Als ik ga fietsen in bijvoorbeeld Dwingelderveld neem ik twee camera’s mee. De lichtgewicht Nikon bridgecamera hang ik om mijn nek en rechterschouder. Die heb ik dan snel bij de hand als ik bijvoorbeeld een vogel zie. Tevens gebruik ik de Nikon voor het maken van landschapsfoto’s. De Canon spiegelreflex met macro-objectief heb ik in de fietstas. Die pak ik als ik bijvoorbeeld een vlindertje zie vliegen.
Ik maakte een fietstocht in Dwingelderveld. Ik had net een fotoserie gemaakt van de fitis met een snavel vol met voedsel en wandelde verder met de fiets aan de hand. Plotseling zag ik rond de bloeiende braamstruiken een blauwtje vliegen. Ik ‘parkeerde’ mijn fiets en pakte mijn body met macro-objectief en ging op jacht. Het vlindertje liet zich niet eenvoudig vangen. Iedere keer als ik in de buurt kwam ging het blauwtje een paar meter verderop zitten.
Maar de aanhouder wint, het lukte om dichterbij te komen. De vlinder spreidde tijdens het foerageren enkele malen de vleugels. Op de computer kon ik met zekerheid vaststellen dat het een icarusblauwtje was en wel een vrouwtje.
In de buurt van het blauwtje, op een andere bloem zat een grote mier. Toen de mier zijn eigen bloemetje had afgestruind ging hij naar het bloemetje van het blauwtje. Het icarusblauwtje liet zich gemakkelijk verjagen.
Met een blij en voldaan gevoel stapte ik weer op de fiets op weg naar de volgende uitdaging…