten.
Vandaag vervolgen we de wandeling in natuurgebied, De horsmeertjes op Texel.
Ik kwam twee vrijwilligers van Natuurmonumenten tegen, ze tipten mij over de duinparelmoervlinder. En inderdaad, even later zag ik deze zeldzame vlinder zitten op de kale jonker. De duinparelmoervlinder komt vooral voor in de duinen van Noord-Holland en op de Waddeneilanden.
De duinparelmoervlinder is een vlinder uit de familie Nymphalidae evenals de weerschijnvlinder die ik hier gisteren liet zien. De duinparelmoervlinder vind ik wel veel op familielid, de zilveren maan lijken. Van beide vlinders vind ik de onderkant minstens zo mooi als de bovenkant van de vleugels. Ik moest bij deze vlinder veel geduld hebben, de vlinder vouwde de vleugels namelijk weinig samen en als dat gebeurde was dat heel kort. De duinparelmoervlinder foerageerde voornamelijk op de klaver.
Een van mijn lievelingsgebieden op Texel is De Horsmeertjes. Tijdens de vakantieweek heb ik er twee keer een wandeling gemaakt. De eerste keer alleen en de tweede keer samen met mijn man. Het eerste gedeelte van het traject voert over een breed fiets/wandelpad. In de bosschage aan weerszijden van het pad zitten veel zangvogels.
Halverwege het pad zijn er een aantal doorkijkjes waarbij je mooi kunt uitkijken over een van de twee horstmeren. Op onderstaand punt gaat het geasfalteerde pad over in enkele zandpaden.
Ik koos het pad langs een nat stukje natuur met een rijke en kleurrijke vegetatie.
Daar bloeiden o.a. diverse soorten orchissen. Ik leerde van Rudi dat het best lastig is om ze op naam te brengen, daarom begin ik er maar niet aan om de soorten te noemen.
Ik wandelde door het duingebied. Vorig jaar fotografeerde ik op deze plaats een paar keer de blauwborst. Zie hier en hier. Dit jaar heb ik de blauwborst niet gezien. Ook andere mensen waar ik mee aan de praat kwam hadden de blauwborst tijdens die dagen niet waargenomen.
Tijdens mijn wandeling over dat pad zag ik veel rupsen van de grote beer. Verder zag ik nog een kleine vos, een sint-jacobsvlinder, een distelvlinder en een gamma-uil.
Zoals ik in het vorige bericht al schreef maakten we een wandeling bij De Volharding op Texel.
We liepen eerst een stukje over het strand langs de Waddenzee.
Toen we achterom keken richting de vuurtoren zagen we dat het weer begon op te klaren. Dat zag er veelbelovend uit.
Na een paar honderd meter langs het strand te hebben gelopen staken we de duin over richting de Waddendijk. We passeerden een hoogwatervluchtplaats voor vogels.
Bij eb foerageren de vogels op het Wad. Bij hoog water hebben ze bij De Volharding de gelegenheid om te rusten. Later op de computer zag ik dat het rosse grutto’s en kanoeten waren die daar stonden.
Het gebied is afgezet met een touw. Dat is om te voorkomen dat wandelaars te dicht bij de rustende vogels komen. Met de 100-400 Canon objectief kon ik vanachter het touw inzoomen op de vogels. Het is niet zo dat ze alleen maar staan te rusten. Regelmatig vloog er een groepje op om elders weer neer te strijken.