Rosse grutto’s en kanoeten

Zoals ik in het vorige bericht al schreef maakten we een wandeling bij De Volharding op Texel.

We liepen eerst een stukje over het strand langs de Waddenzee.

Toen we achterom keken richting de vuurtoren zagen we dat het weer begon op te klaren. Dat zag er veelbelovend uit.

Na een paar honderd meter langs het strand te hebben gelopen staken we de duin over richting de Waddendijk. We passeerden een hoogwatervluchtplaats voor vogels.

Bij eb foerageren de vogels op het Wad. Bij hoog water hebben ze bij De Volharding de gelegenheid om te rusten. Later op de computer zag ik dat het rosse grutto’s en kanoeten waren die daar stonden.

Het gebied is afgezet met een touw. Dat is om te voorkomen dat wandelaars te dicht bij de rustende vogels komen. Met de 100-400 Canon objectief kon ik vanachter het touw inzoomen op de vogels. Het is niet zo dat ze alleen maar staan te rusten. Regelmatig vloog er een groepje op om elders weer neer te strijken.

De Waddenzee

Vanaf Wagejot op Texel reed ik richting Oudeschild. Bij de passantenhaven ging ik de Waddendijk op en genoot van het uitzicht over de Waddenzee.

Bij het waddenstrand ‘De Hornt’ heb ik een fotoserie gemaakt.

Na deze fotoserie reed ik door naar de vissershaven van Oudeschild. Daar trof ik de kinderen weer en hebben we gezellig samen geluncht. Na de lunch gingen we met z’n allen naar de vuurtoren. Daarover morgen meer.

Vanaf de Waddendijk in Lauwersoog

Na de lunch in de haven van Lauwersoog gingen onze zoon en ik naar de veerhaven.

De M.S. Esonborg, de sneldienst tussen Lauwersoog en Schiermonnikoog, was zojuist de haven uitgevaren.

Op de Waddenzee voer een groot schip onder zeil.

Beide boten stevenden met volle snelheid op elkaar af. Vanuit ons perspectief zag dat er spannend uit. Het leek net alsof ze in botsing zouden komen. In werkelijkheid zat er voldoende ruimte tussen beide boten, maar dat was vanuit ons standpunt niet te zien. Ik heb deze foto’s gebruikt tijdens een coachmoment op de afdeling. Niet alles is wat het lijkt. Het is zinvol om zaken vanuit meerdere perspectieven te bekijken. Vul niet zomaar wat in, maar bekijk de situatie vanuit een ander standpunt en stel vragen. Of zoals men zegt: “Geloof niet alles wat je ziet en denkt”.

Onderaan de Waddendijk foerageerde een groepje steenlopers. Tussen de stenen zochten ze schelpdiertjes.

Zo nu en dan vloog er een steenloper op om verderop voedsel te zoeken.

Wadlopen…

Een steenloper in vlucht.

Paessens-Moddergat

Op zaterdag, tijdens ons familieweekend, splitsten we ons op in kleinere groepen. Onze zoon en ik kozen voor een wandeling bij Paessens-Moddergat. Deze ‘duo-dorpen’ aan de Friese zeedijk zijn vooral bekend door het visserijmuseum ’t Fiskershúske met haar in oude stijl teruggebrachte 18e eeuwse vissershuisjes. Wij kozen echter voor Het Wad en de vergane palenrij buitendijks. Als eerste stonden we stil bij het monument wat herinnert aan de ramp in 1883. Tijdens een zware storm kwamen 83 vissers om. In vrijwel elk huishouden vielen een of meerdere slachtoffers te betreuren.

Onze zoon leest de namen van de omgekomen vissers.

Vanaf de dijk hadden we mooi zicht over het Wad. Het was eb en dus waren er wadlopers op het Wad. Aan de horizon ligt het Waddeneiland, Schiermonnikoog. De veerboot ligt in de haven.

Nadat we hadden genoten van het uitzicht liepen we naar beneden. We wandelden langs de palenrij richting het water. Waar we vanwege ons schoeisel niet verder konden bogen we rechtsaf. Onze zoon vond de schapen wel leuk. Hij probeerde ze te aaien, maar dat lieten ze niet toe. Ik richtte mijn camera een tijdje op de huiszwaluwen. Ze verzamelden modder om daarmee hun nesten te maken. Althans die indruk kreeg ik, maar misschien zochten ze ook wel naar voedsel.

Tijdens onze wandeling kwamen we een paar keer een groep wandelaars met gids tegen. Ze waren op weg voor een excursie op het Wad. Na de ontmoeting met de jonge onderzoekers kwamen we weer uit bij de Waddendijk. Daar hadden de kinderen veel plezier met het rollen vanaf de dijk.

De Stelling in Koehoal

Jan en ik reden in een rustig tempo over de Sédyk nabij de Waddenkust naar het oosten. Vanuit de auto zag ik een gebouw tegen de dijk aangeplakt. Het leek me goed om hier weer een stop te maken en dit gebouw van dichtbij te bekijken.

Het bleek te gaan om een bunker wat onderdeel was van Stelling Koehoal. De stelling maakte deel uit van de Duitse luchtverdediging. De stelling bestond in totaal uit 4 bunkers, 3 stenen gebouwen, een grote houten barak, parkeerterreinen, wachtposten, een geschutsplateau voor 4 stuks artilleriegeschut aan de zeekant van de zeedijk. Het gehele gebied was afgezet met een prikkeldraadversperring en landmijnen. Alleen deze bunker bleef behouden. De informatie wat op het bord naast de bunker stond vermeld is ook te lezen op deze site.

We fotografeerden de bunker vanaf diverse kanten. De bunker was gesloten. Uiteraard gluurde ik wel via de ramen naar binnen.

Ook hier liepen veel schapen op de dijken. Ik had jullie nog niet verteld dat het daar wel flink stonk naar schapenstront. Zelfs tot in de auto. Dat laatste kan natuurlijk gekomen zijn doordat we er met onze wandelschoenen per ongeluk in waren gestapt…

Gekleurde ooien

Tijdens onze rit langs de Waddendijk zagen Jan en ik schapen met een mooie kleurtjes op hun achterste. Die kleur wordt achtergelaten door dekblokken. Deze dekblokken hangen onder de buik van een ram. Vaak worden er verschillende kleuren dekblokken gebruikt zodat men precies kan zien door welke ram er gedekt is en ook wanneer de ram de ooi (vrouwtjes schaap) heeft gedekt. Zodra alle ooien gedekt zijn moet de ram toch nog 3 weken het dektuig omhouden. Dit is voor het geval er een dekking is mislukt. De ooi is dan weer na 17 dagen bronstig en dan kan de ram de ooi dus opnieuw dekken.

Er lopen meerdere rammen bij een kudde ooien. Elk ram heeft zijn eigen kleur. Op de bovenste foto heeft de ram met het groene dekblok mij nog niet echt kunnen overtuigen van gedegen werk. Zo te zien op de foto hieronder heeft de ram met het blauwe dekblok er ook niet veel van gebakken. Gelukkig heeft de ram met het gele dekblok het nog eens dunnetjes overgedaan…

Het beeld van de Waadfisker

Na de stop bij de makke schapen reden Jan en ik verder over de Sedyk naar het noordoosten. De volgende stop was bij het beeld van De Waadfisker (Wadvisser) nabij buurtschap Koehool. Zie Google Maps. Dit bronzen beeld herinnert aan de tijd dat er hier naar haring werd gevist.

De visserij zoals die van Zurich tot Zwarte Haan plaatsvond, werd de regelvisserij genoemd. Men viste op haring met fuiken, die in een lange rij (regel) dwars op de zeedijk achter elkaar stonden. Met het woord regel werd ook de gemeenschap van vissers aangeduid, die op deze wijze gezamenlijk op haring visten. De enkele kilometers lange rij netten belette de langs zwemmende scholen haring in het voorjaar de doortocht naar hun paaiplekken in de Zuiderzee. Zo staat er vermeld op het informatiebord.

Vissen gebeurde toen en ook nu nog op twee verschillende manieren. De eerste manier is dat men de vis actief opzoekt, het gaand want. De tweede manier is waarbij men de vis afwacht, het staand want. De haringvisserij zoals dat in het noordwesten van de provincie Friesland werd gedaan was dus met een staand want, ook wel regelvisserij genoemd. Op deze site kun je er alles over lezen.

Op internet vond ik treffende foto’s uit die tijd. De foto’s zijn gemaakt door een fotograaf van het weekblad Fen Fryske Groun (Van Friese bodem). Bron is deze site.

Maar nu weer terug naar het bronzen beeld van de Waadfisker onderaan de Waddendijk.

Ik heb het beeld van dichtbij aan alle kanten bekeken. Daarbij had ik gezelschap van een spinnetje die zijn webdraden spande tussen de armen van de visser.

Krachtig, markant, doorleefd…

Makke schapen bij de Waddendijk

Vorige week nodigde Jan mij uit om weer naar het Wad te gaan en daar was ik zeker voor te vinden. Het was die dag prachtig weer. Onze eerste stop was bij de schapen op en rond de Waddendijk onder de rook van Harlingen.

Jan had een paar weken eerder met Aafje deze rit gemaakt en wilde mij deze omgeving ook laten zien.

Ik ben altijd benieuwd wat er is te zien achter een heuvel of een dijk, om die reden maakte ik de klim naar boven.

Jan had die dag onwillige benen en bleef die dag wijselijk beneden. Hij had die klim al gemaakt samen met Aafje.

Het was een hele klim maar boven werd ik beloond met een prachtig uitzicht. Net als naast de weg hadden de schapen ook bovenop de dijk een olifantenpaadje gemaakt.

Deze schapen zijn kennelijk toeristen gewend. Dat zal de reden zijn dat het makke schapen zijn geworden. Het liefst doen ze geen stap opzij.

Nog één keer liet ik mijn blik over de uitgestrektheid van de Waddenzee glijden alvorens ik mij weer voegde bij mijn fotomaatje.

Aardappeloogst met meeuwen en kieviten

Vandaag laat ik jullie de laatste serie zien van de mooie en gezellige dag dat Jan en ik op stap waren in het noorden van Friesland. Tussen de oude en de nieuwe Waddendijk ligt kleigrond. Deze grondsoort is o.a. geschikt voor de teelt van consumptieaardappelen. Terwijl wij foto’s maakten van de dijkcoupures in de oude dijk was men achter ons druk met de aardappeloogst.

De aardappels worden met een tractor en kipper naar de boerderij gebracht. Daar worden de aardappels opgeslagen in bewaarplaatsen. In deze bewaarplaatsen blijven de aardappels tot het moment dat ze met een vrachtauto worden vervoerd naar de fabriek.

Tijdens het oogsten wordt er allerlei bodemleven naar boven gewoeld. De meeuwen en kieviten profiteerden daar goed van. De kieviten konden nog mooi opvetten voordat ze aan de lange reis naar het zuiden beginnen.

Niet alle kieviten trekken naar het zuiden. Er lijkt een tendens dat deze weidevogels door het toenemende aantal zachte winters in grotere aantallen in Nederland blijven. Daarbij trekken de dieren op met de vorstgrens, want in bevroren bodem kan geen voedsel worden gevonden. Bij invallende vorst zijn ze dan verdwenen om bij dooi weer terug te keren.

Het was mooi om te zien hoe de vogels tegelijk op de wieken om even later weer neer te strijken achter de aardappelrooimachine. Het tafereel speelde zich af ver van ons vandaan. Om dit vast te leggen heb ik het 100 – 400 mm objectief gebruikt.

Deze rooimachine was wel arbeidsintensief. Naast de bestuurder zag ik nog drie man op en naast de rooier aan het werk. De moderne rooimachines zijn dusdanig uitgerust dat deze bedient kan worden door één persoon…